"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De gouden ezel

Vrijdag, 5 november, 2021

Geschreven door: Apuleius
Artikel door: Jona Lendering

Grootmeester van het korte verhaal

[Recensie] Je bent in een vreemde stad te gast bij een vriendelijke familie, besluit een bijdrage te leveren aan het avondeten, wandelt naar de markt en ziet daar heerlijke vis liggen. De koopman vraagt er een vermogen voor, je dingt wat af en juist als je naar je tijdelijke huis wil wandelen, spreekt iemand je aan.

Het blijkt een medestudent van vroeger, die vertelt dat hij inmiddels marktmeester is en toezicht houdt op de handel. Hij ziet je mand vol vis, kijkt er misprijzend naar  en concludeert dat je bent opgelicht. Terstond komt hij in actie en dondert de verkoper toe dat diens oplichterij niet onbestraft zal blijven. De mand wordt leeggegooid op straat en een van de assistent-marktmeesters krijgt opdracht de vis tot moes te trappen. Dát zal de visverkoper leren! Moedeloos keer je naar huis terug, zonder geld en zonder diner.

Het is maar één van de krankjorume scènes uit De metamorfosen van Lucius van Apuleius, een Romeinse schrijver uit de tweede eeuw n.Chr. De dame bij wie hij logeert, blijkt een toverkol te zijn en verandert ’s nachts in een vogel. Dat wil hoofdpersoon Lucius ook wel, maar hij verandert in een ezel, en dat vormt het begin van een reeks omzwervingen door Griekenland. De ezel wordt door rovers meegenomen, wandelt mee in de processie van een groep louche Kybele-priesters, dreigt te worden geslacht, loopt in de tredmolen van een bakkerij, dient een Romeinse soldaat, wordt verkocht aan een kleermaker, krijgt een vrouwelijke aanbidster, belandt in het amfitheater, breekt uit en wordt uiteindelijk gered door een interventie van de godin Isis.

Zoals in de antieke literatuur gebruikelijk, wordt het verhaal regelmatig onderbroken door digressies, als mensen elkaar verhalen vertellen. Het sprookje van Amor en Psyche is daarvan het bekendste. Apuleius is de grootmeester van het korte verhaal. Het geheel verveelt geen seconde: nu eens is de vertelling charmant, dan weer ranzig, vervolgens hilarisch om plotseling een schokkende draai te krijgen. De kerkvader Augustinus heeft het ergens over “de gouden ezel”, en onder die eretitel is het boek nog altijd bekend.

Boekenkrant

Apuleius was niet helemaal origineel. Zijn voorbeeld was in het Grieks geschreven door een zekere Lucius van Patras, en is verloren. Een bewerking van die tekst is echter wél over, en daaruit weten we dat de hoofdpersoon eveneens Lucius van Patras heette. Ook Apuleius zou zijn hoofdpersoon zo hebben kunnen noemen, maar hij maakte er ‘Lucius van Madauros‘ van, en dat is opmerkelijk, want Madauros is Apuleius’ eigen geboorteplaats. Heeft hij, net als Lucius van Patras, willen suggereren dat het boek autobiografisch is? Heeft hij zichzelf beschouwd als een ezel, tot het moment waarop hij zich tot de cultus van Isis bekeerde?

We weten het niet. Dat we het genre niet echt begrijpen, helpt ook al niet. Weliswaar hebben classici de gewoonte om elk lang stuk Grieks of Romeins proza een ‘roman‘ te noemen, maar daarbij is de definitie van het genre zó ver opgerekt dat er in feite niets meer mee wordt bedoeld. In het geval van De gouden ezel zit er echter wel iets in die typering, zeker als we de redding door Isis inderdaad mogen lezen als een verhaal over groeiend zelfinzicht.

In elk geval heeft vertaler Vincent Hunink er expliciet voor gekozen het boek zó te vertalen dat de hedendaagse lezer het kan lezen als roman. Dat is hem gelukt. Dus voor een tientje kun je genieten van een van de mooiste boeken romans uit de Oudheid. Wie dit niet leest is gek.

Eerder verschenen op Mainzer Beobachter