"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De getatoeëerde Lorelei

Vrijdag, 8 december, 2017

Geschreven door: Jaap Harten
Artikel door: Karin de Leeuw

Ook na vijftig jaar zie je de travestieten nog levensecht voor je

Vorige week overleed schrijver Jaap Harten. Karin de Leeuw herlas De getatoeëerde Lorelei.

[Recensie] De Lorelei van Jaap Harten is een oude zigeunerin in de jaren twintig van de vorige eeuw en ja, ze is geheel getatoeëerd. Een gewezen kermisattractie is ze, die in een huurkazerne in het berooide Berlijn optreedt als hospita en nichtenmoeder. In de daarop volgende jaren van toenemende benauwenis probeert ze te waken over haar jongens. Op onnavolgbare wijze beweegt ze zich door haar wereld. “De schaarse schmink die ze opgesmeerd had begon het al te begeven. De aderen op haar handen en voorhoofd waren opgezwollen… Haar mond voelde alsof ze nog geen drie minuten geleden een spinnenweb geproefd had; haar Slavische ogen stonden droef en kritisch… met een glas goedkope cognac voor zich nam ze het landschap van de Wannsee in zich op.” Dat is de Lorelei. Dat is beeldend proza op zijn best.

Om haar heen schildert Harten een keur aan kleurrijke figuren. Kraut, de hoer die zich bewust is dat hij als jood en homoseksueel in toenemend mate vogelvrij is en de luitenant buiten dienst Heinrich von Losch met zijn liefde voor uniformen en jongetjes, maar die ondanks zijn verloedering en ontgoocheling het fatsoen heeft zijn joodse hospita te huwen in een poging haar zo te beschermen.

De slagroomtoef op de taart is de adellijke travestiet Von Thurn und Taxis. In de kantlijn figureert onder andere Marinus van der Lubbe. De getatoeëerde Lorelei van Jaap Harten leest als een volgend deel in de reeks romans van Christopher Isherwood. Alle figuren uit de film Caberet, waar Liza Minnelli groot mee werd, lijken voorbij te dansen en te sjokken. Deze roman is echter meer dan tien jaar ouder dan de film. De getatoeëerde Lorelei werd voor het eerst uitgegeven in 1968.

Boekenkrant

Ik las het boek voor het eerst in 1980. Caberet  had ik toen al gezien en naar aanleiding daarvan had ik Isherwood al gelezen. Mijn nieuwe vriendje had het boek in zijn kast staan. Uiteraard las ik alles wat daar in stond. Tenslotte is er nauwelijks een betere manier om iemand te leren kennen. De Lorelei werd een favoriet. Waar de film een nostalgisch beeld geeft en Isherwood zijn memoires schrijft, maakt Harten van zijn werk een documentaire roman, een genre waarin hij een meester blijkt te zijn. Het boek doet dan ook, vijftig jaar nadat het geschreven werd, bij tweede lezing, nog modern aan. Het ene moment loop je met Kraut en Lore over de Kurfürstendamm, het volgende met Harten, die het verhaal van zijn protagonisten onderbreekt om verslag te doen van de wijze waarop hij zich documenteerde om goed te kunnen schrijven over zijn  onderwerp. “Foto’s uit de jaren die ik nu beschrijf en waarvan ik niet weet waarom ze me bezighouden. Wat heb ik met Berlijn te maken? Toen ik er voor het eerst kwam in 1964, was er vrijwel niets meer te vinden dat nog aan de Republiek van Weimar herinnerde. Een koele stad met lelijke nieuwbouw…” Als lezer, toen en nu, voel je dat er wel degelijk iets is dat Harten verbindt met deze stad. Hij beschrijft met met levendige kleuren de zigeuners, homo’s, travestieten, joden en de communisten. Hij is solidair met deze mensen, identificeert zich als homo met hun lot. En welke stad staat meer symbool voor de internationale community van lhbti’s dan het Berlijn uit de jaren twintig?

Harten zette zich in voor de emancipatie van homo’s. In 1980, toen ik kennismaakte met het boek, wist hij homo’s en Roma op de agenda te plaatsen van de nationale herdenking op 4 mei. Tot die tijd was daar geen aandacht voor.

Anders dan Isherwood houdt zijn verhaal niet op bij het aantreden van Hitler. Zijn figuren zien we ook in de oorlog en sommigen ook nog daarna. Er is humor, maar die is vaak wrang, regelmatig vals en ironisch. Al deze mensen zijn zich de uitzichtloosheid van hun situatie bewust. Ze zijn niet dom. Vanuit hun eigen positie analyseren ze hun situatie, maar hun mogelijkheden om hun lot te beïnvloeden zijn gering. Ze zijn de verworpenen der aarde.

Zoals luitenant Von Losch (monocle, snor, zware wenkbrauwen) die soms wanneer hij voor zijn joodse echtgenote, die niet meer buiten durft te komen, de was afhaalt staat te dromen. Hij kijkt dan over de daken van de arbeiderswijk Wedding  en staart soms minuten lang naar de wolken “want hij bezat een ongenuanceerd, maar aangeboren gevoel voor metafysiek.”

“Voor een toeschouwer met enig inzicht in de Duitse ziel zou het de schijn kunnen wekken dat de door drank rood aangelopen varkenskop van Von Losch in de grimmige wolken oudpruisische goden, zoals Perkunos en Wodan wilde aanroepen. Hij leverde de aanblik van een onmachtige enkeling, een naamloos individu zoals er in iedere wereldstad duizenden sterven per dag, zonder dat iemand er nota van neemt.” Nee, het is geen vrolijk beeld dat Harten schetst. Maar het beklijft wel, vertedert, maakt boos en doet verdriet, en het blijkt dus bestand tegen de tand des tijds.

Het boek eindigt zoals het begon. De Lorelei sleept zich voort, “de schaarse schmink die ze opgesmeerd had begon het al te begeven. De aderen op haar handen en voorhoofd waren opgezwollen. Haar mond voelde alsof ze nog geen drie minuten geleden een spinnenweb geproefd had.” En toch is er iets veranderd. Ze leek wel gelukkiger dan in hoofdstuk 1 merkt de auteur op. En wanneer ze dan op de laatste bladzijde Von Losch tegenkomt en met hem naar de hemel staart, ziet ze geen wolken met oude goden, maar een strakblauwe naoorlogse lucht; er was absoluut niets te zien.

Vanaf zijn schooltijd in het Gooi kende Jaap Harten (geboren 1930) zijn levenspartner Oscar Lens. Lens kreeg aanvankelijk een opleiding als jurist en werkte op het ministerie van buitenlandse zaken. Toen hij begin dertig was, besloot hij, aangemoedigd door een aantal Haagse kunstschilders, verder te gaan als beeldend kunstenaar. Op zijn website, www.oscarlens.nl, zijn schilderijen van hem bij gedichten van Harten opgenomen. Net als Harten is Lens uitermate figuratief in zijn werk, en kleurrijk. Ook dit gezamenlijk project gaat over Berlijn, feesten, de jaren twintig. Het is een feest voor het oog.

Lens overleed in oktober van dit jaar. Op 2 december is Jaap Harten hem gevolgd.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub Van Alles


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.