"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De broers Barraud

Donderdag, 28 februari, 2019

Geschreven door: Corinne Charles
Artikel door: Chris Reinewald

Verpletterende alledaagsheden

Vier Zwitserse schilderbroers (her)ontdekt

[Recensie] Zwitserse moderne kunst kent milde dwarsliggers: Ferdinand Hodler, Félix Valloton, Paul Klee, Alberto Giacometti, Méret Oppenheim, Jean Tinguely, Markus Raetz. In hun kleine land schuurden ze aan tegen de dominantie van de grote buurlanden Frankrijk en Duitsland.

In 2005 ontdekte directeur Ype Koopmans van Museum MORE, Gorssel het buiten Zwitserland onbekende werk van maar liefst vier Zwitserse schilderbroers Aimé, Aurèle, François en Charles Barraud. Ze waren hoofdzakelijk in de jaren dertig actief. Met hun realistische schildertechniek willen ze niet overbluffen maar de kleine intimiteiten van het dagelijks leven tonen. Vier schilderende broers die zich in hun stijl niet van elkaar wensten te onderscheiden of te overbluffen.

Zoals de D’Artagnan en de drie musketiers (of Kwik, Kwak, Kwek en Kwok) trokken Charles (1897-1997), François (1899-1934), Aimé (1902-1954) en Aurèle Barraud (1903-1969) gezamenlijk op als kunstenaar. Zonder onderlinge concurrentie werkten ze in een zelfde vrijwel streekloze, neutrale stijl. Alleen de langst levende Charles hanteerde een lossige, impressionistische toets. Meest inventief was de kortst levende broer, François. Aan hem spiegelden de andere drie zich, maar ook voelden ze zich artistiek bevrijd toen hij overleed.

Boekenkrant

Ondanks dat clan-achtige dat de frères aankleeft kun je de mooie tentoonstelling, de eerste buiten Zwitserland ooit en het doorwrochte boek het beste per beeld bekijken en dan pas uitzoeken wie de maker is.

Intimisten

De broers groeiden op in een nog groter, arm gezin. Ze studeerden op een lokale kunstacademie in La Chaux-de Fonds. Daarna trokken ze naar Parijs om zich te verdiepen in het werk van de meesters. Hun tijdgenoten Picasso, Léger, Matisse negeerden ze, evenals klassieke, metersbrede allegorische spektakeltaferelen trouwens. Via de Barrauds zie je hun echte grote voorbeelden: Holbein, Vermeer, Quinten Matsys, Ingres, Chardin, Piero della Francesca… Geen druktemakers maar intimisten.

Nu hun oeuvres zich van de tijd hebben los gezongen merk je hoe goed ze binnen de lange traditie van het realistisch schilderen passen; terwijl je er wel degelijk de 20ste eeuw aan afziet. Overeenkomstige tijdgenoten zijn de Duitse Nieuwe Zakelijkheid-schilder Georg Schrimp met zijn nogal gortdroge taferelen en aanzienlijk eleganter werk van ingetogen Italiaanse realisten Felice Casorati en Mario Tozzi. Stijlverwanten uit de MORE-collectie (voorheen Scheringa) zijn ook aan te wijzen: Dick Ket, Raoul Hynckes, Carel Willink, Pyke Koch en Wim Schuhmacher. Met de laatste delen ze de bruin-grijzige waas die hun schilderijen in een gedempte, binnenkamer-sfeer dompelt.

Appels, peren, jute

De Barrauds koesteren het kleine gebaar. Twee doeken doen pretentieus aan: François’ Hodler-achtige symbolische groepsportret van de vier gebroeders, fluit spelend, naakt met jongenspiemeltjes. Mal. En dan Aurèle’s licht surrealistische, communistische (?) schilderij met gekrioel en naakten op een bouwplaats. Waarom?

Liever dat introverte stilleven van Aimé. Gebutste appels en peren op grof jute en dat weer op een houten vloer met veel nerven. Roestige fruitschaar ernaast. Het is wat het is. Dit is een staaltje stofuitdrukking van de bovenste (houten) plank. Aimé schilderde ook een frontaal portret van een lezende man. Hoe subtiel simpel wil je het hebben?

Geregeld beeldde François zijn blonde vrouw Marie af. Even liefdevol als wellustig. Gewillig naakt maar nooit om iets verhevens te symboliseren. Met haar lange haar afgeknipt, een maagdelijke nek ontblotend boven een welhaast Rubensiaanse bilpartij. Toch is zij ook die ranke Holbein-achtige gedraaide vrouw, zich kammend voor een spiegeltje. François geeft de verdraaide en perspectivisch verkorte linkerarm fabuleus weer. Dat kun je als schilder alleen met veel kijkervaring en anatomisch vakmanschap.

Muiltjes

Wie zich committeert aan het realisme betreedt een wereld met subtiele uitdagingen. Hoe schilder je een dampende soepterrine? François lost het op met een soort sigarettenrookkringeltjes, waar je eigenlijk een stoomwalm verwacht. Kniesoor die erop let. Wel ga je daardoor nauwkeuriger details bekijken. De Barrauds bewijzen eer aan klassieke schilderkunstige thema’s met verhulde betekenissen. Uitgetrapte houten muiltjes als erotische boodschap, zie: Gerard Terborch. Een in zichzelf gekeerde Marie als 20ste eeuwse Vermeer. Rood naaigerei naast een ”groot naakt.”

Ondanks dat de broers commercieel doorbraken schilderden ze graag hun eigen fatsoenlijke armoe. Marie’s groen-fluwelen jurk met een gat bij de elleboog. Rafels aan jak. Krap onderhemd mist een benen knoopje. Sleetse huisslofjes. Schoonmakende huisvrouw voor afgebladderde deuropening. En als broer Aimé per sé in zijn witte, bruin-zwart geblokte overhemd wil poseren zal Aurèle de abstracte, vervormde plooien daarin overtuigend weergeven; met het geduld waarmee je een jigsaw-puzzel legt. Toch ontaardt het bescheiden Barraud-realisme nergens in virtuositeitskapsones. Dit is de verpletterende gewoonheid van een doordeweekse middag, zo tegen drieën.

Bewerking van een kortere recensie op de site van Museumtijdschrift

Expositie: De broers Barraud, 4 Zwitserse realisten uit de jaren ’20 en ’30, Museum MORE, Gorssel. t/m 12 mei 2019 www.museummore.nl