Vier kinderen, een gevaarlijk plan en het grootste avontuur ooit
[Recensie] De goede dieven is een spannende en avontuurlijke jeugdroman die zich afspeelt in het jaar 1920. Een beruchte oplichter heeft het huis en alle bezittingen van grootvader Jack gestolen en Vita is vastberaden hier iets aan te doen. Samen met een jonge zakenroller en twee circusjongens smeedt Vita een gevaarlijk plan om de smaragd van Vita’s opa terug te vinden, maar dit gaat niet zo makkelijk als gedacht.
Het verhaal heeft een globale spanningsopbouw en werkt gedurende het boek richting een spannende finale. Voor de onervaren lezer kan dit een afknapper zijn, want het verhaal bouwt zich rustig op. Het is daarom een geschikt boek voor de ervaren kinderboekenlezer die houdt van verhalen die zich van begin tot eind opbouwen tot een bloedstollend einde.
Katherine Rundell laat in het boek verschillende maatschappelijke probleemstukken naar voren komen die zich afspeelden in het jaar 1920, maar nu nog soms de pijnlijke realiteit zijn in de huidige samenleving. Onder andere armoede, racisme en het verschil tussen rijk en arm krijgt een prominente plek in het boek en dat vind ik mooi.
“Ze zullen naar mij staren als we proberen naar een chique tent te gaan. Ook als ik opgedoft ben, staren ze nog.”
Dit is een van de scènes uit het boek waarin een van de circusjongens die een donkere huidskleur heeft een chique restaurant niet in durft te gaan vanwege de angst om racistisch bejegend te worden.
Katherine Rundell weet de lezer te raken en mee te nemen in het verhaal door gebruik te maken van rijke taal. Jenny de Jonge zorgt er met haar vertaling voor dat het verhaal leesbaar en begrijpelijk blijft.
De zwart-wit illustraties door Matt Saunders schetsen het Manhatten van 1920 en nemen je mee naar deze tijd. Ze zijn ondersteunend en leiden niet af van het verhaal en laten de verbeelding over aan de lezer.
—
Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles
