"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De getemde mens

Zondag, 28 februari, 2021

Geschreven door: Martin Harlaar
Artikel door: Tanny Dobbelaar

Waar komt (volgens u) onze moraal vandaan?

Het boek

[Recensie] Volgens historicus en humanist Martin Harlaar is moraal niet langer het exclusieve domein van filosofie en theologie. Ook andere wetenschappen bestuderen het fenomeen. Denk aan biologie, psychologie, antropologie en neurowetenschappen.

Harlaar wilde achterhalen of en hoe nieuwe wetenschappelijke inzichten in het denken over moraal zijn ingedaald. Hij bespeurt problemen met moraal in de multiculturele samenleving of, zo is de suggestie, in het samenleven van humanisten, christenen en moslims.

Waar denkt u dat onze moraal vandaan komt? Deze vraag stelde hij in zijn Nederlandse en Vlaamse netwerk. Via-via stuurden meer dan 140 mensen hem hun antwoord. Onder hen Ayaan Hirsi Ali, oud-premier Balkenende, FvD-senator Cliteur, oud-D66-voorman Terlouw, schrijvers en wetenschappers in allerlei disciplines.

Boekenkrant

Sommigen schreven een uitgebreider essay, waaronder primatoloog Frans de Waal. Alle auteurs geven een eigen aanduiding van hun achtergrond, met etiketten als katholiek atheïst, remonstrants, moslim, anarchocommunist, spiritueel hindoe, naturalist, agnost.

Twee van hen wilden, aldus de auteur, niet vermelden dat ze ongelovig zijn, vanwege mogelijke consequenties in hun werkkring. Een van deze twee werkt bij een universiteit. Waarom deze informatie over de schrijvers relevant is, staat niet vermeld.

De getemde mens

Antropoloog Christopher Boehm heeft moraal ooit beschreven als zelf-domesticatie. Onze voorouders zouden bepaalde vormen van moreel gedrag hebben beloond, waardoor moderne mensen schijnbaar vanzelf de gulden regel “behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden” hebben geïnternaliseerd. Empathie en gevoel voor wederkerigheid zijn daarbij de basisingrediënten, aldus Harlaar.

De titel suggereert dat er ooit ongetemde mensen, zonder moraal bestonden. Met dat idee maakt Frans de Waal korte metten. In het leukste essay van dit boek schrijft De Waal hoezeer we misleid worden door de tegenstelling tussen de als wreed voorgestelde natuur en de als beschaafd menselijk voorgestelde moraal: precies de tegenstelling die in de titel zit verstopt.

Empathie

Moraal is volgens De Waal aanwezig zodra een gezamenlijk belang boven het individuele belang wordt geplaatst. Die neiging is niet exclusief menselijk. Ook ongetemde mensapen kunnen hun eerste impulsen negeren en kennen sociale regels. Meer algemeen: ook dieren laten zich leiden door empathie en altruïsme.

De Waal vertelt over de oude vrouwtjeschimpansee Peony in zijn primatencentrum in Atlanta. Zij kon door artritis niet meer naar de waterkraan lopen. Jonge vrouwen haalden monden vol water en spuugden dat in Peony’s mond.

Redenen om dit boek niet te lezen

De 142 kortere bijdragen in het boek tonen aan dat Harlaars vraag wel erg multi-interpretabel is. Sommige schrijvers verwijzen voor het ontstaan van moraal naar de evolutie, anderen houden een historisch verhaal over de ontwikkeling van moraal door het christendom en de Verlichting. Weer anderen houden vooral een sociaal-psychologisch betoog, omdat ze hun belangrijkste morele lessen van ouders hebben geleerd.

Het resultaat van deze zonder meer sympathieke bundel is een potpourri van meningen, gissingen, hypothesen en anekdotes, zonder rode draad of samenhang. Ieder berijdt zijn eigen stokpaardje, ongetwijfeld met veel plezier.

Redenen om dit boek wel te lezen

Sommige van de bijdrages aan dit boek springen eruit. Zoals die van rabbijn Soetendorp. Hij was vier maanden oud toen een SS-leider zich tijdens een razzia in 1943 over zijn wieg boog met de woorden: ‘Schade dass er ein Jude ist’. Waarop Soetendorps vader antwoordde dat deze baby gelukkig Joods is, zodat hij in elk geval geen zoon van een moordenaar zal worden.

Die opmerking veroorzaakte een flits van moreel besef bij de SS’er. Met veel kabaal vertrok hij weer. Alleen. Zo ontsnapte het gezin aan deportatie.

Later in de oorlog werd Soetendorps leven nog een keer gered, door zijn onderduikvader die hem bij een granaatinslag met zijn lichaam beschermde, maar daardoor zelf stierf. Soetendorp schrijft: “Met zo een start in het leven heb ik niet de luxe van wanhoop.”

Hij spreekt vanuit een diepe levensovertuiging over moraal als vrije keuze.

Eerder verschenen in Trouw