"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De God van Galilea

Zondag, 5 april, 2020

Geschreven door: Bart Ehrman
Artikel door: Bert Overbeek

Hoe een verboden religie de wereld veroverde

[Signalering] Sinds de jaren 1980 heeft het historisch onderzoek laten zien dat de traditionele culten in de Romeinse keizertijd in ieder geval tot in de derde eeuw bloeiden. Dit inzicht heeft gevolgen gehad voor de interpretatie van de opkomst van het christendom. Want als de traditionele religie nog zoveel te bieden had, kan de aantrekkingskracht van het christendom niet alleen in het contrast met het polytheïsme hebben gelegen.

Historici benadrukken nu veel sterker de maatschappelijke en religieuze raakpunten, zoals het geloof in wonderen (met name genezingswonderen). Daarnaast wijzen zij op het belang van contacten in de persoonlijke sfeer: bekeringen vonden (buiten het optreden van de apostel Paulus) in de regel niet plaats door zendelingen, maar door gesprekken in kleine kring tussen christenen en niet-christenen. De godsdienstwetenschapper Bart Ehrman neemt deze recente inzichten als uitgangspunt en verklaart hiermee de exponentiële groeicurve van het christendom tot in de vierde eeuw. Deze nadruk op de exponentiële groei is problematisch, omdat de groei en de ‘triomf’ van het christendom hierdoor de onvermijdelijkheid van een natuurwet krijgen. De factoren die bekeerlingen aantrokken, kunnen echter van generatie op generatie verschillend zijn geweest en een omgekeerde ontwikkeling was niet op voorhand ondenkbaar. Uiteindelijk zullen de protectie en de steun van de christelijke keizers vanaf Constantijn een beslissende factor zijn geweest.

Eerder verschenen in Geschiedenis Magazine

Boekenkrant