"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De helft van liefde

Woensdag, 13 juli, 2005

Geschreven door: Mark Boog
Artikel door: Bram Gerrits

Poëtisch hoogstandje al te grillig

De helft van liefde is een mooi boek om te zien: gebonden in geel linnen en met een prachtig stofomslag. De flaptekst belooft een roman die het einde beschrijft van de relatie tussen Mannes en Femke, die het verlies van hun vijfjarig dochtertje door een verkeersongeval niet samen kunnen verwerken. Het heeft, kortom, alle trekken van hoogstaande literatuur.

Eenmaal halverwege het boek moet dat beeld toch wat worden bijgesteld. De hoofdstukken beschrijven beurtelings de beslommeringen van de twee hoofdpersonen in de dagen die volgen op de beslissing uit elkaar te gaan: Mannes doolt doelloos door Amersfoort en valt mensen lastig met quasi-cynische opmerkingen (‘Bent u getrouwd? Wat naar voor u.’), terwijl Femke bij een vriendin logeert die ze eigenlijk niet uit kan staan (‘Hoe is ze in godsnaam ooit mijn vriendin geworden? Belangrijker: hoe is ze mijn vriendin gebléven?’). Alleen in het middelste en het laatste hoofdstuk ontmoeten zij elkaar, hetgeen de opbouw van De helft van liefde wat gekunsteld maakt. De twee confrontaties willen ook niet ontroeren, of zelfs maar schrijnend worden. De dood van hun dochter wordt er nauwelijks in aangeroerd. Zij is sowieso de grote afwezige in de navelstarige bespiegelingen waar het boek in grossiert.

Wat zou maakt De helft van liefde dan nog de moeite van het lezen waard maken? Dat is wat mij betreft de taal van het boek. Mark Boog heeft, naast drie romans, ook drie dichtbundels op zijn naam staan. De chirurgische precisie van zijn schrijfstijl is vaak van een dichterlijke schoonheid. De volgende beschrijving – van een door een gasexplosie verwoeste wijk – is daar naar mijn idee een mooi voorbeeld van:

‘Overal lagen glasscherven. Meer bakstenen, geblakerd maar ook van de winter wit uitgeslagen, waren gebroken of gebarsten dan er heel waren, en metalen palen staken verbogen of geknakt uit de chaos omhoog, alsof ze wat ze vasthielden, waaraan ze zolang mogelijk waren blijven hangen, uiteindelijk hadden moeten loslaten, alsof iemand met kracht de bovenste helft van de onderste had losgescheurd. Het blootgelegde vlechtwerk dat eens de wapening van gewapend beton was geweest was verbogen en gebroken, gelijkend de ene keer, al naar gelang de lichtval misschien, op geraamten waar het vlees van afgerukt was, de andere keer op traliewerken van waarachter ontsnapt of weggevoerd was, naar de vrijheid of de executieplaats.’ (p. 64)

Dans Magazine

Dat precieze in het bovenstaande citaat komt ook terug in de gedachten van de hoofdpersonen en de spaarzame gesprekken die zij met anderen voeren. In combinatie met de alledaagse lichtheid van het verhaal maakt dat De helft van liefde tot een grillige roman die weigert te behagen en weinigen echt zal aanspreken. Hoogstaande literatuur dus, maar wel voor de literaire fijnproever.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Café De Waarheid

De rotonde

Auteur:
Mark Boog
Categorie(ën):
Literatuur

Het lot valt altijd op Jona

Ik begrijp de moordenaar

De helft van liefde

De helft van liefde