"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De eerste priesteres

Zaterdag, 23 februari, 2019

Geschreven door: Jacqueline Zirkzee
Artikel door: Marjon Nooij

De twee die een zijn

[Recensie] Met De eerste priesteres heeft Jacqueline Zirkzee een prachtige historische roman geschreven die op meerdere niveaus te lezen is. Op een geloofwaardige manier beschrijft Zirkzee de rituelen die gebezigd werden in het Mesopotamië. In het nawoord geeft ze aan dat ze dit verhaal heeft gebaseerd op de geschiedenis van de Sumeriërs. De namen die ze gebruikt zijn allen terug te vinden in de kleitabletten van Mesopotamië.

Het is het verhaal van de tweeling Inanna, de spreekbuis van de goden, en Eridu, die geluk heeft gehad om nog in leven te zijn. Een dubbelgeboorte zou namelijk ongeluk brengen en het jongetje ziet er bovendien anders uit met zijn langgerekte hoofd. De moeder van de jonge vrouw geeft hun vader Anu een dramatische opdracht:

“Het is geen kwestie van een keuze maken. […] Dat begrijp je toch wel? Je kunt niet één kind naar het dodenrijk zenden en het andere behouden. De Aardemoeder heeft ze gevormd als één wezen, ze delen één ziel. De dood van de een betekent de dood van de ander. Je hoeft alleen de jongen maar te doden, het meisje zal hem vanzelf volgen. Dat kan niet zo moeilijk zijn.”

Maar Anu weigert zich te schikken in de rituelen van het geloof in Moeder Aarde en het offeren om haar tevreden te stellen. Hij loopt weg met zijn kinderen.

Aan de oever van Het Serpent die meandert door het landschap, in het Dorp van de Reigergroeien ze op. Eridu voorziet een vloedgolf die het dorp zal teisteren. “Er wordt een gat in de wereld geblazen”. Bruisend en kolkend water van Het Serpent overspoelt de nederzetting en aanhoudende regen is er de oorzaak van dat het water zich lange tijd niet terug trekt.

“[…] de kinderen, ziek en ondervoed, verloren sneller de greep op het leven dan de volwassenen. Zij die bleven leken steeds meer op trieste kleine versies van Eridu, vond Ianna: broos en spichtig, met hoofden die te groot leken voor hun lijfjes. ‘Je moet niet verdrietig zijn om de doden’, zei grootmoeder. ‘Ze gaan naar huis. De Moeder zal bij hen zijn. De voorouders zullen voor hen zorgen.'”

Wanneer Eridu last krijgt van hoofdpijnen en toevallen lijkt hij het onheil over zichzelf af te roepen. De jongen met het lelijke uiterlijk wordt tijdelijk opgesloten in een kooi. Een groep herders doet het geteisterde dorp aan en omdat de tweeling zich danig in het nauw gedreven voelt, vertrekken ze samen met de leden van de stam van de Gehoornde God, waar ze zich goed op hun gemak gaan voelen. De jonge Tammuz steelt bovendien het hart van Inanna.

Maar… de stam gaat op pad met de belofte terug te keren en de tweeling blijft achter om het vuur in de grot te blijven voeden. Als de terugkomst van de stam op zich laat wachten, vertrekken ook Inanna en Eridu. Via omzwervingen komen ze een andere vluchteling uit het Dorp van de Reiger tegen, die een nieuwe nederzetting heeft gebouwd. Inanna noemt het Spiegeldorp, maar ook deze stam ontvluchten ze. Hoe het ze verder vergaat laat ik aan de lezer over.

Als gezegd is dit boek op meerdere niveaus te lezen. Als een heerlijke historische roman die, zoals op de achterzijde heel terecht staat vermeld, zich heel goed laat vergelijken met de boeken over De stam van de holenbeer. Daarnaast is er ook een prachtige verdieping te vinden voor de lezer die zich interesseert voor de geschiedenis van de Sumeriërs in de tijd voor onze jaartelling. Er wordt gedacht dat de Sumeriërs de eerste stedelijke beschavingen hebben gevormd. Ze zijn de stichters van de ziggoerats – tempeltorens in de vorm van een piramide met gelaagde terrassen om de goden te eren -, zoals die te vinden zijn in het oude Mesopotamië (Irak) en Perzië (Iran). Om een draadje te trekken naar de Bijbel, ook de Toren van Babel is gebouwd in de vorm van een ziggoerat. Bij Ninevé en Ur zijn kleitabletten met wigvormige tekens gevonden die worden toegeschreven aan de beschaving van de  Sumeriërs, de oudste beschaving die bekend is en ongeveer leefde van 4500 tot 1700 voor Christus.

De aarden heuvels waarin de kleitabletten zijn gevonden bevatten ruïnes van een stad. Een stad bestaande uit meerdere lagen, omdat het steeds weer herbouwd werd. Lange tijd hebben de wigvormige tekens op de kleitabletten hun geheime betekenis niet prijsgegeven, maar drie eeuwen na de vondst is het spijkerschrift dan toch nog ontcijferd en onthulde de tekst de beschaving van de Sumeriërs. Hiermee is dit volk het eerst bekende dat een schrift had ontwikkeld. Ook voor cijfers werden tekens ontworpen en ze maakten gebruik van het getal 60 als basis en niet 10 zoals wij dat nu gebruiken. Het getal 60 is nu nog terug te vinden in onze seconden en minuten en de 360° van een cirkel.

Ze geloofden in de krachten van natuurverschijnselen, goden en demonen. De mens had de taak om de goden te dienen, die hen zouden beschermen en het onheil te keren. Er zijn in de geschriften veel overeenkomsten te vinden met de Bijbel, zoals de zondvloed, het meest bekende verhaal uit de Bijbel en in De eerste priesteres beschreven wordt als het overstromen van Het Serpent.

De teksten op de kleitabletten zijn helaas alleen professioneel vertaald in het Engels, maar wie nieuwsgierig is naar de teksten, kan deze hier lezen in een vertaling van De Ware Wereld. Het is fascinerend om te zien hoe de genoemde namen terugkomen in het boek De eerste priesteres. Op een geloofwaardige manier beschrijft Zirkzee de rituelen die gebezigd werden.

Over de auteur

Jacqueline Yvonne Zirkzee (Leiden, 30 juni 1960) is een Nederlandse auteur en historicus. Ze groeide op in Oegstgeest en studeerde sociale en economische geschiedenis aan de Universiteit Leiden. Haar romans zijn gebaseerd op historisch onderzoek. Na haar debuutroman Mykene (2001), een historische roman over de Trojaanse Oorlog, schreef ze een bewerking van de legende van Tristan en Isolde: Het Boek van Tristan en Isolde (2004). Ze was co-auteur van de briefroman Iris & Valentine. In 2008 verscheen Het Heksenhuis, een historische roman gebaseerd op de heksenvervolgingen in Bamberg. Na een verhalenbundel in 2011 volgde in 2013 de roman Reimer over de beginjaren van de VOC en de Gouden Eeuw. In 2014 werd Het Boek van Tristan en Isolde uitgebracht in vertaling als The Book of Isolde, onder het pseudoniem J.J.Circe. [Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jacqueline_Zirkzee]

Eerder verschenen op Met de neus in de boeken

Boeken van deze Auteur:

De eerste priesteres

Het boek van Tristan en Isolde