"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Friezen

Woensdag, 7 april, 2021

Geschreven door: Flip van Doorn
Artikel door: Evert van der Veen

Historische verkenning van Friesland

[Recensie] De boektitel De Friezen riep bij mij wel de nodige verwachtingen op: een mooie kennismaking met het Friese volk van vroeger en nu, beschrijving van karakter en volksaard, typisch Friese gewoonten en Friese cultuur, de ménsen die in Frieseland leven, wonen, werken en met elkaar die typisch Friese samenleving vormen.

Ik kom er zelf vandaan, ben er opgegroeid en merk bij het ouder worden steeds meer dat hier mijn diepste wortels liggen. Ik voel sympathie voor de mensen, hun soms echt Friese manier van doen, hun taal. Ik houd van het Friese groene landschap met z’n ruimte, z’n koeien en boerderijen, de alom aanwezige horizon, de vele meren in de Zuidwesthoek, de dijken die het land beschermen, de kronkelige wegen door de weilanden. Maar ook het bijna buitenlands aandoende golvende landschap in het uiterste zuidwesten van de provincie, de loofbossen van Gaasterland, de duinen van Appelscha, het water- en rietlandschap van Earnewoude. U hoort het al: onversneden chauvinisme en ik kom er eerlijk voor uit.

Met dat alles in mijn achterhoofd pakte ik dit boek en verwachtte dat alles in De Friezen tegen te komen. Flip van Doorn doet in elf tochten verslag van zijn reiservaringen en hij doet meer dan een oppervlakkige sight-seeing. Hij graaft diep in de geschiedenis van het Friese land(schap) en verweeft zijn kennis van het verleden met het heden. Menigmaal voeren de historische lijnen en zelfs internationale verbanden de boventoon maar er zijn ook genoeg gedeelten wanneer de actuele impressie van het landschap leidend is. De liefde en het respect voor Friesland is in dit boek De Friezen duidelijk merkbaar en dat heeft ook een persoonlijke achtergrond want zijn opa is een Fries. Het boek is dan ook een persoonlijke zoektocht van de auteur naar zijn herkomst en Flip van Doorn pakt dat zeer gedegen aan.

De sfeer van het boek is mooi door tal van Friese woorden en gezegden die in de tekst zijn opgenomen. De elf tochten zijn wisselend van karakter. Het Dokkumer Lokaaltje wordt sfeervol getekend en prachtig vond ik het hoofdstuk over de terpen, over Bonifatius en de monniken van klooster Klaarkamp die veel voor de ontwikkeling van hun omgeving hebben betekend. Het landschap krijgt in dit boek meer aandacht dan de bewoners. Dat blijkt bijvoorbeeld uit deze zin: “Het is alsof het landschap mijn ervaringen van deze bijna voltooide tocht voor me wil samenvatten”, (pag 98).

Boekenkrant

Er zijn ook hoofdstukken die ver en nogal uitgebreid over de grenzen voeren en diep ingaan op internationale verbanden maar ook West Friesland en de Zuiderzee krijgen de nodig aandacht. Soms kan je bij al die historische – op zich zeker interessante – informatie als lezer het gevoel bekruipen: maar het gaat toch over de Friezen? Daar komt Flip van Doorn dan ook wel bij terug maar dan zijn het vooral algemene observaties zoals de liefde voor – drang naar, mag je misschien ook wel zeggen – de vrijheid. De jaarlijkse herdenking van de Slag bij Warns in 1345 bij het Rode Klif is daar een duidelijk symptoom van, al is het wel iets voor een bepaald slag Friezen…

Al lezend rijst er zeker een beeld op van het Friese land en passeren tal van typisch Friese items als het schaatsmuseum in Hindeloopen, het Woudagemaal bij Lemmer en het Jopie Huisman museum in Workum de revue om maar enkele onderwerpen te noemen. Flip van Doorn heeft beslist niet de pretentie om volledig te zijn en alle highlights te benoemen. Ook moderne ontwikkelingen in de landbouw en de landschappelijke schaduwkanten daarvan komen aan de orde. Een prachtige plek is ook Greonterp waar Gerard van het Reve destijds heeft gewoond. Ik ben er vorig jaar geweest: klein, idyllisch, onbedorven. Je waant je in vroeger tijden; de ‘grote, boze wereld’ lijkt hier ver weg…

Aan het slot bedankt Flip van Doorn vele mensen voor hun medewerking. Mede daardoor vroeg ik mij af of de Friese mensen van vroeger en nu in zijn boek wel voldoende aandacht hebben gekregen. Al met al lijkt de historisch-archeologische invalshoek op het landschap toch wel het meest de sfeer van dit boek te bepalen. Dat biedt zeker mooie perspectieven maar de titel “De Friezen” suggereert toch dat vooral mensen centraal staan.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles