"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

Dalí: een kunstwerk op zich

Donderdag, 7 oktober, 2021

Geschreven door: Robert Descharnes, Perre Vehí Contos, Nicolas Descharnes
Artikel door: Jan Stoel

Een schildersleven in foto’s

[Recensie] Salvador Domingo Felipe Jacinto Dalí, markies de Dalé de Pubol (hij werd dat in 1982), kortweg Salvador Dalí (1904-1989) was een beroemd Spaans kunstenaar die onder meer opviel door zijn excentriciteit. Theatraal, extravagant, maar ook begenadigd kunstenaar, een man die altijd de aandacht op zich wist te vestigen tot ver na zijn dood. Zo stierf hij in de Galatea-toren van het Dalí Theater-Museum in zijn geboorteplaats Figueres. In dat museum woonde hij de laatste jaren van zijn leven. Zijn lichaam werd begraven in de crypte onder het podium van het theater. En toen in 2017 zijn lichaam werd opgegraven voor dna-onderzoek (een vrouw beweerde – ten onrechte – dat ze de dochter van Dalí was) bleek dat onder de doek die over zijn hoofd was gelegd zijn markante snor nog in prima staat was. Theater in optima forma zou je kunnen zeggen. Terecht dat Charles de Mooij in het voorwoord van het boek Dalí en niets anders schrijft dat de kunstenaar van zijn leven één groot optreden maakte. De cover – een foto uit 1959, genomen bij Port Lligat –  is wat dat betreft illustratief, Salvador met paardenbloem. Het doet aan als een surrealistisch schilderij met de pluis van de paardenbloem voor de ogen. Een paardenbloem oprijzend uit een vaasje, zoals Dalí oprijst uit het landschap: Dali zelf als kunstwerk.

Deze publicatie begeleidt de tentoonstelling Dalí en niets anders die tot 21 november 2021 in het Noordbrabants Museum in ’s-Hertogenbosch te zien is. Het hart van die tentoonstelling wordt gevormd door een selectie van 125 foto’s gemaakt door de Franse fotograaf Robert P. Descharnes (1926-2014), die meer dan 60.000 foto’s van de kunstenaar maakte. En die foto’s staan centraal in het boek. Ze gunnen ons een blik op het persoonlijke leven van Dalí. Ze leerden elkaar kennen in de herfst van 1950 en bleven veertig jaar bevriend. “Nieuwsgierigheid is wat ze gemeen hebben,” schrijft diens zoon Nicolas. Robert werd de persoonlijke secretaris van Dalí in 1981 en redde hem in 1984 uit een brand in zijn appartement. En hij staat bekend als degene die vervalsingen van Dalí te vuur en te zwaard bevocht.

De meeste foto’s in het boek zijn genomen rond het huis van Dalí en zijn geliefde echtgenote Gala in Port Lligat, ten noorden van Cadaqués. Auteur Pere Vehí Cotas, die als kind in contact kwam met Salvador, en tevens curator van de tentoonstelling in Den Bosch is, geeft een schets van die tijd. Dalí’s vader zag “dat Salvador ongeschikt was voor de meest elementair dingen van het leven” en stuurde hem naar de kunstacademie in Madrid waar hij weer werd weggestuurd. Voor Salvador Dalí zijn er twee soorten Cadaqués: dat van zijn kindertijd, verbonden met zijn ouderlijk huis en dat van 1929. In dat jaar wordt hij verbannen omdat hij een relatie kreeg met Gala (Elena Dmitrievna Djakonova), een tien jaar oudere Russische vrouw en moeder én echtgenote van de Franse dichter Paul Éluard. Dat was not done in het katholieke Spanje. Ze gaan wonen in een vissershut in Port Lligat, een woning die in de loop der jaren als Salvador succes heeft, langzamerhand door aankopen van grond groter wordt. Gala en Salvador worden onafscheidelijk. In 1934 trouwen ze voor de wet en in 1958 (zes jaar na de dood van Éluard) voor de kerk. Cotas brengt wat wetenswaardigheden naar voren zoals de nauwe band tussen de Dalí’s en de vissers, ambachtslieden, zijn buren en later de bezoeken van kunstenaars die naar Cadaqués kwam, zoals Man Ray, Max Ernst, componist John Cage.  Maar ook de druk die Salvador voelde omdat hij genoemd werd naar een eerder overleden broertje van hem en hij zich als diens plaatsvervanger voelde. Het theatrale zoals dat op de foto’s te zien is komt terug in de Dalí-cyclus. Het hof van de ‘goddelijke Dalí’ trok de seizoenen volgend van New York in de winter naar Port Lligat in de zomer en daartussenin naar Parijs.

Dalí was niet alleen kunstenaar maar had zeker een commerciële kant. Zo maakte hij onder meer ontwerpen voor parfums, covers voor Vogue. De befaamde lippenbank Mae West ontwierp hij voor zijn mecenas Edward James en als ik lolly’s van Chupa Chups (hij ontwierp het logo) zie moet ik altijd aan hem denken. Het theatrale werd zijn handelsmerk, denk aan die opkrullende snor, de extravagante optredens. Zijn grensverleggende acties (zoals Flamencodanseres La Chunga die danst op een doek dat geprepareerd is met octopus-inkt of een werk waardoor heen spijkers geschoten zijn) zie je op veel foto’s terug. Maar als de fotograaf de camera wil afdrukken is er vaak die verandering in houding, die andere blik, die pose. Zelfs op privéfoto’s, zoals liggen in het water, staand op een boot, liggend op een rots is er altijd even die blik waarin hij ‘model’ staat. De foto’s (zwart-wit en kleur) leiden ons door het leven van Dalí. Op veel foto’s is Gala aanwezig, haar zwanen voerend, Salvador kussend aan de waterkant, samen zittend in de slaapkamer.

Boekenkrant

Descharnes laat zijn foto’s een verhaal vertellen. Zo ligt Dalí op zijn rug aan het strand te lezen naast Gala’s zwanen. Alsof Gala toch vlakbij hem is. De foto’s gunnen ook een blikje in zijn denkwereld: zo transformeert hij de rotsen van Vala Cullero tot surrealistische slaapkamer en hij gebruikt daarbij een reusachtig kostuum ontworpen door Christian Dior. We zien hem ook aan het werk in zijn atelier aan een portret terwijl Bobo Rockefeller poseert. Mooi als je ook het uiteindelijke resultaat kent. Hij heeft ook oog voor andere verbindingen. Zo toont hij een moedervlek op een foto van het oor van Picasso. Gala heeft op precies dezelfde plek ook een moedervlek. Toeval? De foto’s tonen Dalí in zijn kracht en – op het einde van zijn leven – ook in zijn broosheid, zoals de slotfoto van november 1985 waar hij ingepakt met een zuurstofslang uit de neus wiskundige René Thom ontvangt.

Het is een boek geworden waarin schoonheid, extravagantie, creativiteit en tederheid terugkerende thema’s zijn. Maar de typografie van de cover zegt waar het echt om gaat. In enorme kapitalen DALÍ en daaronder de woorden ‘en niets anders’.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles