"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Boeddha in de bajes

Zondag, 27 oktober, 2019

Geschreven door: Cuong Lu
Artikel door: Wolter Huttinga

De bajes is een prima plek voor boeddha, laat auteur Cuong Lu zien

De auteur
[Recensie] Auteur Cuong Lu werd geboren in Vietnam en emigreerde in 1980 naar Nederland. Hij brak zijn opleiding Oost-Aziatische studies af om ingewijd te worden als monnik in Plum Village, de meditatiegemeenschap van Thich Nhat Hanh in Frankrijk. In 2009 keerde hij terug naar het lekenleven en later werd Cuong de eerste boeddhistische geestelijke verzorger in Nederlandse gevangenissen. In mei mei 2019 stond er een interview met hem in Trouw.

Thematiek
In dit boek vertelt de auteur verhalen van zijn ontmoetingen met gevangenen. Vaak zijn het mensen die een moord hebben gepleegd. Je proeft iets van de rauwheid van het gevangenisleven en de verborgen pijn van de gedetineerden. Het is in feite steeds hetzelfde: Lu gaat in stilte met ze mediteren, concentreert zich op zijn ademhaling en moedigt hen aan hetzelfde te doen. Dat is een soort basis om tot werkelijk contact te komen. Lu beschrijft hoe de gevangenen niet bij hun pijn, hun woede of verdriet willen zijn. Dat is zeker in de gevangenis immers al gauw een teken van zwakte. Gedetineerden onderdrukken hun trauma’s met behulp van drugs of een voortdurend tetterend tv-scherm. ’s Nachts lukt dat vaak niet meer en is de gevangenis een domein van slapeloosheid, boze dromen en machteloos gebonk tegen de deuren. Via het mediteren samen met Lu lukt het de gevangenen wel om hun pijn te voelen en zodra dat gebeurt, voelen ze ook hun levensgeluk weer. Of, zoals Lu het noemt, ze zijn weer in contact met hun Boeddhanatuur.

Titel
De titel doet vermoeden dat de bajes een vreemde plek zou zijn voor Boeddha. Lu zegt in feite dat het tegendeel waar is. Zowel het levensverhaal als de leer van Boeddha zijn ingegeven door de ervaring van lijden. Juist doordat veel gevangenen door een hel zijn gegaan, schrijft Lu, heeft hij vertrouwen in hun wijsheid.

Opvallend
Cuong Lu werd opgeleid door Tich Nhat Hanh, die wordt beschouwd als de geestelijk vader van het alomtegenwoordige fenomeen mindfulness. Lu neemt echter duidelijk afstand van mindfulness als een puur technisch trucje, alsof het alleen maar zou gaan om goed ademhalen en geen oordeel vellen: ‘We moeten de Boeddha in elkaar zien’. Lu staat dus een werkelijk ‘religieuze’ interpretatie van Boeddhistische meditatie voor. Tegelijk heeft zijn aanpak een sterk therapeutische kleur: hij helpt de gevangenen beter te slapen, meer rust en vrede te vinden en dat uit te stralen naar anderen. Hij helpt ze om relaties met hun familie te verbeteren. Je zou kunnen zeggen: religie en therapie hebben hier alles met elkaar te maken.

Boekenkrant

Mooie zin
“Eerlijkheid en zelfrespect zorgen ervoor dat we overeind blijven terwijl we de zee van lijden bevaren.”

Reden om dit boek niet te lezen
Mike, Hans, John of Fred: ze komen allemaal met ellende bij Cuong Lu binnen en gaan harmonieus en gelukkig weer naar buiten. Iedereen wordt ‘zichtbaar gelukkiger’ en herstelt zijn relaties met familie of partner. Hoewel het maar een dun boekje is, slaagt het er op deze manier vrij gauw in om saai te worden. Lu schaamt zich er niet voor om succesverhaal na succesverhaal op te lepelen, waarbij hij niet nalaat de schouderklopjes van gevangenen en collega’s uitgebreid te vermelden. Juichverhalen van de succespastor, het is een genre dat niet lang interessant blijft.

Reden om dit boek wel te lezen
Het boek wordt pas interessant wanneer je je als lezer identificeert met de gevangenen die de auteur ontmoet. Dan wordt het boeiend om het patroon in de ontmoetingen te herkennen. Als ik Lu goed begrijp wil hij het lijden van de mens niet oplossen of wegmaken. Hij wil dat de gevangenen hun eigen lijden onder ogen zien. ‘Als ze eenmaal het lijden kunnen zien waaraan ze zich vastklampen, door in stilte aanwezig te zijn bij hun trauma, zijn velen van hen in staat om de greep die het lijden op hen heeft los te laten en een diep geluk te ervaren.’ Even weg van de ruis en de valse maskers en rollen die we voortdurend op ons nemen. Door rustig te zitten en adem te halen weer contact krijgen met de werkelijkheid. Ik word er wel blij van, alleen al door er over te lezen. Je gunt iedereen een uurtje met Cuong Lu. Of wereldvrede in het verschiet ligt weet ik niet, maar we komen wellicht een heel eind.

Eerder verschenen in Trouw