"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De catalograaf

Dinsdag, 30 november, 2021

Geschreven door: Diana Tjin
Artikel door: Jona Lendering

Liefde en de teloorgang van bibliotheken

[Recensie] Ik denk dat ik iets snap van de passie van catalogusmakers ofwel catalografen. Niet dat ik ooit een catalogus heb vervaardigd, en zeker niet met de moderne digitale systemen, maar ik heb tienduizenden foto’s gemaakt en daarvan heb ik er, werkend in Tresoar in Leeuwarden, twee jaar geleden met een aardige collega 27.000 beschreven om ze in het publieke domein te plaatsen. Je werkt binnen een systeem en daarbinnen zijn nogal eens twijfelgevallen en uitzonderingen; even vaak is er de voldoening als je daarvoor een goede oplossing weet te vinden.

En geloof me of niet: je krijgt er honger van, van al dat puzzelen en peinzen. Ik herinner me de wandelingen van Tresoar naar De Broadsje Bakker, een vast ijkpunt in de dag. Mijn buurtgenote Diana Tjin schrijft in haar derde roman, De catalograaf, over de enorme hoeveelheden eten die catalogusmakers tot zich nemen.

“Als ze dat niet zouden doen, zouden ze hun concentratie verliezen en fouten maken. En fouten maken was op hun afdeling een doodzonde, en dus geen optie.”

Heel herkenbaar, zowel de eetlust als de obsessieve neiging een perfecte beschrijving te maken. Die obsessie verklaart de ondertitel van de roman: De catalograaf is een liefdesgeschiedenis. Er is weliswaar ook een amoreuze verwikkeling, die een letterlijker uitleg van de ondertitel suggereert, en vanzelfsprekend is ook de hoofdpersoon van de roman een mens met verlangens, maar hij kan daaraan pas werkelijk toegeven na zijn pensioen.

Boekenkrant

Eetlust en passie om een perfecte greep op informatie te krijgen: het waren niet alleen details als dit die maakten dat ik De catalograaf met plezier heb gelezen. Het is een op zich eenvoudig verhaal over de Surinaams-joodse Edgar die na zijn afscheid van een universiteitsbibliotheek nog een laatste klus aanneemt, terugblikt op zijn leven en een geliefde vindt. Een thematiek die in wel meer boeken en films is te vinden en die des te overtuigender is als in zo’n boek of film geen echt slechte mensen in zitten. Edgars opdrachtgever mag dan niet het sympathiekste personage uit de wereldliteratuur zijn, hij blijkt uiteindelijk toch net zo goed slachtoffer. Het is zoals het leven is.

Een leven dat af en toe verrassend gunstig is. Het meest overtuigende deel van De catalograaf vond ik het hoofdstuk waarin Edgar, seculier en Amsterdams in hart en nieren, peinst over zijn joodse achtergrond en die tijdens een bezoek aan een Portugees dorp leert plaatsen: een “allesoverheersend gevoel deel uit te maken van een eeuwenoude familielijn”. Het gaat naadloos over in een natuurbeschrijving waarin Nederland en Portugal worden vergeleken – de kust is altijd nabij – en waarin Tjin een gevoel van harmonie weet op te roepen dat me aansprak.

Er zit ook iets melancholieks in De catalograaf. Het is ook een terugblik op het verval van de humaniora.

“Wanneer en waarom was het dan misgegaan? … Op het moment dat bibliotheken in het hele land tot overbodige kostenposten werden verklaard? Of was de neergang ingezet door een nieuw type manager dat een hekel aan boeken had en vond dat die niet langer thuishoorden in een bibliotheek? Omdat boeken slechts geld kostten wat betreft opslag, onderhoud, uitgifte, vervoer, licenties voor de catalogussystemen en de personele inzet. [Edgar] weet het niet.”

Dit zullen ongetwijfeld de sentimenten zijn bij de mensen die werken in een universiteitsbibliotheek: het is de schuld van het management. Ik denk dat er nog een factor is geweest: de wetenschap, die de afgelopen halve eeuw steeds verder gespecialiseerd is geraakt, heeft de ambitie laten varen kennis op te vatten als geheel, informatie te ordenen en te ontsluiten en inzichten over te dragen aan de gemeenschap. Het generalisme van catalogusmakers is uitbesteed aan de Wikipedia. Het werd zo vrij simpel bibliotheken af te doen als kostenpost en boeken als dingen die slechts geld kostten.

U merkt dat ik in dialoog treed met de ideeën in De catalograaf en dat dit geen recensie is. Dat kan ook niet, want ik ken Tjin persoonlijk. Ze woont vijf minuten verderop en ze is in mijn buurt, waar alle straten zijn vernoemd naar dode auteurs, bij mijn weten de enige levende schrijfster. Daarmee wil ik niets zeggen ten nadele van Beets, Bilderdijk, Da Costa, Deken, Ten Kate, Kinker, Van Lennep, Tollens of Wolff, maar het is wel waarom Tjins romans, die zo herkenbaar zijn gesitueerd in mijn eigen wereld, me erg aanspreken.

Eerder verschenen op Mainzer Beobachter

Boeken van deze Auteur: