"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Congo blues

Vrijdag, 8 december, 2017

Geschreven door: Jonathan Robijn
Artikel door: Marnix Verplancke

Roman over een kind van Save

[Recensie] “Geworteld zijn is misschien wel de belangrijkste en minst erkende behoefte van de menselijke ziel,” schreef de Franse filosofe Simone Weil. Jonathan Robijn nam die uitspraak als motto en vertrekpunt van zijn tweede roman, Congo Blues. De meestentijds werkloze jazz-pianist Morgan ziet op Nieuwjaarsdag 1988 niet ver van zijn huis een onbekende vrouw ineengezakt zitten tegen een muur. Ze herinnert hem aan zijn veel te jong gestorven geliefde Angela en hij beslist de vrouw mee naar binnen te nemen, de warmte in, niet beseffend dat zij zijn leven een andere wending zal geven. Of misschien juist niet.

Niet alleen slaapt Simona, zoals de vrouw blijkt te heten, een gat in de dag, er hangt ook een verdacht sfeertje om haar heen. Zo ontdekt Morgan per toeval een envelop met een miljoen frank in haar jas en lijkt ze eens wakker niet bereid veel informatie over zichzelf te lossen. Veel meer dan dat ze de dochter is van een Luikse spoorwegingenieur die carrière maakte in Zaïre en een goede vriend werd van Mobutu, komt hij niet te weten tijdens de paar weken dat Simona bij hem logeert. Uit dankbaarheid voor zijn gastvrijheid bezorgt ze hem wel een baantje: hij mag piano spelen in de louche bar van Walter, een schimmige figuur die rondrijdt in een rode Maserati.

Jonathan Robijn is een ingetogen stilist. Dat bewees hij al in De stad en de tijd, zijn debuutroman in verhalen die genomineerd werd voor de Gouden Boekenuil en dat doet hij hier opnieuw. Hij blijkt een meester in sfeerschepping, suggereert veel, maar laat de lezer vooral vaak in het ongewisse. Wie zijn die mensen uit Congo Blues nu echt, ga je je steeds meer afvragen. Zeker nadat Simona op een dag aankondigt dat ze voor een maand naar Zürich moet en Morgan haar een paar weken later een Brussels hotel binnen ziet stappen. En waar is Walter opeens gebleven, vraagt hij zich af wanneer hij bij hem te rade wil gaan en deze niet langer in zijn chique villa blijkt te wonen.

Net zoals in zijn vorige boek speelt Brussel ook in Congo Blues een glansrol. Het Brussel van de jazz natuurlijk, maar ook dat van de statige lanen en residentiële wijken, aangelegd met geld dat in Congo werd verdiend en waar Morgan ook wel iets mee heeft. In een vlaag van serendipiteit vindt hij immers zichzelf terwijl hij op zoek is naar Simona. Hij blijkt de zoon van een blanke man en een zwarte vrouw die opgevoed werd in Ruanda-Urundi, in de missie van Save tot hij net voor de onafhankelijkheid van dit mandaatgebied op transport werd gezet naar België. Heeft Simone Weil gelijk en worden we een vollediger mens wanneer we weten waar we vandaan komen, is de filosofische vraag achter Jonathan Robijns roman, of kunnen we maar beter vooruit kijken en het beste maken van het leven?

Boekenkrant

Eerder verschenen in De Morgen

Lies hier ook het interview met historicus Sarah Heynssens over haar boek de Kinderen van Save. In de koloniale geschiedenis van Congo, Rwanda en Burundi worden de driehonderd kinderen van gemengde afkomst die net voor de onafhankelijkheid op transport werden gezet naar België nogal eens vergeten.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: