"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De geldjas van Max Nord

Woensdag, 29 april, 2020

Geschreven door: Harry van Wijnen
Artikel door: Evert van der Veen

Verhalen over Amsterdamse verzetsgroepen

[Recensie] De opvallende titel is ontleend aan het verhaal van Parool journalist Max Nord die in de Tweede Wereldoorlog een bijzondere jas droeg. Deze was op vernuftige wijze voorzien van geheime vakken waarin hij dagelijks grote sommen geld vervoerde. Naast dit verhaal zijn in dit boek meer verhalen gebundeld van twee verzetsgroepen in de Michelangelostraat in Amsterdam en dan in het bijzonder de laatste fase van de oorlog, najaar 1944 tot aan de bevrijding in 1945. De auteur, oud-journalist van Het Parool, ging voor dit boek in gesprek met degenen die destijds bij het verzet waren betrokken.

Harry van Wijnen was er namelijk achter gekomen dat hij al jaren met collega’s en vrienden omging die in de oorlog in het verzet hadden gezeten maar daar eigenlijk nooit over spraken. Dit boek is een eerbetoon aan voormalige collega’s, in het bijzonder Max Nord met wie hij jaren samenwerkte voor Het Parool.

Het boek vertelt over jonge schrijvers, drukkers, schilders, grafici, journalisten en anderen – mannen en vrouwen – die in het geheim en in levensgevaarlijke omstandigheden in verzet kwamen.

De een zet een netwerk op dat voor onderduikers zorgt en twee fotografen zien het belang van deze historische periode in en beginnen het project “De ondergedoken camera”. Op deze wijze zijn op heimelijke én gevaarlijke wijze tal van gebeurtenissen zoals razzia’s op beeld vastgelegd en krijgen we een beeld van het dagelijks leven in die tijd. Vele unieke foto’s zijn ons op deze manier overgeleverd.

Boekenkrant

Ook het belangrijke werk van koeriersters komt ter sprake evenals de Persoons Bewijzen Centrale van Gerrit van der Veen en drukker Frans Duwaer waardoor honderden mensen zijn gered. Andere verhalen gaan over de mysterieuze ‘Albert’ die uit handen van de nazi’s wist te blijven en de anti-Duitse rechercheur Piet Elias die op tragische wijze om het leven kwam. Deze en nog meer verhalen geven goed zicht op de Amsterdamse illegaliteit in deze ene straat.

Interessant zijn de schuilnamen die in de illegaliteit gebruikelijk waren; sommigen gebruikten er zelfs meer dan één. Wim van Norden, een van de leiders van het illegale Parool, had er zelfs vijf en dat betekende ook dat hij vijf persoonsbewijzen nodig had.

Velen kenden de verzetsleider Gerrit van der Veen die beeldhouwer was. Hij riep andere kunstenaars op om zich niet aan te sluiten bij de nationaalsocialistische Kultuurkamer.

Van Wijnen vertelt dat hij al eerder probeerde de verzetsgroep van zijn vader te beschrijven. Dat lukte niet omdat zijn vader vroegtijdig overleed, andere getuigen er ook niet meer waren en er nauwelijks schriftelijke bronnen voorhanden waren.

Dit boek is een eerbetoon aan voormalige collega’s van Het Parool en zijn oud-collega Max Nord: “Ik heb de geschiedenis van deze verzetskernen op vier hoofdmomenten geconcentreerd: op de reorganisatie van de gewapende tak van de PBC in het najaar van 1944 in de door de regering in het leven geroepen Binnenlandse Strijdkrachten (BS); op de lastenverzwaring voor de PBC als gevolg van de Spoorwegstaking van 17 september 1944; en ten slotte op de band tussen Michelangelostraat 36 en de Duitse immigrant Fritz Kahlenberg, de visionair en drijvende kracht achter het illegale fotografencollectief van het Centraal Beeldarchief, dat later bekend zou worden onder de naam ‘De Ondergedoken Camera’”.

Zeker voor mensen die in de geschiedenis van Amsterdam geïnteresseerd zijn, is dit een interessant boek.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles