"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De engel van het vergeten

Vrijdag, 19 juli, 2019

Geschreven door: Maja Haderlap
Artikel door: Onbekend

Aangrijpende roman over het verleden van Slovenië

[Recensie] Dit prachtige boek heeft meerdere plotelementen. Zo is er de gewelddadige vader, zijn er de herinneringen die oma vertelt over de oorlog en haar gevangenneming in concentratiekamp Ravensbrück en is er het opgroeien van de ik-figuur, de kleindochter van oma.

Het boek speelt enige tientallen jaren na WO II. In die tijd gaat de ik-figuur naar school, maar volgens oma is dat niet nodig. Thuis kan zij voldoende vaardigheden leren, en wat zij op school leert zal zij niet hoeven gebruiken. Ze wil toch doorleren, naar de Toneelschool en gaat naar een internaat. Voor die tijd slaapt zij bij oma in bed, wat bij haar bepaalde gevoelens oproept. Vader krijgt geld in handen en bouwt het huis opnieuw, waarbij de ik-figuur een eigen kamer krijgt. Dit vindt zij moeilijk.

Het boek begint vervreemdend. Citaat:

“We lopen door de rookkeuken naar de voorraadkamer. Oude rook kleeft als donkere, vettige hars aan het gewelf. Het ruikt er naar gerookt vlees en versgebakken brood. Boven de voerbakken waarin etensresten voor de varkens worden verzameld hangt een zure wasem. De lemen vloer glanst op veelbelopen plekken alsof hij gepolijst is.

Boekenkrant

In de voorraadkamer schept grootmoeder gestolde varkensreuzel uit een pot en vet er de braadpan mee in, dan steekt ze een lepel in de appeljam en haalt er een laag grijswitte schimmel af, die ze bij het afval gooit. Malada, staat er op de etiketten, die ze met een papje van meel, melk en speeksel op de potten heeft geplakt. Haar Malada is donkerbruin en smaakt bitterzoet.

Ze legt een handvol eieren in mijn rok, die ik ophoud. In de tocht laten roetvlekjes los van de muren in de rookkeuken, ze vallen op de borden die rechtop in een houten rek worden bewaard. Onder de ovenmond naast de deur ligt een hoopje bijeengeveegde as.”

De leefomgeving hangt van viezigheid aan elkaar. Dat verandert al na een paar pagina’s. Het wordt menselijker en gaat over menselijke relaties. Familie, dorpsgenoten, de natuur, en de partizanen. Het verhaal begint mij te grijpen.

De natuur wordt niet groots omschreven, en is ook niet onherbergzaam, zoals dat in de geschiedenis vaak wel was. Integendeel, het is een plek waar mensen samenkomen, werken en jagen. Het verhaal speelt in Karinthië, op de grens tussen Oostenrijk en het voormalig Joegoslavië, later wordt dit Slovenië. Oma, maar ook vader en moeder, hebben veel herinneringen aan de oorlog. Mensen die worden weggevoerd omdat ze joods zijn of opgepakt omdat ze overlopen naar de partizanen. Partizanen zijn soldaten die binnen een verzetsbeweging strijden voor een doorgaans politiek of nationalistisch belang. Een partizaan kenmerkt zich door zijn ongebondenheid aan regering, leger of politie.

Oma kent nog alle namen van de oorlogsslachtoffers uit het dorp. Zelf overleefde zij Ravensbrück. Als er diverse mensen overlijden om haar heen en door andere tegenslagen wordt het de ik-figuur droef te moede.

Langzamerhand wordt duidelijk wat De engel van het vergeten moet voorstellen. Dit wordt erg mooi omschreven. Het boek sluit af met een samenvattend en verduidelijkend relaas over de geschiedenis van het gebied vanaf 1848 tot en met het heden. In de jaren ’90 wordt Slovenië zelfstandig. Hun verleden wordt niet vermeld in de Oostenrijkse geschiedenisboeken, vanwege een vete tussen Slovenië en het Oostenrijkse Duits sprekende landsdeel. Ook in het taalonderwijs komt dit naar boven.

De voorkant van de roman laat een idyllische, rustgevende foto zien van het gebied. Het valt mij op dat er in dit boek mooie beschrijvingen staan van relaties, maar eigenlijk bijna geen dialogen. Helemaal nergens staan er aanhalingstekens. Het boek leest prettig en werkt belangstelling voor de geschiedenis van het gebied en zijn volk in de hand.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles