"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De blauwe kamer

Zaterdag, 21 oktober, 2017

Geschreven door: Georges Simenon
Artikel door: Sarah Verhasselt

Literaire spankracht om u tegen te zeggen

[Recensie] Toegegeven, we hebben ons enigszins laten enthousiasmeren door de promofilmpjes van De Bezige Bij om Simenon te gaan herlezen. De bevlogenheid waarmee onder andere Bart Van Loo, Sam De Graeve en Claude Blondeel over hun ‘Simenonfilie’ spreken, werkt aanstekelijk. Zelf hadden we Simenon op een andere manier leren kennen. In een ver verleden, in het derde middelbaar, kregen we immers een Maigret voorgeschoteld als verplichte lectuur voor het vak Frans. Dat een veertienjarige daar niet veel positieve herinneringen aan over houdt, hoeft niet te verbazen. Hoog tijd dus om de overleden Belgische schrijver opnieuw in de armen te sluiten, weliswaar zonder commissaris Maigret.

De blauwe kamer is een spannende, goed opgebouwde roman over overspel, het provinciale leven en schuld. Al meteen vanaf het eerste hoofdstuk vangt Simenon de aandacht van de lezer. Antoine Falcone vertelt over de laatste keer dat hij met Andrée, zijn minnares, sliep in de blauwe kamer. Terwijl hij zijn bloedende lip stelpt en nog nasmeult van de verboden liefde, vraagt Andrée hem of hij met haar zou willen samen leven indien ze vrij (lees: ongetrouwd) zouden zijn. Hij antwoordt achteloos ‘zeker wel’. Hiermee heeft Antoine onbewust een heel gevaarlijk mechanisme in gang gezet. Terwijl Andrée zich vastklampt aan zijn – haast gemompelde – belofte, denkt Antoine alweer aan zijn nieuwe huis met zijn zorgende vrouw Gisèle en zijn lieve dochter Marianne.

De blauwe kamer is een hotelkamer van Antoines broer en symboliseert in zekere zin een onrealistische wereld, waarin hij vrijt met Andrée, maar verder staat deze wereld compleet los van zijn normale leven. Het gesprek dat hij met Andrée voerde, vormt de rode draad van heel het boek. Het wordt geregeld opnieuw geanalyseerd, maar zowel de lezer als Antoine raken er niet veel wijzer van. Antoine wordt ondervraagd door gerechtsonderzoekers, door een psychiater en door een rechter. Je begrijpt algauw dat zijn avontuurtjes met Andrée een lugubere wending hebben genomen. Gelukkig wordt alles stap voor stap verteld. De ondervragingen lopen parallel met het verhaalverloop. Zo bouwt Simenon de spanning op. Zijn stijl is bedriegelijk soepel, maar heeft toch iets literairs. De focus ligt vooral op Antoine, waardoor je nooit helemaal zeker weet wat de andere personages denken.
Deze roman kan terecht een literaire thriller genoemd worden. Thrillerauteurs van nu kunnen nog wat leren van deze Simenon.

Eerder verschenen op Cutting Edge

Boekenkrant

Boeken van deze Auteur:

Een misdaad in Holland

De blauwe kamer

Het lijk bij de sluis