"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Cultuurmarxisme

Zondag, 7 april, 2019

Geschreven door: Paul Cliteur
Artikel door: Jos van Dijk

Afleidingsmanoeuvres uit de rechtse hoek

[Recensie] Er waart een spook door het westen is de ondertitel van een bundel artikelen over ‘cultuurmarxisme’ onder redactie van Paul Cliteur, Jesper Jansen en Perry Pierik. Dat spook is een denkstroming die de westerse cultuur bedreigt, erger nog, overlevert aan totalitaire politieke ideologieën zoals de islam en het communisme. Het eigenaardige van ‘cultuurmarxisme’ is dat niemand zichzelf tot aanhanger van deze stroming rekent. De term wordt alleen gebruikt door tegenstanders van bepaalde opvattingen die mensen verdacht willen maken als leden van een gevaarlijke sectarische beweging. Een linkse beweging, ook wel als ‘kerk’ aangeduid, die ontmaskerd moet worden voordat het te laat is.

Volgens De Groene Amsterdammer gaat het hier om een “complottheorie voor paranoïde rechts“, De Volkskrant noemt ‘cultuurmarxisme’ een “holle term waar je alle kant mee op kunt”. Thierry Baudet vindt het echter “verplichte kost voor iedereen die zich zorgen maakt over de zelfhaat die ons land en onze beschaving te gronde richt”. Met deze en andere citaten opent het boek. Daarmee is de toon wel gezet en zou je het boek meteen ook wel weer kunnen sluiten. Maar het spook intrigeert me: wat beweegt mensen die tweehonderd jaar na de geboorte van de naamgever dat verdomde marxisme weer tevoorschijn halen als bedreiging voor onze beschaving, en waarom slaat dat juist nu aan in bepaalde kringen?

Van Gramsci tot Poetin

In Nederland is de historicus en filosoof Sid Lukkassen een woordvoerder van de nieuwe anti-marxisten. Hij legt in het boek omstandig uit dat het ‘cultuurmarxisme’ voortbouwt op de theorie van de Italiaanse marxist Gramsci, die sociaal-culturele onderwerpen in de revolutionaire strijd van het proletariaat wilde betrekken. Gramsci’s ideeën zijn in de jaren zestig van de vorige eeuw opgepikt door neomarxisten van de Frankfurter Schule. En die hadden weer invloed op de studentenbeweging en nieuwe linkse stromingen in die periode. Met de ‘culturele revolutie’ uit de tweede helft van de vorige eeuw is alle ellende begonnen. Lukkassen: “De cultuurstrijd van het westerse marxisme ontwortelde de vitale kiemen van gezinsbanden, morele normen, cultuurgoed – kortom alles waarmee de mens zich geestelijk staande houdt.” De samenleving verzwakte door een “ontwortelde levenshouding: het hedonisme van massaconsumptie en seksuele bevrijding.” En die zwakte wordt “genadeloos uitgebuit door bijvoorbeeld Poetin en Erdogan.”

Het is een bonte verzameling van denkrichtingen en verschijnselen die het spook van het ‘cultuurmarxisme’ heeft meegebracht: het feminisme, de LGTB-beweging, het antiracisme, de erkenning van het slavernijverleden, de identiteitspolitiek, de hulp aan vluchtelingen, en bovenal de ondoordachte tolerantie tegenover de islam. De auteurs van Cultuurmarxisme proberen er een filosofische rode draad doorheen te weven, maar het overwegende beeld is toch simpel en nogal ordinair: een aanklacht tegen alles wat als politiek links beschouwd kan worden. Met de terugkerende beschuldiging dat links ideologisch blind is, zonder in te gaan op de ideologie die rechts drijft.

Boekenkrant

Tegen de emancipatie

De ideologische achtergronden van de kritiek op het ‘cultuurmarxisme’ worden duidelijk in het afwijzen van alle emancipatiebewegingen. Het rode draadje dat in verschillende bijdragen zichtbaar wordt is het verzet tegen het benoemen en erkennen van ongelijkheid en onderdrukking. Het slavernijverleden van Nederland zou door links en de anti-zwartepietenbeweging uitgebuit worden voor een soort omgekeerd racisme. Beschuldigingen aan het adres van de autochtone witte Nederlander zijn volkomen ten onrechte. Er is namelijk helemaal geen link tussen slavernij en het ontstaan en voortduren van het racisme, beweert Udo Kelderman, want overal zijn mensen in het verleden tot slaaf gemaakt en het gebeurt nog steeds. Een zelfde poging tot relativering van ongelijke verhoudingen zien we bij de kritiek op het feminisme. Feministen verspreiden gevaarlijke ideeën door alle mannen per definitie te betichten van machtsmisbruik en onderdrukking. Het is een vorm van totalitair denken dat de ideologie van Mao’s culturele revolutie, “de meest uitgesproken, extreme en exemplarische uiting van cultuurmarxisme” nabij komt. En dat ook nog blind is voor de realiteit van de islam. Dat was in die beruchte Keulse Nieuwsjaarsnacht de belangrijkste bron van seksuele intimidatie, en niet de machocultuur, zoals de feministen beweren. Aldus Jesper Jansen in een bijdrage waarin hij op onnavolgbare wijze zowel het feminisme als de islam als strange bedfellows aan de kaak stelt.

Identiteitspolitiek

Het nieuwe type marxisme waar de auteurs van dit boek ons voor willen waarschuwen levert een zwart-wit beeld op van een samenleving die getekend wordt door nieuwe tegenstellingen tussen onderdrukkers en onderdrukten, vergelijkbaar met de klassieke tegenstelling tussen proletariaat en bourgeoisie. Die oude marxistische tegenstelling tussen arbeid en kapitaal heeft zijn waarde voor het ontketenen van een opstand inmiddels verloren, maar het oude model van de vijandige klassen kan nog wel dienen om diverse nieuwe groepen onderdrukten (identiteiten) in stelling te brengen tegenover hun onderdrukkers. Identiteitspolitiek is in feite bolsjewistische politiek in een nieuw jasje.

Nu zijn er meer critici van identiteitspolitiek die links op dat punt verwijten maken. We kennen de voorbeelden van overdreven bekommernis om de veiligheid van minderheden, zoals die op sommige Amerikaanse universiteiten wordt gepraktiseerd. Ze worden ook in dit boek door Maarten Boudry aan de kaak gesteld. Zoals elke beweging kennen ook minderhedenbewegingen onproductieve – en vaak zelfs averechts werkende – uitwassen. Maar de wereld gaat er niet aan ten onder, zoals je bij sommige van Boudry’s collega-auteurs zou moeten geloven.

Boudry en ook de Leidse filosoof Sebastien Valkenberg bekritiseren naar mijn mening wel terecht het politiek correcte denken, spreken en schrijven dat de solidariteit van links met zich emanciperende minderheidsgroepen met zich mee heeft gebracht. Alle goede bedoelingen hebben een cultuur gebaard waarin de vrijheid van denken, spreken en zich uiten voortdurend onder spanning staat. Met als gevolg zelfcensuur en een taalpolitie die ons regelmatig op de bon slingert. Valkenberg noemt het nogal vergezocht een ‘bijwerking’ van het medicijn ‘cultuurmarxisme’ dat – zoals hij veronderstelt dat links denkt- onze zieke maatschappij zou moeten genezen.

Een valse kaart

Los van de kritiek op overdreven pc-denken is het ‘cultuurmarxisme’, als ik op deze bundel moet afgaan, toch vooral een poging om de ‘linkse kerk’ af te breken. En links biedt daarvoor helaas zelf de gelegenheid. Terwijl het kapitalisme sterker werd, de ongelijkheid toenam, de rijken rijker en de armen armer werden, heeft links de anti-kapitalistische beweging decennia lang verwaarloosd. Zo langzamerhand wordt het duidelijk wat daar de gevolgen van zijn. Nu de kritiek op het kapitalisme groeit, en er voorzichtig weer wordt gesproken over maatregelen tegen verdere verrijking van kapitaalkrachtige minderheden en voor herstel van een meer rechtvaardige welvaartsverdeling, zet rechts de tegenaanval in. En die aanval wordt niet voor niets gericht op het culturele profiel dat links zich, bij verwaarlozing van het economische, heeft aangemeten sinds Kok, Blair en Schröder zich hebben bekeerd tot het neoliberalisme. Met al dat politiek correcte gedoe over diversiteit en de multiculturele samenleving doet links een aanslag op je denken en je vrijheid, luidt het verwijt. Het gaat om niets minder dan de wedergeboorte van een totalitaire cultuur. Dat is de boodschap achter het spook van het ‘cultuurmarxisme’. Het is een valse boodschap die afleidt van de werkelijke gevaren die het hedendaagse, volledig uit de hand gelopen kapitalisme met zich meebrengt, en die nu eindelijk voor steeds meer mensen zichtbaar zijn geworden. Niet links, maar rechts trekt juist nu de culturele kaart om te voorkomen dat we het weer eens over economie, verdeling van de welvaart, sociale zekerheid, arbeidsomstandigheden en werktijden gaan hebben. Daarom zou ik zeggen: negeer dat ‘cultuurmarxisme’ maar, het houdt je af van zaken die er echt toe doen.

Eerder verschenen op Sargasso

Boeken van deze Auteur:

Cultuurmarxisme

Theoterrorism v. Freedom of Speech: From Incident to Precedent

De moord