"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De getemde mens

Zondag, 7 maart, 2021

Geschreven door: Martin Harlaar
Artikel door: Bert Altena

Waar komt onze moraal vandaan?

[Recensie] De bulk van het opmerkelijke boek De getemde mens wordt gevormd door de bijdragen van 142 auteurs uit Vlaanderen en Nederland die op verzoek van de redacteur hun hoogst persoonlijke visie geven op de vraag uit de ondertitel, waar komt onze moraal vandaan?

Wat begon als een middel om reacties op een te schrijven leerboek voor Pabo-studenten over moraal te verzamelen, werd gaandeweg het hoofddoel. In plaats van een eigen handboek over moraal, biedt Martin Harlaar nu een compendium van de meest uiteenlopende visies op de genealogie van de moraal.

Het is verrassend hoeveel prominente en geleerde mensen Harlaar heeft kunnen overhalen om een bijdrage te leveren, van (oud-)politici tot hoogleraren en universitaire docenten, schrijvers, bestuurders en bisschoppen. Maar ook minder bekende mensen uit zijn eigen netwerk doen mee, studenten en zelfs een dominee uit Urk. Kennelijk kietelt de vraag voldoende om bij velen een reactie op te roepen

De bundel opent met een essay van Frans de Waal, vermaard primatoloog, die veel onderzoek deed naar moreel gedrag onder dieren. Zijn stelling is: “Onze morele principes zijn vaak een verwoording en veralgemenisering van gedragsneigingen die wij met andere soorten delen” (p. 30).
Daarnaast krijgen twee Vlaamse professoren, de katholiek Guido Vanheeswijck en de atheïst Dirk Verhofstadt, zowel aan het begin als aan het einde het podium, om twee kanten van het spectrum nog eens extra te belichten. Verhofstadt maakt er nogal werk van de moraal van haar religieuze banden te ontdoen en komt zelfs met Tien Seculiere Geboden op de proppen. Vanheeswijck probeert vooral te verzoenen: “Zowel seculiere humanisten als humanistische christenen die gevoelig zijn voor de grote levensvragen, zijn zich vandaag bewust geworden van de fragiliteit van hun eigen positie…” (43).

In veel van de bijdragen is de invloed van de neurobiologische mode terug te vinden: moraal als kwestie van genen en hersenbedrading, gedrag gevormd door evolutie. Anderen nemen het op voor de godsdienstige moraal. Sommige bijdragen vallen op door hun stelligheid, andere zijn weldadig genuanceerd of soms wezensvreemd naïef. Sommige scribenten houden het uiterste beknopt, anderen gaan er eens goed voor zitten, of berijden met verve het stokpaardje van hun eigen gelijk. Kortom, een staalkaart van rijp tot groen. Naast naam en professie, mag iedereen ook zichzelf typeren, als agnost, humanist, christen, maar we komen ook een goddeloze Jezusaanhanger tegen en een ongelovige vrijewilscepticus. En één van de jongste deelnemers ‘kan niet kiezen’…

Boekenkrant

De poging van Vanheeswijck om in zijn slotbijdrage een samenvattend overzicht te geven van de 140 bijdragen, is zeer welkom en verhelderend. Het helpt om enkele lijnen te onderscheiden in de diverse bijdragen.
Een boek om vooral in te bladeren en gedoseerd tot je te nemen. Een boek ook zonder conclusie, of het moet zijn dat de noodzaak blijft om het gezamenlijk gesprek over de moraal te voeren en te streven naar “een samenleving waar men rekening houdt met elkaar, waar men zich verantwoordelijk gedraagt,” zoals ik las in de bijdrage van iemand uit de praktijk (p. 234). Op dat laatste komt het uiteindelijk aan. Want over moraal kun je eindeloos blijven filosoferen, maar de lakmoesproef is wat je er mee doet.

Eerder verschenen in Volzin en op Bert Altena