"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De hoge bergen van Portugal

Maandag, 15 augustus, 2016

Geschreven door: Yann Martel
Artikel door: Chris Reinewald

Surrealistisch drieluik met een aap in Portugal

[Recensie] Wat hebben drie mannen van verschillende komaf, levend in verschillende tijden, met elkaar te maken? Eigenlijk niet veel meer dan de locatie, noordoost Portugal. De Spaans-Candadese schrijver Yann Martel, die grote bekendheid kreeg met zijn roman Life of Pi uit 2001, schreef met zijn nieuwe roman De hoge bergen van Portugal een bijzondere caleidoscopische drieluik. Martel koppelt de levens van Tomás, jong archivaris; Eusebio Lozora, een patholoog en de Canadese senator Peter Tovy aan elkaar. Het drieluik begint ten tijde van de eerste automobiel en eindigt min of meer in onze tijd. Tomás vindt in het archief van Lissabon een oud dagboek, waarin hij leest over een wel heel bijzonder religieus object in een kerkje, ver achter de (eigenlijk niet zo hoge) bergen van Portugal. Een uitputtende reis en een fataal ongeluk zijn het gevolg.

Weer eens vijfendertig jaar later maken we kennis met een overwerkt patholoog, die met zijn vrouw geniet van de detectiveromans van Agatha Christie. Toevallig – of niet – krijgt ook hij te maken met de gevolgen van Tomás’ queeste. En zo belanden we vijf decennia verder, notabene in de VS waar een Canadees senator Peter Tovy, pas weduwnaar, die in een onderzoeksinstelling in Oklahoma geboeid raakt door een chimpansee. Hij koopt het dier en neemt het op een dwaze reis mee naar het land van zijn voorouders: noord-Portugal: het dorpje waar Tomás iets minder dan een eeuw ervoor naar toe reisde. Als de ex-senator en zijn chimpansee kameraadschappelijk gaan samen wonen in het dorpje is de cirkel rond en begrijpen we misschien wel meer over dat religieuze object in de dorpskerk en de onverklaarbare dood van een jongetje aan de kant van de weg…

Eigenlijk zou je willen weten wat de Paus vindt van deze roman waarin Jezus misschien wel de gedaante van een vriendelijke chimpansee heeft aangenomen. (Na de tijger in zijn bestseller Life In Pi geeft Martel wederom een dier een mythische status.) Of hoe Umberto Eco, auteur van vergelijkbaar fantastische maar intellectueel zwaardere boeken over dit merkwaardig drieluik gedacht zou hebben. Doet er niet toe. Wie zich eraan overgeeft vindt in drie ogenschijnlijk verschillende verhalen steeds hetzelfde thema: het verlies een geliefde – vrouw of kind – als drijvende kracht. Uiterst precies en gedocumenteerd beschrijft Martel het rijden in een vroege auto, waarvoor je de benzine alleen bij een apotheker kon kopen. (Overigens is de op de omslag afgebeelde auto zeker 20 jaar nieuwer dan de Renault waar het om gaat.) Gruwelijk realistisch legt de patholoog uit hoe je het beste een scalpel in een lijk zet. Martel gebruikt mooie beeldspraken: een bevalling vergelijkt hij bijvoorbeeld met het breken van een bord in je binnenste.

Mij deed De hoge bergen van Portugal me beurtelings denken aan Coezees wonderlijke leven van Jezus en aan een minder wijdlopige Eco. Het best is om je – zonder meteen veel verklaard te willen krijgen – over te geven aan de constructie die zowel naar de Bijbel als Agatha Christie verwijst en uiteindelijk op een slimme manier aan elkaar past. Geraffineerd-subtiel maakt Martel maakt zijn verhalen surrealistischer, waardoor ze bijna ongemerkt grotesk worden. Achteraf stel je vast dat niet zozeer de merkwaardige gebeurtenissen en de sterfgevallen ontroeren als wel de drie bijna Don Quichotterige mannen die elk in hun tijd een verleden bevechten in dat bijna mythisch achterland in het noorden van Portugal, daar over de bergen…

Boekenkrant

Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.