"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Collecting Colour

Donderdag, 30 maart, 2017

Geschreven door: Narayan Khandekar
Artikel door: Chris Reinewald

Berichten over een colorotheek

[Recensie] Bij de Sikkensprijs 2017 verscheen deze week een compact knalgeel boekje over de Forbes Pigment Collection/Straus Center for Conservation and Technical Studies van Harvard University: een erg lange naam voor een wonderlijke Amerikaanse collectie met kleurpigmenten.

Directeur Narayan Khandekar schreef een korte geschiedenis van het colorisme in zijn wetenschappelijk instituut en de daaraan verbonden onderzoeken.

Eind maart kreeg de Berlijns-Nederlandse ontwerpster Hella Jongerius de Sikkens Prijs 2017 uitgereikt voor haar gedegen kleuronderzoek. Opmerkelijk is haar interessegebied: hoe manifesteert kleur zich onder verschillende licht-omstandigheden: van het volle licht tot in de schaduw? Deze informatie heeft ze nodig bij het ontwikkelen van kleuren voor meubels en woningtextiel.

Jongerius onderneemt een queeste naar een zwarte kleur (‘tint’ vinden puristen) die je zou moeten kunnen maken zonder zwart (koolstof)pigment, omdat deze gemengd met andere kleuren een weinig levende tint oplevert.

Boekenkrant

Een zwart, dat maar liefst 99,965% van het zichtbare licht absorbeert kwam recentelijk op de markt. Kunstenaar Anish Kapoor, bekend van zijn installaties met schijnbaar onpeilbare gaten en dieptes verwierf dit nieuwe Vantablack exclusief voor eigen gebruik. Onwillekeurig denk je hierbij aan de roman Het Hermetisch zwart van Marguerite Yourcenar over een alchemistenpraktijk.

De geheimzinnigheid van de 16de-eeuwse Westerse alchemisten en het hedendaagse exclusiviteitsbeding van Kapoor staan haaks op de doelstellingen van het Amerikaanse kleurinstituut. Dat wil namelijk zijn kennis delen: veelal voor kunsthistorisch onderzoek. Net als veel gefortuneerde Amerikanen bouwde de oprichter, Waldo Forbes begin 20ste eeuw aan een klassieke kunstcollectie met Italiaanse religieuze meesterwerken. Hij kocht een Maagd met Kind van Gozzolini en liet deze schoonmaken. Daarbij verdwenen de gezichten als sneeuw voor de zon. Ze bleken er veel later (in de 19de eeuw) opgeschilderd. Was het paneel vals? Niet echt, maar de versie waarin hij het gekocht had klopte duidelijk niet met hoe Gozzolini het ooit schilderde. Door de verf te bestuderen had Forbes zijn miskoop kunnen voorkomen. En zo nam in het instituut het kleuronderzoek met oorspronkelijke pigmenten de overhand.

De huidige colorotheek telt zo’n 2500 monsters in flesjes en potjes. Een groot deel is historisch maar ook voegt men nieuwe pigmenten toe. Die kunnen echter al tijden gebruikt worden. Zo namen onderzoekers kort geleden gele oker mee van het boombasten op het strand van de Australische noordkust. Met deze aardetint schilderen aboriginals gewoontegetrouw hun composities op hout. (Nu gebruiken velen liever arcrylverf dat veel meer kleuren biedt.)

Het grootste deel van Collecting Colour bevat een fotografische keus met exotische kleurpigmenten gevuld. Karmijnrood dat gewonnen wordt uit een stof die kermes-luizen op eikenbomen afscheiden.

Het felle Indiase geel is afkomstig van de gedroogde urine van koeien die uitsluitend mangobladeren eten. Aan mummiewindsels wordt mummiebruin onttrokken. En komt drakenbloed van het bloed dat draken vergieten als ze met olifanten vechten? Nee, het is ‘gewoon’ het sap van een rotanpalm.

In zijn betoog koppelt Khandekar, de vaak door schilders geschonken kleurpigmenten, terug naar de kunst. Eugène Delacroix beschreef in zijn uiterst leesbare dagboeken (verschenen in de Privédomein-reeks) ook nauwkeurig welke kleuren hij voor een specifiek schilderij gebruikte. Voor het daadwerkelijk schilderen maakten schilders voor de invloedrijke uitvinding van de verftube, ten tijde van de Impressionisten, hun verf door pigmenten te malen. (Daarvan komt ook de Duitse benaming voor schilder: Maler) Khandekar vertelt ook hoe restauratoren van een verkleurd kleurenvlak-doek van Mark Rothko zijn instituut raadpleegden en hoe onbekende druip-schilderijen van Jackson Pollock als vals werden ontmaskerd. De op het doek aangetroffen verf bestond nog niet in zijn tijd.

Hoewel specialistisch blijkt het onderwerp kleurpigment zowel cultureel als in poëtisch opzicht de fantasie te prikkelen.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Meer informatie en bestellingen via: https://www.artez.nl/dit-is-artez/nieuws/artez-press-werkt-mee-aan-collecting-colour-publicatie-mondrian-lecture-van-dr-narayan-khandekar


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.