"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Club Mars

Vrijdag, 6 juli, 2018

Geschreven door: Rachel Kushner
Artikel door: Marnix Verplancke

Stanville Prison Blues

Voor Club Mars dompelde Rachel Kushner zich jarenlang onder in het Amerikaanse rechts- en strafsysteem. En met succes, want de roman geeft een bijzonder overtuigend beeld van een wereld waar onwetendheid en geweld hand in hand gaan.

[Recensie] Omdat Kurt Kennedy, a.k.a. Kennedy the Creep, haar maar bleef stalken, zelfs nadat ze naar een andere stad was verhuisd, sloeg Romy Hall hem met een breekijzer het hoofd in. Haar pro deo-advocaat was een dronkenlap die haar niet vertelde dat ze minder straf zou krijgen als ze de misdaad bekende, dus bleef ze halsstarrig volhouden dat Kurt het uitgelokt had, waarna ze twee keer levenslang kreeg. En zes jaar erbovenop omdat haar kleuter Jackson bij de daad aanwezig was en ze zijn leven in gevaar had gebracht. Daarom wordt ze naar Stanville gebracht, een stadje dat zijn identiteit te danken heeft aan zijn gevangenis waar 3000 vrouwen zitten.

Rachel Kushners Club Mars is het schrijnende relaas van achterstelling, armoede, kansloosheid, seksueel geweld en heel veel wanhoop die in druggebruik uitmondt, en hoe dit van generatie op generatie doorgegeven wordt. Typerend is bijvoorbeeld het levensverhaal van Sammy, die ook in Stanville zit. Haar misdaad was dat ze als kind in bed plaste, om warm te blijven in de ijskoude trailer van haar moeder die alle geld opdeed aan drugs. Een buurvrouw zag de uitslag op Sammy’s benen die veroorzaakt werd door de urine, schakelde de sociale dienst in en het meisje werd in een instelling geplaatst. Op haar twaalfde kwam ze vrij en ging ze tippelen voor haar moeder. Verslaving, misdaad en gevangenis volgden, en het hopeloze draaideursysteem: “Ze wist dat haar vrijlating nooit een definitief vertrek was, meer een soort vakantie.”

Romy Hall, genoemd naar Romy Schneider, komt uit een gelijkaardig milieu. Ze groeide op in een achterbuurt van San Francisco, waar meisjes op straat verkracht werden en wanneer ze naar de politie gingen deze het nog een keertje overdeden. Ze was een tijdje callgirl voor ze het leven als lapdancer verkoos in Club Mars, een verlopen tent waar je een streepje voor had als je gedoucht had en er geen spelfouten in je tatoeages stonden. Daar was Kurt op haar gevallen en had hij haar niet meer losgelaten.

Hereditas Nexus

In Stanville lopen een aantal mensen in en weer uit het leven van Romy, waaronder Gordon, een wat zonderlinge lesgever in de gevangenis. “Hoeveel is vier plus drie?” is het eerste wat hij tegen haar zegt, waarop ze reageert met “Zit je me nou te fucken?” In contrast met zijn gesloten werkomgeving woont Gordon in de complete vrijheid, in een blokhut in het bos. Een vriend vergelijkt hem met de Unabomber, van wie Kushner een aantal dagboekfragmenten opneemt. Haar roman krijgt er een hoog onheilspellend Don DeLillo-gehalte door. Net als door de lijstjes die ze opneemt: wat bezoekers aan de gevangenis wel en niet mogen dragen of doen en misschien nog wel beter, welke beroepen de gevangenen hadden voor hun arrestatie, wat nogal vaak recycler is, een eufemisme voor blikjes en flesjes oprapen uit de goot.

Club Mars krijgt wel eens het verwijt geen echte plot te hebben. Natuurlijk is die er wel, dit boek gaat over de psychische verandering die Romy in de gevangenis ondergaat, maar het is inderdaad geen rechtlijnige plot. Hij is verbrokkeld, focust nu eens op die en dan weer op een ander en blijft steeds onvoorspelbaar en fris. Maar volgt het leven in de gevangenis een rechtlijnige plot? We dachten het niet. Of om het met de woorden van Romy’s bipolaire celmaatje Laura Lipp te zeggen: “In de gevangenis weet je tenminste wat er gaat gebeuren. Nou ja, je weet het niet écht natuurlijk. Het is onvoorspelbaar. Maar wel op een saaie manier. Niet alsof er iets tragisch of verschrikkelijks kan gebeuren. Nou ja, dat kan natuurlijk wel. Tuurlijk wel. Maar in de gevangenis kun je niet alles kwijtraken, want je bent alles al kwijt.”

Centrale zin

“Of je nu plannen maakt of niet: je blijft toch gewoon bestaan totdat je niet meer bestaat, en dan zijn al je plannen zinloos.”

Over de auteur

We kennen Rachel Kushner (1968) van De vlammenwerpers, haar uit 2013 daterende roman over kunst, revolutie en motorfietsen in de jaren 1970 die wereldwijd een succes werd en met de National Book Award ging lopen. Het was nog maar haar tweede boek, want Kushner is een laatbloeier die pas op haar veertigste debuteerde.

Eerder verschenen in Knack