"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Etruskische glimlach

Vrijdag, 30 november, 2018

Geschreven door: Onbekend
Artikel door: Agnes Eikema

Reflectie op het oude en het nieuwe leven

[Recensie] Salvatore Roncone is een oude, koppige maar ook zieke boer uit Calabrië. Hij moet zijn geliefde geboortestreek verlaten om bij zijn zoon en schoondochter in Milaan te gaan wonen. Hij heeft door zijn ziekte niet meer lang te leven en zal zorg nodig hebben. Jammer genoeg kan hij niet goed met zijn schoondochter opschieten en hij heeft ook een hekel aan de vieze stad.

De eerste blik op zijn kleinzoon Brunnotti doet hem verstarren, maar al snel dringt het kleine mannetje door het pantser van de oude partizaan en ontstaat er een hechte band tussen hen. Hij gaat zichzelf weer Bruno noemen, zoals hij vroeger werd genoemd. Hij voelt zich immens verbonden met zijn kleinzoon. Door kleine Brunnotti, het leven in de stad, zijn ziekte en het besef van zijn sterven maken de oude koppige Roncone zachter. Hij verandert.

Heel subtiel wordt het heden en verleden in elkaar verwikkeld. De oude Roncone is aan het einde van zijn leven aangekomen, de kleine Brunnotti moet nog beginnen. Hij wil zijn kleinzoon voorbereiden op het leven, hij wil hem sterk maken. Hij waakt nachtenlang bij het bedje van Brunnotti, vertelt hem over zijn geschiedenis. Alles komt weer terug, alles wordt uitgesproken. Bruno denkt na, peinst, reflecteert en verzoent zich met zijn lot. De verandering die gaande is, is zo prachtig. Die oude koppige harde oude man ontdooit en kan terugblikken op een prachtig leven met als doel zo te sterven met de glimlach op de lippen die de Etruskische echtgenoten op de tombe in Villa Guilia ook hebben. Tevreden, voldaan en geliefd.

Subtiele verweving van heden en verleden

Boekenkrant

Het is al eerder opgemerkt, het boek bevat veel tegenstellingen. Zo verhuist de oude Roncone van het dorp naar de stad, hij is oud en zijn kleinzoon jong. Hij mag zijn geschiedenis vertellen aan intellectuelen, terwijl Roncone zelf geen opleiding heeft genoten. Het komt samen in de laatste fase van zijn leven.

De subtiele verweving van het heden en het verleden maakt de stugge Roncone begrijpbaar. Het is aandoenlijk hoe hij smelt door de glimlach of de eerste stapjes van zijn kleinzoon. Hoe trots hij is, maar ook hoe beduusd hij is om te zien hoe de opvoeding gaat in tegenstelling hoe zijn kinderen op het platteland werden opgevoed. Hij is tegendraads, ondeugend en opstandig. Roncone waakt nachtenlang bij Brunnotti en vertelt hem zijn opmerkelijke levensgeschiedenis. Hij bereidt hem voor op de zomer, dan wil hij hem meenemen naar het platteland om aan iedereen te laten zien dat hij de mooiste kleinzoon van de wereld heeft.

“Ik zeg het voor de zekerheid maar even, dan ben je tenminste gerustgesteld. Ik heb nog heel wat middelen in de mouw. Niks geen vluchten, geen denken aan. Integendeel, we houden stand en daarna rukken we op. we houden het hier wel vol alleen met ons tweeën, zonder zusters of andere vrouwen. Je moet weten dat ik ook mijn geheime wapens heb. Als jij een oma nodig hebt, zal ik er een voor je zijn. Langzaam maar zeker ben ik al aan het veranderen. Alleen vanboven hè? Pas op, vanonder blijft alles zoals het was! Voel je als ik je vasthoud niet dat ik zachter ben? Een beetje, hè?”

Tot het zover is zoekt hij in Milaan elementen van het platteland, hij lijkt een thuisgevoel te zoeken zodat hij zich ermee kan identificeren. Zijn normen en waarden, zijn cultuur en bijhorende tradities. Hij wil ze delen, hij wil ze niet verliezen.

Sprakeloos

De Etruskische glimlach heeft me ontroerd, gegrepen waardoor ik de juiste woorden slecht kan vinden. Dus ik heb proberen te beschrijven waarom ik dit boek zo mooi vind. Misschien wordt het nog duidelijker wanneer ik zeg dat ik meteen na het lezen mijn eigen exemplaar heb gekocht. Om nog een keer te lezen, uit te lenen en nog een keer te lezen. Ik wil meer Roncono, meer Bruno en meer José Luis Sampedro.

Eerder verschenen op Boekenz