"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De brug

Donderdag, 15 maart, 2007

Geschreven door: Geert Mak
Artikel door: Karlijn de Winter

Sterke schets van mannenlevens

Het boekenweekgeschenk 2007 is Geert Maks De brug. Voor het eerst in de geschiedenis een non-fictie-werk. Een uitstapje voor Recensieweb, maar wel een uitstapje met zoveel mogelijk mensen. Daan Stoffelsen nam de aftrap, gevolgd door Maarten Rommens, Nico Voskamp, Eveline Vink, Bram Gerrits en Karlijn de Winter.

Karlijn de Winter

In In Europa blinkt Geert Mak het meeste uit in de passages waarin hij historische steden tot leven wekt. Het is alsof hij zélf een stadswandeling had gemaakt door begin twintigste-eeuws Wenen en zijn indrukken ’s avonds op zijn hotelkamer naarstig had neergepend. Dit wonderbaarlijke gevoel bekruipt je ook bij het lezen van De brug, Maks boekenweekrelaas over de brug die de twee delen van Istanbul met elkaar verbindt.

De brug is de neerslag van de gesprekken die Mak met de vissers en verkopers voerde die de brug bevolken. Daarnaast schrijft hij zeer beeldend over de functie die de brug in het vroegere kosmopolitische Istanbul vervulde. De concreetheid van de beschrijvingen van het leven op de brug, in het heden én in het verleden, maakt het boekje scherpzinnig en verleidelijk, en de maatschappelijke en actuele kwesties die het aansnijdt, zoals de positie van de vrouw, geven het een extra relevante dimensie.

Bram Gerrits

Na enkele bladzijden te hebben gelezen, legde ik De brug terzijde en belde een bevriende boekverkoper met de vraag of dit nu het Boekenweekgeschenk was, of het Boekenweekessay. Een terechtwijzing inzake het over het hoofd zien van Kees Fens was mijn deel maar het antwoord was duidelijk.

Ik pakte het Turks dagboek van heer Mak weer op en zette mij ten volle in het als literaire fictie tot mij te nemen. Slecht idee. Wat een saaie novelle. De ene Turkse sloeber heeft het nog slechter getroffen dan de andere. Ze zitten met hun herinneringen vast op de brug en de lezer ook.

Het literaire karakter wordt nog eens extra aangezet met historische terzijdes over Turkije. Het geheel is dan uiteindelijke zo zwaar beladen met actualiteitswaarde – Religie en de staat! Armeense genocide! Cartoonrellen! – en wijze lessen dat het hele boekje er bijkans onder bezwijkt. Ook als dagboek.

Eveline Vink

Het lezen van dit boekenweekgeschenk geeft me soms het gevoel dat ik als blinde aan de hand van vadertje Mak over de brug loop, terwijl hij alle geluiden duidt en me vertelt wat links en rechts te zien is. Mak vertelt geanimeerd en weet dit boekenweekgeschenk te verheffen boven het niveau dat we gewend zijn.

Toch wordt De brug niet echt spannend. Wanneer drie vrijwillige hoofddoekdraagsters de lezer hebben geprobeerd te overtuigen van hun keuze, komt er een vierde die onderdrukt wordt en het huis niet uit mag. Of het gaat over de verschillende rassen die Istanbul bevolken, familie-eer, de vrouw-man verhouding of de cartoonrellen: Mak is zo verdomd genuanceerd. Opdat we maar niet zullen denken dat hij een politiek pamflet schrijft. Hij laat de ene stem wel wat harder klinken dan de ander, maar van een eigen mening kunnen we Mak niet betichten. En dat irriteert toch een beetje.

Nico Voskamp

Het boekenweekgeschenk 2007 van Geert Mak gaat over de Galatabrug die oost- en west-Istanbul verbindt. Hij geeft een fraai beeld van de vissers, de zolenverkoper en de sigarettenjongens op de brug. Allemaal figuren die zichzelf in leven moeten houden door elke dag wat te verkopen. Ze hebben een Koerdische afkomst, Armeens, Grieks, Turks en toch leven ze vreedzaam naast elkaar. De noodzaak om te overleven heeft een origineel systeem afgedwongen om de verschillende achtergronden van de brughandelaars te gedogen, een soort verzuilde economie. De handel die je bedrijft bepaalt in welke groep je zit: duidelijk en het voorkomt ruzies.

De handelaren zijn arm als kerkratten, ze hebben alleen hun negotie om te overleven. En hun eer. Die geeft de mannen in hun uitzichtloze positie nog enige waardigheid. Op die eer gaat Mak dieper in: hij benoemt de eer als een niet te onderschatten kracht in conservatieve gemeenschappen (eerwraak!), maar het is ook de eer die wij allen in ons dragen.

Naast deze ernstige observaties geeft het boekje haast intiem de levens van de handelaren op de brug weer. Een ontroerend verhaal dat daarmee kwalitatief een stuk uitsteekt boven sommige al te obligate boekenweekgeschenken die in voorgaande jaren geconcipieerd zijn.

Maarten Rommens

Mijn zondagmiddag in de trein wordt opgefleurd door een flauwe maartzon. Ik zit aan de goede kant. Als ik mijn ogen dicht doe schittert het achter mijn oogleden: een rode, oranje en als ik mijn wangen tegen mijn wenkbrauwen aan probeer te knijpen, turkooizen caleidoscoop. Het bejaarde echtpaar tegenover mij slaat stilzwijgend gelijktijdig de pagina om. In Den Bosch zijn we gelijktijdig in De brug begonnen. Het boekenweekgeschenk van Geert Mak dat ons een gratis overtocht garandeert van Brabant naar de randstad voert ons niet alleen huiswaarts maar verder. Naar de Galatabrug in Istanbul.
Mak documenteerde zich als altijd goed, bracht veel tijd door op locatie en sprak met de zolenman, de sigarettenjongen en de oude sjouwer. Dit resulteerde in een aangenaam sfeerverslag. Je ziet Mak haast met ingehouden pas langs de ‘bruggers’ wandelen, op zoek naar een verleden, verloren kinderen, hoop, spijt, verdriet, geluk. Bijna even melancholisch kleurrijk als de prachtige foto op de kaft voert het verhaal je mee naar Turkije. Met je ogen dicht in de trein, de flauwe lentezon op je huid, ruik je tijdens het lezen haast de ziltige lucht van versgevangen sardines.
De dame slaat vlak na Utrecht haar exemplaar dicht. Ze leest vlotter dan haar man. Ik droom steeds weg en ben nog niet op bladzijde vijftig. Plots spreekt ze mij aan: ‘Bent u er wel eens geweest?’ en voor ik iets kan zeggen tegen haar echtgenoot: ‘moeten we toch eens heen.’ Tot Amsterdam praten we gedrieën over de boekenweek, Istanbul en uiteraard het heerlijke weer. Ook op een zondagmiddag in de trein slaat Mak een brug.

Daan Stoffelsen

De brug is er niet een tussen continenten, maar wel tussen manieren van leven: een seculiere, rijke en westerse manier van leven, en een religieuze en arme. De Galatabrug, een brug met verdiepingen, verbindt het behoudende zuiden met het westerse noorden van Istanbul, zoals Istanbul op de grens van Europa en Azië ligt. Die brug moet wel iets bijzonders zijn.
Die mening was Geert Mak, auteur van het boekenweekgeschenk 2007, ook toegedaan. Hij bezocht de brug vele malen, maakte contact en raakte bevriend met de mensen die er leven: zakkenrollers, sigarettenverkopers, vissers, een zolenverkoper en een lotenverkoopster. Mensen die hun dorpen moesten verlaten om in Istanbul óók te weinig te verdienen. De boekverkoper – hij verkoopt vooral fotoboeken en poëzie – heeft geen geld om zijn jongste zoon te geven, en zonder dat geld valt die jongen er buiten. Dan kopen alle jongens een flesje cola, en kan hij niet meedoen. Dus leent hij maar weer wat. En neem de zolenman, Ali, in 1984:

‘“In die tijd werkte ik nog in de fabriek, ik was getrouwd, drie kinderen, het leven leek een feest, ik kon aardig wat brood verdienen.”
Tien jaar later haalde zijn broer hem naar Istanbul om samen een kledingzaakje te beginnen. Toen al hun geld erin zat, stortte de economie weer eens in. De broers gingen failliet, hij kon zijn gezin niet meer onderhouden, zijn vrouw vroeg echtscheiding aan, hij betrok een – gedeelde – kamer in een goedkoop logement, en sinds een paar jaar staat hij hier.
“Ik heb geen toekomst. Dat is het enige waar ik ’s nachts over nadenk. Ik heb eenentwintig jaar vast werk gehad, als ik nog voor drie jaar ergens een vaste baan vind, heb ik recht op pensioen. Maar wie neemt iemand van vijfenvijftig aan?”’

Deze levens zijn stuk voor stuk tragedies zoals er honderdduizenden zijn. Mak schetst ze, en daarmee schept hij een duidelijk beeld van de geschiedenis en de problemen van een moderniserend Turkije. Het zijn schetsen van vooral mannen, een punt van kritiek dat Mak al rapporteert van een vrouwelijke geïnterviewde, en op dat moment vraag je jezelf ook af: hoe was dit boek geweest als meer vrouwen hun woordje hadden mogen doen? En het zijn schetsen, niet meer. Zolenkoper Ali komt heel goed aan bod, maar over de tragische omslag in zijn leven komen we niet meer te weten dan bovenstaande.
Een ander punt van kritiek is dat Mak niet oordeelt. Hij laat de mensen vertellen, noteert, maar laat de scherpe vragen achterwege. Het wordt nergens kritisch (de Armeense genocide is in een bijzin weggestopt), nergens spannend. Maar moet dat, bij non-fictie? Mak heeft wel een van de meest consistente, lezenswaardigste boekenweekgeschenken van de afgelopen jaren geschreven, en tevens een introductie tot een land dat steeds belangrijker wordt voor Nederland. Dat is lof waard.