"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De egel, dat ben ik

Zaterdag, 15 januari, 2022

Geschreven door: Toon Tellegen, Annemarie van Haeringen
Artikel door: Cyril Lansink, Ilja Lansink

Vader en zoon Lansink over de nieuwste Toon Tellegen

[Recensie van Cyril Lansink, vader van Ilja] In 1995 verscheen Misschien wisten zij alles. Alle verhalen over de eekhoorn, de mier en al die andere dieren die Toon Tellegen vanaf 1984 had geschreven stonden erin. Prachtige verhalen, vaak niet meer dan twee bladzijden lang, vol vragende verwondering, vrolijk of droevig stemmende melancholie en absurde fantasie. Alles kan, alles is mogelijk in het bos waar de dieren wonen. De eekhoorn heeft diepzinnige gesprekken met de mier, over de kleine en grote vragen van het leven. Samen wandelen ze naar de verte om uiteindelijk bij ‘het niets’ uit te komen. De olifant kan het niet laten om elke dag de boom in te klimmen waarna hij er steevast weer met veel geraas uit dondert. Het nijlpaard besluit op een dag om zich terug te trekken en in de lucht te gaan wonen. Op de verjaardag van de sprinkhaan zingt de mug een lied terwijl hij zijn eigen muts opeet. De leeuw wordt op een dag zo bang voor zichzelf dat hij hard wegholt en zich in het struikgewas verbergt. Hoe vreemd het er ook aan toe gaat in Tellegens dierenwereld, steeds opnieuw weet hij de lezer, kind dan wel volwassen, te raken en te ontroeren. Lijken we misschien toch meer op de dieren dan we in eerste instantie geneigd zijn te denken?

Maar ‘alle’ verhalen zijn het al lang niet meer. In de afgelopen 25 jaar (!) ging Tellegen, inmiddels 80 jaar jong, gewoon door met het schrijven over de belevenissen, de gevoelens en de wonderlijke gedachten van de dieren. Zo ‘kreeg’ de krekel zelfs een heel boek voor zich alleen: De genezing van de krekel gaat over zijn depressie en over hoe hij die uiteindelijk overwon.

En nu is er dan De egel, dat ben ik, een bundeling van verhaaltjes met als protagonist de egel, die in Misschien wisten zij alles niet meer dan een kleine bijrol vervulde. De achterflap suggereert dat de titel ook naar de schrijver zelf zou kunnen verwijzen en dat hij via de gedachten, de zorgen, de verlangens en het karakter van dit stekelige diertje ook iets van zichzelf zou laten zien. Zit de egel immers niet al in de achternaam Tellegen verborgen?

Maar of er iets autobiografisch in dit boekje zit, het doet er eigenlijk niet toe. De kennismaking met de egel is voor de lezer al bijzonder genoeg. Als hij langs de nek van de giraf omhoog klimt (iets wat hij al heel lang wilde)… Dat hij maar één dier wil uitnodigen voor zijn verjaardag omdat hij niet van drukte houdt… Dat hij vergeefs probeert om nergens aan te denken… Hoe hij het plan opvat om een keer samen met de olifant in een boom te klimmen… Als hij genoeg heeft van zijn stekels en ze te koop aanbiedt. Hij wordt ons sympathiek, de egel, als we hem volgen in zijn kleine avonturen. Herkennen we ons niet een beetje in hem? Ja misschien gaat de lezer wel denken: ‘de egel, dat ben ik’. En misschien is die gedachte wel de mooiste manier om de 80-jarige schrijver te eren.

Boekenkrant

[Recensie van Ilja Lansink, 12 jaar, de zoon van Cyril] De egel woont in hetzelfde bos als de eekhoorn en de mier. En net als zij houdt hij van nadenken over grote en kleine vragen. Hij drinkt veel thee, soms alleen, maar vaak ook met andere dieren. Maar ze moeten niet met te veel zijn; hij houdt ervan om midden in feesten weg te gaan, net als het gezellig wordt en hij wil voor zijn verjaardag maar 1 persoon uitnodigen. Hij houdt ervan om zichzelf in slaap te denken en na te genieten van mooie momenten. Ook het nadenken over zijn stekels is een veel terugkomende bezigheid van de egel. Hij wil er namelijk niet mee steken. Ook vindt hij ze lelijk en onhandig, maar in mijn favoriete verhaal ziet hij in dat ze bij hem horen.

Een dingetje wat ik een beetje jammer vind, is de afwezigheid van de eekhoorn in het boek. De hoofdpersoon uit het dikke dierenboek van de schrijver komt er bijna niet in voor. Al is er wel een verhaal waarin ze het samen hebben over slechte dieren. Ook vind ik het duo van de eekhoorn en de mier iets beter bij elkaar passen dan de egel en de mier. Dat komt waarschijnlijk doordat de eekhoorn wat rebelser is en niet zo’n denker, de mier is het tegenovergestelde van dat. Hij is niet zo’n druktemaker en juist wel een denker. Juist doordat ze wat minder goed bij elkaar passen waren ze een goed duo. De egel lijkt iets meer op de mier. Al zijn er ook wel verschillen: de mier is heel zelfverzekerd en komt een stuk geleerder over.

Waarom je het boek echt moet lezen? Simpel: de egel is een grappig diertje en het lezen van zijn dagelijkse genoegens en ongenoegens is gewoon heel leuk. De tekeningen van de egel zijn ook superleuk om te zien en voegen echt wat toe aan de  verhaaltjes. Bovendien zetten de grote en kleine vragen van de egel je ook zelf aan het denken.