"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De eerste maandag van de maand

Vrijdag, 19 december, 2014


Artikel door: Claudia Zeller

Spiegelbeelden

Een vader die zijn vrouw heeft verloren bij de geboorte van zijn zoon, een zoon die zijn vriendin kwijt is, een gedeelde ziekte: het verhaal van Peter Zantinghs (1983) tweede roman De eerste maandag van de maand beschikt over genoeg materiaal voor een boeiend, gelaagd en enigszins dramatisch (familie)verhaal. Die dramatiek wordt echter tot het uiterste beteugeld, waardoor de alledaagsheid die de scènes van de roman doordesemt soms dreigt af te glijden richting banaliteit.

Het tonen van een verandering: daar draait het om in een roman volgens de traditionele vertelopvattingen. Die verandering kan groots en meeslepend zijn, of klein, subtiel, banaal. Zo’n verandering kan ook de vorm van een vrij letterlijke gedaanteverwisseling aannemen – bijvoorbeeld wanneer een jongen verandert in een insect – , maar is meestal toch, althans aan de buitenkant, minder drastisch zichtbaar.

Dwangmatigheden

De eerste maandag van de maand schetst aan de hand van bepaalde veranderingen waartoe de personages gedwongen worden, meestal voortgekomen uit omstandigheden – een overleden vrouw, een verbroken relatie – een portret van Boris Sonette en diens vader Nico, die beiden aan een dwangstoornis leiden. Het verhaal begint en eindigt op een eerste maandag van de maand, en het luchtalarm dat dan door Amsterdam schalt, speelt een cruciale rol:

‘Inmiddels was ik dertig en had ik een Wetboek van Ongeschreven Regels verzameld. Sommige verdwenen na een tijdje, om plaats te maken voor andere. Wat altijd was gebleven, was het luchtalarm.
Vaak dacht ik het een of twee minuten van tevoren al te kunnen horen, zoals je soms denkt dat je je telefoon voelt trillen terwijl het toestel helemaal niet in je broekzak zit. Meestal werd ik zenuwachtig, alsof er iets ergs stond te gebeuren.’

Boekenkrant

Zantingh probeert op afgemeten toon begrip te kweken voor de verschillende dwangmatige handelingen die Boris op gezette tijden verricht. Gepsychologiseer en pathologische verklaringen blijven achterwege, en dat komt de roman ten goede. Boris wordt niet afgeschilderd als de eerste de beste gek, maar wordt juist met veel begrip en inlevingsvermogen neergezet. Deze grote dosis inlevingsvermogen komt ook voort uit het perspectief, dat steeds wisselt tussen vader en zoon.

Familieaangelegenheden

Niet alleen Boris lijkt in veel opzichten een spiegelbeeld van zijn vader; in de beschrijvingen van zijn (ex-)vriendin Sara klinkt ook de relatie tussen vader Nico en diens bij de geboorte van Boris overleden vrouw Linda door. De vrouwelijke personages zijn bijna bovenmenselijk. Ze blinken uit in vrolijkheid, zorgeloosheid en zorgzaamheid, en ze zijn ook nog eens mooi. Deze tegenstelling tussen Nico en Boris enerzijds, en Linda en Sara anderzijds, laat niet toe dat de vrouwelijke figuren binnen het verhaal als volwaardige personages functioneren; ze bestaan alleen in relatie tot de worstelingen van de mannelijke personages.

Het steeds wisselende perspectief toont het onbegrip maar ook de groeiende toenadering tussen die twee op een nauwkeurige manier, ook al wordt het af en toe wat flauw. Neem de taxirit van de Praagse luchthaven naar de binnenstad: ‘Ik keek naar mijn vader, wilde nog voorstellen dat we eerst vroegen wat het zou kosten naar het centrum, maar ik deed het niet. Hij zou wel ongeveer weten wat het kostte.’ En vervolgens de vader, die er net zo over denkt: ‘Ik heb er nog aan gedacht de chauffeur te vragen hoeveel het kost, zo’n ritje van het vliegveld naar het centrum, maar doe het niet. Boris is hier al een keer geweest, dus die weet hoe die dingen gaan.’

Voorspelbaarheden

Sowieso voegt die hele reis naar Praag, bedoeld om Boris te helpen zijn zinnen te verzetten, niet bijster veel toe. Toegegeven, zonder Praag geen sleutelscène, maar de stad wordt nogal clichématig neergezet en gereduceerd tot zijn toeristische hoogtepunten uit de eerste de beste reisgids. De Karelsbrug, de John Lennonmuur, de kroegen – dat is het wel zo’n beetje. Het moment waarop Boris doorkrijgt dat zijn vader aan dezelfde ziekte lijdt als hij, zou net zo goed in om het even welke andere stad gesitueerd kunnen zijn.

Hoewel er genoeg op de roman valt aan te merken, verdient Zantingh wel bonuspunten voor de titel. De eerste maandag van de maand, dat allitereert niet alleen lekker, maar wekt ook de suggestie van een nieuw begin. Dat dit begin wederom op een eerste maandag van de maand valt, is echter net zo voorspelbaar als veel andere plotwendingen.


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.