"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De evolutie van alles

Maandag, 5 december, 2016

Geschreven door: Matt Ridley
Artikel door: Ilse Naus

Alleen vooruitgang zonder regie

[Recensie] Een uitvoerig betoog om de heersende gedachte dat de overheid of een ander centraal orgaan de regie voert te ontkrachten. Dat is in één zin wat de Britse journalist Matt Ridley probeert in zijn boek De evolutie van alles.

Of het nou gaat om ontdekkingen van het heelal, de menselijke moraliteit, onze genen of de economie: de mens heeft geen sturing van bovenaf nodig. Volgens Matt Ridley kunnen we de Darwiniaanse selectiecriteria op eigenlijk alles om ons heen toepassen. In zestien hoofdstukken behandelt hij een thema als cultuur, economie en onze genen, waarin hij toevalligheden opsomt die sturing geven aan de vooruitgang. Achteraf blijkt vaak welke richting de beste was. Met De evolutie van alles slaagt hij erin om op een vernieuwende manier in sneltreinvaart de evolutie van het menselijk handelen goed te verwoorden.

Geen grote denkers

Ridley vergelijkt de evolutie van de menselijke genen met de technologische vooruitgang vanaf de 19de eeuw. Zelfzuchtige genen leiden een eigen leven onder selectiedruk (hij verwijst hier naar het boek The Selfish Gene van Richard Dawkins), waar het individu geen vat op heeft. Dat zou ook de grote hoeveelheid springende genen verklaren. Op dezelfde manier wisselen veel ontdekkingen zich af in de menselijke geschiedenis, waarvan alleen de beste tot grote technologische vooruitgang kunnen leiden.

Kookboeken Nieuws

Nobelprijs

In de vele voorbeelden die Ridley geeft, weerlegt hij daarbij de vaak overheersende gedachte dat de grote denkers voor vooruitgang zorgen. Meestal doen meerdere personen een ontdekking, terwijl ze dan ook nog onafhankelijk van elkaar opereren. Denk aan de uitvinders van de gloeilamp, de telefoon en internet. Degene die uiteindelijk de Nobelprijs wint, is dan allesbehalve de echte ontdekker. Ridley raakt hier een gevoelig punt voor wetenschappers. In essentie is dat ook niet geheel onterecht.

Innovatie

Voor de wetenschap heeft Ridley dus geen goed woord over. Soms is hij kortzichtig, zeker in zijn opmerking dat de wetenschap de innovatie niet stimuleert, maar andersom. De bloeitijd van de scheikunde tot aan het begin van de twintigste eeuw, was het gevolg van de behoeftes van textielververs, niet meer en niet minder dan dat. Hier schiet hij tekort, want er zijn genoeg doorbraken waarbij de wetenschap wel degelijk iets voor de samenleving terugdoet. Ik denk aan gentherapieën, de anticonceptiepil en ivf. Kortom, ondanks de hiaten in zijn kennis en de kort-door-de-bochtgevolgtrekkingen, geeft Ridley een mooi overzicht van alle facetten in een mensenleven waar we helaas minder invloed op hebben dan we denken.

Eerder verschenen in C2W