"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De jaren

Vrijdag, 30 oktober, 2020

Geschreven door: Annie Ernaux
Artikel door: Anke Cuijpers

Meesterlijke biografie van een generatie

[Recensie] “Alle beelden zullen verdwijnen.” Deze nuchtere constatering doet de bekende, Franse schrijfster Annie Ernaux in het begin van De jaren, dat nu door Rokus Hofstede in het Nederlands is vertaald. Ernaux heeft zich met deze collectieve autobiografie opnieuw uitgevonden, zoals ze ooit de autofictie ontgonnen heeft. De jaren is, zoals ze zelf schrijft: “het leven van één bijzonder iemand dus, maar dat ook opgenomen is in de beweging van een generatie.”

De jaren begint met wat ik een proloog zou willen noemen, al plakt Ernaux er zelf geen titel boven: een reeks opsommingen van particuliere herinneringen, flarden die zullen verdwijnen zodra ze er zelf niet meer is. Herinneren houdt het niet-zijn, ook van degene die al dood zijn, op afstand. De dood begint met het vergeten van wat was. Ernaux probeert iets te redden van die tijd waarin we nooit meer zullen zijn.

Vorm

De vrije typografie die Ernaux zich hierbij toestaat, versterkt de indruk van de tijd die verder glijdt tot je uitgewist wordt door je dood en in de massa verdwijnt. De afstand tussen de alinea’s wisselt al naar gelang de tijdssprongen tussen de gebeurtenissen, of naar gelang de afstand tussen haar persoonlijke herinneringen uit een tijdvak en de gebeurtenissen op het collectieve toneel. Soms beginnen zinnen zonder hoofdletter, staan herinneringen onder elkaar zoals je ze in een dagboek of agenda zou noteren. De beelden en zinnen die Ernaux glashelder uit de tijd naar boven haalt, zijn als die gletsjer die langzaam loslaat van een continent, en die verschuift, daarbij huizen en grond meeneemt, op weg naar een toekomstige afwezigheid. Iets dat Ernaux hier verbeeldt met een paar laatste, lege pagina’s, waar zelfs de nummering op ontbreekt: haar eigen toekomstige afwezigheid.

Hereditas Nexus

Een generatie

Particuliere herinneringen dus, maar ook de meer universele. Zelfs de grapjes, zoals over de ooit heersende verhoudingen tussen de seksen: “wat is het huwelijk? Een workshop, de man werkt en de vrouw shopt.” Ernaux noteert het, constateert het. “Het kwam niet bij je op,” herinnert Ernaux, “om wat je in je leven meemaakte in verband te brengen met wat politici verkondigden en evenmin met wat er in de wereld gebeurde.”

“Vind je ook niet dat we door de gebeurtenissen worden gestuurd?” Een vraag die Ernaux stelt in Meisjesherinneringen, haar laatste roman. Net als in haar eerdere werk, ging Ernaux hier vanuit een voorval of herinnering, in bovengenoemde roman was het een foto, op zoek naar een ik, een identiteit, of wezenskenmerk. Die vorm van autofictie was niet bruikbaar voor haar autobiografie. In De jaren is ze op zoek gegaan naar de invloed van de tijd op een individu. Naar die nieuwe vorm die ze daarvoor nodig had, heeft ze meer dan twintig jaar gezocht. Twintig jaar van aantekeningen maken, herinneringen noteren. Dat heeft een rijke tekst opgeleverd. De komst van gemaksvoeding, de grote winkelcentra, de banlieues, de tv, de reclames die ons duidelijk maken welke spullen we nodig hebben, de digitale wereld. Het verdwijnen van woorden als ‘kapitaal’ en ‘arbeid’, en het opkomen van andere woorden, ‘performance,’ ‘uitdaging,’ ‘winst.’ Ernaux signaleert het, zoals ze zichzelf in de tijd groeiend signaleert. Zoals ze ook constateert dat ‘de zin die je in stilte uitspreekt om je staande te houden’ steeds moeilijker te vinden is. Steeds meer zijn we een druppel in de stroom.

Ernaux beschrijft het universele in de leeftijdsgebonden blik, én tegelijkertijd hoe een tijdsgewricht die kleurt. Ze noteert hoe ze zichzelf herkent in het gedrag van haar dertigjarige zoons ten opzichte van haar, de behoefte om het leeftijdsverschil te benadrukken, met de attributen van de betreffende generatie. Ze herinnert zichzelf, als dertigjarige, als twintigjarige, als vijftigjarige:

“Ze voelt haar eigen leeftijd niet. Ongetwijfeld doet ze als jonge vrouw arrogant tegen wie ouder is, behandelt ze vrouwen in de overgang uit de hoogte. Dat ze ooit in de overgang zal raken, is zeer onwaarschijnlijk. Wanneer iemand haar voorspelt dat ze op haar tweeënvijftigste zal sterven, maakt dat geen indruk, het lijkt haar een aanvaardbare leeftijd om dood te gaan.”

De jaren behelst de periode 1941 tot 2006. In de grote stroom gebeurtenissen die in zo’n leven passeren, weet Ernaux de eerste reacties te herinneren op, bijvoorbeeld, de val van de Berlijnse Muur, Aids, de vraag wat je op 11 september 2001 deed, om daarna feilloos het moment in de geschiedenis te vinden dat de tijd die wereldschok weer tot geschiedenis begint te vermalen. In deze pandemische tijd geeft dat perspectief, houvast, troost misschien wel. De jaren is in andere landen veelvuldig bejubeld en bekroond. Zeer terecht. Het is waarschijnlijk haar beste werk.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub Van Alles

Boeken van deze Auteur: