"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Cherokee

Vrijdag, 19 februari, 2021

Geschreven door: Jean Echenoz
Artikel door: Chris Reinewald

Het concept detective

[Recensie] De Franse schrijver Jean Echenoz (1947) brak in 1983 door met zijn tweede roman Cherokee waarvoor hij ook de Prix Médicis ontving. Ofschoon bejubeld door de Franse literatuurkritiek is Echenoz’ oeuvre nogal hapsnap in het Nederlands vertaald. Zelfs de bekroonde Cherokee is alleen in het Frans (en Engels) te lezen.

Misschien maakt Echenoz’ onplaatsbare, eigenlijk conceptuele stijl wel dat wij hem hier niet kennen zoals bijvoorbeeld Michel Houellebecq of Nobelprijswinnaar Patrick Modiano.

Na het dichtslaan van de quasi-policier, een soort Maigret, weet je (ik tenminste) eigenlijk niet goed wat je nu gelezen hebt. Het verhaal is maar steeds niet op gang gekomen, zo lijkt het. Met de karakters, nukkige mannen, waaronder een verdwaalde Engelsman, krijg je maar geen band.

De minutieuze beschrijvingen van Parijse stadswijken, straten en winkels (en nachtclubs) waarin Patrick Modiano subtiel grossiert, werken ook bij Echenoz sfeerverhogend maar blijven tegelijk décor. Mannen met enkele vrouwen lopen in en uit de handeling. Echenoz schrijft echter met zoveel brille dat je blijft doorlezen.

Hereditas Nexus

De stoere toon is inderdaad die van de detective. Behalve aan Simenon en zijn commissaris Maigret denk je aan Raymond Chandler en andere Amerikaanse ‘hardboiled’ schrijvers uit de jaren ’40, wiens boeken verfilmd werden met Humphrey Bogart in de hoofdrol.

Chandler is stilistisch en beeldend een meester. Zo ook Echenoz, met hetzelfde, maar dan doelbewuste, ‘euvel’: zijn stijl gaat ten koste van de handeling.

Voor zover ik het kon begrijpen gaat het voortkabbelende verhaal over een soort criminelen die elkaar dwars zitten en – ook buiten Parijs – achterna zitten. Zoals jongetjes graag lezen worden alle auto’s met merknaam en type genoemd. Je leest dus een soort film noir, zoals de Franse films van Melville: gezwijg, veelbetekenende blikken, regenjassen en wegscheurende Citroëns. Echenoz is echter ook om te lachen, zoals hij mooi onderkoeld een bezoek beschrijft aan een sexclub met ‘live action’ op het toneel: een Houellebecq-achtige scène.

Bebop

Met zijn latere romans, zoals de mooie, fictie-biografie over de componist Ravel op Amerikaanse tournee, rekt Echenoz literaire genres op. In Cherokee weet hij het cliché van stoere mannenboek te treffen. Daarmee schaart hij zich bij Raymond Queneau die het taalgebruik van een nietszeggende anekdote over een stadsbusreis in Exercises de style in 99 stijlen navertelde of het quasi-meisjesverhaal dat absurd doorslaat in vulgair taalgebruik Zazie dans le Métro.

Dat je Cherokee maar blijft duiden via andere auteurs komt omdat je op het verhaal geen grip kan krijgen en in de vorm ervan een antwoord hoopt te vinden. Toch maakt Echenoz met zijn conceptroman van een detective het zijn lezers niet zo heel moeilijk. De titel verklaart veel. Nee, er komen geen Indianen in voor. Cherokee verwijst naar een gelijknamig jazznummer van Ray Noble uit 1939. Eén van de hoofdrolspelers in het boek koestert in zijn appartement een verzameling met zeldzame Amerikaanse jazzplaten. Jazz-saxofonist Charlie Parker ontwikkelde na 1945 een korte, staccato stijl in de jazz: de bebop. Daarbij worden geen melodieën uitgespeeld maar korte, ritmische delen geherinterpreteerd tot ‘riffs’. Op die manier distilleerde Parker uit Cherokee een eigen, korte versie dat zo veranderde dat hij het een nieuwe naam gaf: ‘Koko.’

Voilà. Echenoz paste het bebop-principe toe op het detective-genre met dit wonderlijke boekje als resultaat. Het onderstreept nog eens hoe de Franse literatuur na de nouveau roman met de vorm blijft spelen.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub Van Alles

Boeken van deze Auteur: