"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De berenrug

Vrijdag, 12 juni, 2020

Geschreven door: Dimitri Bontenakel
Artikel door: Jan Stoel

Zinnen die als golven breken op de kust

[Recensie] Wat is het toekomstperspectief voor onze samenleving, de natuur? Deze vraag dringt zich subtiel op in De Berenrug, de vijfde roman van Dimitri Bontenakel (1971). Je kunt deze roman op allerlei manieren lezen: als een historische avonturenroman, als een ontwikkelingsroman van het hoofdpersonage Ellie, maar ook als een maatschappijkritische roman, een allegorie over hoe we met onze planeet en elkaar omgaan.

De Berenrug vertelt het boeiende verhaal van mensen die op een eiland wonen dat door de Grote Storm verwoest is: de oogsten mislukken, er kan alleen nog voedsel geteeld worden in grotten, de vogels zijn verdwenen, de bomen zijn in het verleden gekapt voor de scheepsbouw, hout is zeldzaam geworden, de vrouwen worden niet meer zwanger. Het eiland is afgesneden van de rest van de wereld. De meerderheid van de bewoners heeft zich aangepast aan de situatie.

In de roman staan twee thema’s centraal: het zoeken naar de identiteit van het hoofdpersonage, Ellie, en het omgaan met de natuur. Daar omheen meanderen de spanning tussen realiteit en droom en menselijke emoties als verdriet, verliefdheid, vertrouwen, eenzaamheid en teleurstelling.

Het verhaal speelt zich af aan het eind van de negentiende eeuw. Een tijd waarin de stoommachine opkwam, belangrijke ontdekkingen gedaan werden en de maatschappij veranderde. In de proloog monsteren twee Vlaamse broers, Corylus en de jongere Ysbrant Dekker aan op de Nauru, een IJslandvaarder, om op kabeljauw te gaan vissen. Het zeilschip raakt uit koers en loopt op de klippen. Ysbrant wordt op het nippertje gered door zijn broer. In een kolkende proloog wordt de schipbreuk beschreven.

Boekenkrant

“Eerst schuurde de Nauru langs een partij onderzeese leistenen. (…) Voor ze konden kapseizen, had de stroming hen weer losgeduwd, zij het niet voor de leistenen hun tanden in de huidplanken hadden gezet. (…) De jongen zag de masten als tamboerstokken op de rotswand slaan.”

De broers zijn de enige overlevenden en bevinden zich op Kaap Ursus. De bewoners hebben geen oog voor hen, maar wel voor de restanten van de boot. Nauru is een verwijzing naar het gelijknamige eiland in de Stille Zuidzee, dat door de winning van fosfaten totaal vernield is. Meteen voel je dat er met Kaap Ursus iets aan de hand is.

De tijd verspringt dan naar tien jaar later. Ellie kijkt uit over de zee. “Een schip voer voorbij het eiland – een van die moderne stoomschepen. Ellie zag de walmende schoorsteenpijpen, het kielwater, de stralen van de opkomende zon die over het plaatstaal glibberden en gleden (…) Zoals de meeste schepen maakt de pakketboot een ruime boog om het eiland. Knopen vretend, kompasnaald slapend in de olie, de buik vol steenkool , was de boot onderweg naar het land van belofte in het westen.” Ze droomt ook van een toekomst ver weg van het eiland. Ellies stiefvader Corylus heeft een vuurtoren gebouwd die naderende schepen waarschuwt voor de klippen.

Het eiland wordt door een bergketen, De Berenrug, in twee delen verdeeld. Ook de eilandbewoners zijn in twee groepen verdeeld: degenen die alles bij het oude willen houden (aangestuurd door een wereldlijke en een geestelijke leidsman), steeds strengere regels uitvaardigen, anderen knechten en de schuld geven van de ellende, alles wat hen niet uitkomt willen vernietigen én een kleine groep die op zoek is naar nieuw geluk, oog heeft voor anderen. Ellie behoort bij de laatste groep. Ze is onderwijzeres en geeft de laatste kinderen van het eiland les. Ze is op zoek naar haar eigen identiteit. Ze voelt zich aangetrokken tot Timber een stomme jongen, die als een soort van amulet een potje teelaarde bij zich draagt met daarin een zaadje van een appelboom. Timber laat in de grotten op het eiland een paradijselijk leven zien door een fantastische muurschildering. Ver van iedereen verwijderd is Ysbrant in het geheim bezig een boot te bouwen. Hij vindt in Ellie een bondgenote en samen zullen ze het eiland proberen te ontvluchten. Totdat Ellie erachter komt dat Ysbrant een geheim heeft dat haar voor een keuze stelt.

In De Berenrug wordt onmiskenbaar de link gelegd naar hoe wij met onze planeet omgaan. Maar maatschappelijke aspecten zoals een vrije meningsuiting (die door ‘sterke’ wereldlijke en geestelijke leiders wordt beknot, (groepen) mensen die de schuld krijgen voor wat er mis gaat, komen aan de orde. Hoe meer je door de bril van de allegorie kijkt des te meer diepte krijgt de roman.

Ieder detail in de roman heeft een functie. Zo is iedere eilandbewoner ‘getekend.’ De mensen op het eiland kunnen niet praten met mensen van buiten, verstaan ze niet. Hoe zit dat bij ons? Maar de stomme Timber kan met gebarentaal moeiteloos communiceren met een stomme Finse schipbreukelinge. Bontenakel weet menselijke emoties invoelbaar te maken.

De auteur weet de spanning goed vast te houden. Hij gebruikt cliffhangertjes, flashforwards en roept vragen op, zoals waarom Ysbrant twee ijzeren kunstduimen heeft?

Het is genieten van de taal van Bontenakel. Als je passages hardop leest hoor je het ritme van de zinnen die als golven op de kust van het eiland breken. Hij formuleert precies. Hij heeft ongetwijfeld een studie gemaakt van de scheepsbouw, gezien de hoeveelheid scheepstermen. De taal beweegt mee met de cadans van het boek, soms versterkt door alliteratie: “Hoestend en hikkend zonk hij op het dek neer.” Vaak gebruikt de auteur een drieslag om een gedachte overtuigender te maken. Over Ysbrant: “Eerst was ik een mislukte IJslandvaarder, dan een mislukte schaapshoeder. Ik kon het me niet veroorloven een mislukte scheepsbouwer te worden.” Bontenakel strooit met prachtige metaforen: “Terwijl het schip als een eend het volgende golfdal indook”; “verder zuidwaarts wandelden de duinen hun trage processie;” “voor de kust stonden rotspartijen als potloodpunten in witte brekers”. Hij heeft ieder personage zijn eigen stem gegeven.

Wat valt er ongelofelijk veel te genieten in De Berenrug, een rijke en diepgaande roman. Dimitri Bontenakel laat ons op een mooie manier nadenken over ons zelf en onze wereld.

Eerder verschenen op Hebban