"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Bijbel in gewone taal

Zondag, 23 juli, 2017

Geschreven door: Onbekend
Artikel door: Jona Lendering

OERBOEKEN: De Bijbel

Een inleiding (deel 3)

Als je de bijbel wilt lezen, hoe pak je dat dan aan, waar moet je beginnen? Classicus Jona Lendering geeft komende zondagen tips. Vandaag deel 3. over het lezen van en discussiëren over de Wet

Vorige weken was ik hier bezig met een ‘guided tour’ door de Bijbel: welke teksten zou je moeten lezen voor een eerste kennismaking met deze bibliotheek van joodse religieuze literatuur. Ik heb diverse thema’s geïntroduceerd: dat het officiële jodendom, waarvoor de geschreven literatuur belangrijk was (en dat natuurlijk niet per se representatief was voor wat de mensen werkelijk deden en geloofden), offerde aan één God, dat dit in Jeruzalem moest gebeuren en dat deze God een Verbond had gesloten met zijn uitverkoren volk (de Joden dus). Toen het Jodendom één godsdienst was in het grote Perzische Rijk, kwam daar universalisme bij: de God in Jeruzalem was er ook voor andere volken. Ik noemde ook het dualisme, ofwel het idee dat tegenover de ene God een tegenstrever stond, die in sommige religieuze teksten een kosmische tegenkracht is in een eeuwige strijd tussen goed en kwaad, maar die in andere bronnen een dienaar is van de goede God met een vreemd takenpakket.

Er is nog een ander, nieuw thema in het Jodendom van de Perzische tijd: het lezen van en discussiëren over de Wet. Het is niet helemaal duidelijk wanneer de verhalen over de Uittocht en het ontvangen van de Wet zijn geschreven (m.a.w., de eerste helft van het Bijbelboek Exodus), maar er zijn aanwijzingen dat het is gebeurd na het midden van de vierde eeuw v.Chr. Ik ben daar zelf niet van overtuigd, maar hoe dat ook zij: in de vierde eeuw wordt de discussie over de Wet belangrijker en een mooi verhaal over de herkomst zou daarin passen.

Heaven

Het lezen van en spreken over de Wet wordt doorgaans geassocieerd met de schriftgeleerde Ezra, die op zijn beurt wordt geassocieerd met het ‘chronistische geschiedwerk’, ofwel Kronieken, Ezra en Nehemia. Het eerste van deze drie boeken biedt een navertelling van het Deuteronomistische Geschiedwerk, maar de nadruk ligt nu minder op Mozes dan op David, Salomo en de tempel. Verder maakt Satan zijn opwachting en krijgen onbevredigende passages (zoals die over de dood van koning Josia) wat uitleg. De andere twee delen van het Chronistische Geschiedwerk gaan over Ezra’s hervormingen en de herbouw van Jeruzalem, waarmee de tempelcultus zijn volmaakte vorm zou hebben gekregen.

De auteurs van de Brief van Henoch en de Tempelrol, beide geschreven rond 200 v.Chr. en niet opgenomen in de Bijbel, lijken daarop te reageren als ze stellen dat de perfecte cultus nog zou moeten ontstaan. Zoals gezegd is het jodendom een polyfoon muziekstuk. Omdat de Brief van Henoch en de Tempelrol niet zijn opgenomen in de Bijbel, zou ik er niet mee beginnen, hoe boeiend deze teksten ook zijn. Beperk je bij een eerste kennismaking tot Ezra en eventueel Nehemia.

Onbereikbaar is ook het Boek der wachters, dat in zoverre op Kronieken lijkt dat het een deel van de bestaande literatuur navertelt en onbevredigende passages uitlegt. Tegelijkertijd probeert de auteur te verklaren waar het kwaad vandaan kwam. De auteur vertelt hoe de engelen omgang hadden gehad met menselijke vrouwen en agressieve kinderen hadden verwekt, zodat alle menselijke misère kon ontstaan. Van gedoe met een vrucht in de Hof van Eden als oorzaak van alle kwaad was in het toenmalige jodendom geen sprake.

Er circuleerden meer teksten die de oude verhalen opnieuw vertelden, steeds vanuit een andere perspectief. De samensteller van Jubileeën herschreef de oergeschiedenis om een kalender van 364 dagen te propageren die het voordeel had dat het werk ter voorbereiding van de feestdagen nooit viel op sabbat. Jubileeën is vergeten geraakt, maar was ooit een populaire tekst, die op zijn beurt de basis vormde voor het Boek der reuzen en het Boek van Noach. Allemaal redelijk ontoegankelijk materiaal, waarmee u beter niet kunt beginnen. Ik noem de teksten echter wel, zodat duidelijk wordt dat de Bijbel maar een deel van het joodse leven documenteert.

Rond 330 v.Chr. maakte Alexander de Grote een einde aan het Perzische Rijk. Na wat oorlogen kwam Judea in handen van de Seleukiden. Een deel van de Joden zag in de Griekse beschaving een verrijking, zocht naar aansluiting en benutte een Griekse Bijbelvertaling, de Septuagint. Daarnaast ontstonden filosofisch-getinte teksten als Wijsheid van Jezus Sirach, geschiedwerken, toneelstukken, gebeden, romans, hymnen, biografieën en briefliteratuur. Ook Joodse groeperingen die de Griekse beschaving later zouden afwijzen, hebben er elementen aan ontleend: zelfs de sektariërs wier opvattingen zijn gedocumenteerd in de Dode Zee-rollen, aanvaardden dat de mens een ziel had.

Om redenen die we nu onbediscussieerd zullen laten, vaardigde koning Antiochos IV Epifanes in 167 v.Chr. een vervolgingsdecreet uit. Velen voelden zich bedreigd en meenden dat de “dag van de Heer”, die inmiddels was gelijkgesteld aan de beslissende fase in de kosmische strijd tussen goed en kwaad, op het punt stond aan te breken. In deze zogeheten eschatologische theologie werd verondersteld dat een heilige rest van het uitverkoren volk zwaar zou worden beproefd, maar erop mocht vertrouwen dat God zou ingrijpen en de wereld zou vernieuwen. Dit idee was al langer gangbaar maar kreeg tijdens de vervolgingsjaren zijn beroemdste verwoording in het boek Daniël, waarin in de vorm van cryptische visioenen de loop van de geschiedenis wordt onthuld.

Weer andere teksten werden geschreven om duidelijk te maken dat van een jood werd verwacht dat hij ook in tijden van verdrukking volhield, wetend dat hij een aandeel had in de wereld die zou komen: het martelaarschap en de hemelvaart van Jesaja is hiervan een voorbeeld. De twee Makkabeeënboeken, samengesteld tegen het einde van de tweede eeuw v.Chr., beschrijven de opstand tegen de Seleukiden als een cultureel conflict, waarin de Joodse en Griekse levenswijzen worden gepresenteerd als tegengesteld. De teksten dienden om de staatsgreep van de Hasmonese familie te rechtvaardigen.

Die coup vond plaats toen Jonathan in 152 v.Chr. het hogepriesterschap verwierf. Dit lijkt het moment waarop Enige werken der Wet is geschreven, een belangrijke tekst waarin de kalenderkwestie en enkele halachische kwesties werden bediscussieerd. Dit is een van de voornaamste Dode Zee-rollen en één van de tien belangrijkste teksten uit de Oudheid. Van een professionele oudheidkundige mag je verwachten dat hij deze tekst kent, maar voor een eerste kennismaking zou ik zeggen: laat nog maar even zitten.

U merkt: er is véél joodse religieuze literatuur. Aan het begin van onze jaartelling waren er diverse lijsten van wat belangrijk was en wat niet; de huidige Bijbels gaan terug op een van die lijsten. Zelfs als je een uitgave van de Dode Zee-rollen erbij zou nemen, heb je nog niet alles te pakken. Compleetheid is lastig, ja zelfs een leeslijstje dat alleen maar een representatieve doorsnede wil zijn, valt niet te bieden. Tot een uitgeverij een boek heeft gemaakt met alle sleutelteksten, zou ik zeggen: beperk u tot Ezra en Daniël, maar bedenk dat er belangrijke ontwikkelingen zijn geweest buiten deze teksten. Sla verder de eerste helft van Exodus niet over en neem tot slot Prediker erbij: een tekst uit de derde eeuw van iemand die de wereld als onuitsprekelijk vermoeiend ervaart maar toch iets waardevols vindt in de vriendschappen en in zijn (intellectuele) werkzaamheden. Dat is een misschien wat platvloerse boodschap maar dat wil nog niet zeggen dat ze niet de moeite van het overwegen waard is.

Eerder verschenen op https://mainzerbeobachter.com/

Lees hier deel 1 en deel 2