"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De hoeve en het hart

Woensdag, 17 juli, 2019

Geschreven door: Enny de Bruijn
Artikel door: Karin de Leeuw

Een boerenfamilie in de Gouden Eeuw

[Recensie] Enny de Bruijn is historisch onderzoeker, journalist en schrijver. Ze studeerde Nederlands en promoveerde op een biografie van Jacob Revius. Daarnaast publiceerde ze over zeventiende-eeuwse literatuur, over de biografie en over de lokale impact van de zestiende-eeuwse Refeormatie in de Nederlanden. Als er iemand geschikt moet worden bevonden om een boek te schrijven over de familie Roosa, dan is zij het wel.

Waar gaat het om? Arien van Rijckhuijsen (1671-1750) is een Gelders boer, een tijdgenoot van Bach, om maar eens iemand te noemen. Hij leidde het gewone leven van een boer in zijn tijd. Hij ging in dienst, droeg de verantwoordelijkheid voor een afdeling wagens met kruit en lood tijdens het beleg van Namen, kwam terug naar zijn geboorteplaats Herwijnen, trouwde, kreeg kinderen, was kerkmeester en ploegde verder zijn land. Gewoner kan het niet. Het enige verschil was dat Arien een schrijvende boer was. Hij hield er van zijn familieverhalen op te schrijven. Zo gaf hij ons een beeld van het leven van vijf generaties van zijn familie. Daarnaast schreef hij brieven. Zijn zoon, die in Leiden woonde, bewaarde alle brieven die pa aan hem schreef. We kunnen ze nu nog lezen. Samen werkten vader een zoon ook aan een genealogie van de familie, vooral de familie Roosa, waar ze uit voort zouden zijn gekomen.

De brieven en de verhalen die opgeschreven zijn vormen een unieke bron om een mentaliteitsgeschiedenis van het boerenleven in Gelre te schrijven. En dat is wat De Bruijn gedaan heeft. Ze beschrijft een dorp, waar de (tachtigjarige) oorlog in deze periode dichtbij is en waar de boerenstand geleidelijk aan zijn welvaart achteruit ziet gaan. Lieden die het gemaakt hebben vertrekken naar de stad, zoals de zoon van Arien. Overigens hoorde Arien van Rijckhuijsen zelf tot de bovenlaag van zijn dorp, iemand die zich tijdens een bezoek aan zijn zoon in Leiden een pruik aan laat meten. Wie had gedacht dat boeren zoiets deden in de zeventiende eeuw?

Vader en zoon beginnen hun genealogisch project in een tijd dat de welvaart van de familie afneemt. Ze zijn kritisch en proberen informatie die ze ontvangen te toetsen. Daarom wordt vaak een veelheid aan details gegeven en vertellen ze ook precies wie wat verteld heeft en van wie hij die berichten heeft ontvangen. Toch sluipt er in de verhalen een hang naar romantiek en nostalgie. Hoe verder terug de familiegeschiedenis gaat, hoe meer twijfels de hedendaagse historicus heeft over het betrouwbaarheidsgehalte. Is de familie Roosa bijvoorbeeld inderdaad Spanje ontvlucht om een geloofskwestie? Het is in ieder geval waar dat de familie tot de oudste gereformeerden van het dorp hoorde, maar verder…?

Dans Magazine

Gecombineerd met een schat aan andere bronnen, zoals gerechtelijke archieven, doop- en huwelijksregisters en nog veel meer, geeft De Bruijn een prachtig beeld van gewoontes rond partnerkeuze, huwelijks feesten, eergevoelens, liefde voor eigen kinderen en nageslacht dat bijvoorbeeld bij een tweede huwelijk de familie binnenkomt, erfrecht, standsgevoel. Zakenmoraal, geletterdheid, lectuur en geloofsbeleving op het platteland in de zeventiende eeuw. Ze verheldert haar betoog met talloze anekdotes en casestudies. Het is smullen voor de lezer. Wat te denken van drie dronken predikanten die elkaar in het vuur duwen en daarbij wijn over elkaar gooien? En komt zo´n zaak voor het gerecht of kunnen alle aanwezigen zich ineens niets meer herinneren, omdat men nu eenmaal een hekel heeft aan inmenging van de autoriteiten? Trouwbeloften van jonge geliefden, tegen de wil van de ouders en wat doet de gemeenschap er mee? Hoe ontmoetten jongens en meisjes elkaar (de vrijheid blijkt groter dan je misschien zou verwachten in deze tijd van de Reformatie) en wat gebeurt er bij onmin over de verdeling van een erfenis?

De wereld waarin Arien van Rijckhuijsen leefde, veranderde minstens zo snel als de onze. Niet alleen zag hij zijn omgeving gedurende zijn leven door oorlogsgeweld verwoest worden en daarna weer worden opgebouwd, in een aantal gevallen zelfs meerdere keren. Ook het denken over de verhouding tussen ouders en kinderen, eerwraak en fatsoen veranderden naarmate men de middeleeuwen definitief achter zich liet en de Republiek een gestructureerde samenleving werd.

De lezer die de tijd neemt om zich door al die verhalen te laten meevoeren, zit op een gegeven moment te lezen met rode oortjes. De lieflijke plaatjes zoals we die kennen van Van Ruysdael, Wouwerman en Cuyp en al die andere grote schilders die het platte land tot een van hun onderwerpen maakten, krijgen plotseling een immens humaan perspectief – het worden mensen van vlees en bloed. Van Arien van Rijckhuijsen is geen portret bekend, zijn graf heeft waarschijnlijk in de kerk van Herwijnen gelegen, maar het is er niet meer, maar door zijn brieven kennen we hem en zijn dorpsgenoten en zijn voorouders. Enny de Bruijn heeft het op schitterende wijze voor ons begrijpelijk en voorstelbaar gemaakt.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur: