"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Jefferson Bijbel

Zondag, 8 januari, 2017

Geschreven door: Thomas Jefferson
Artikel door: Thomas Dobbelaer

Jeffersons mislukte poging om de Bijbel te moderniseren

De Jefferson Bijbel is een intrigerend project en vraagt om duiding. Hierbij publiceren we een tweede essay over dit boek, waarin Thomas Dobbelaer betoogt dat de Amerikaanse president niet radicaal genoeg was toen hij zijn mesje hanteerde.

[Essay] Tachtig procent van Amerikanen is christen en de Verenigde Staten is zonder meer het meest religieuze land van de westerse wereld. Net als op andere vlakken is het land ook met religie blijven steken in de 18e eeuw. De christelijk-Amerikaanse cultuur is dwingend, gevoelig en atheïsme is een taboe. Als Donald Trump erom bekend had gestaan de christelijke invloed te willen verminderen had hij nooit de presidentiele verkiezingen gewonnen.

Toch kijkt het land met enorme appreciatie terug naar president Thomas Jefferson die weliswaar geen atheïst was maar wel een uiterst progressieve, on-Amerikaanse interpretatie van het geloof had. Hij was tolerant tegenover andere religies en omarmde en bedreef de wetenschap, zelfs als haar ontdekkingen in strijd waren met de Bijbel. Het ging zelfs zo ver dat deze ‘Founding Father’, gebruik makend van een klein mesje, alles wegkraste uit een exemplaar van de Bijbel wat niet strookte met de moderne wetenschap. Zo verwijderde hij passages over de onbevlekte ontvangenis, engelen en duiveluitdrijvingen.

Alexander von Humboldt

Dans Magazine

Het residu staat bekend als de Jefferson Bijbel. Deze is in 2016 in Nederlandse vertaling verschenen, met een uitstekende, 100-pagina lange, contextuele inleiding van Sadije Bunjaku en Thomas Heij. Uit de inleiding blijkt dat Jefferson een bewonderenswaardig mens was. Hij was een echte verlichtingsdenker en had een liefde voor kunst, musiceren, architectuur, wijn en boeken. Hij was geïnteresseerd in religie, filosofie, natuurkunde, geologie en paleontologie en onderhield contacten met grootheden zoals John Adams, Alexander Von Humboldt, Benjamin Rush en Adriaan van der Kemp. Daarnaast beschikte hij over een immense zelfbeheersing. Door zijn politieke opponenten werd hij namelijk vaak beschuldigd van atheïsme, maar hij hield zijn Bijbel en precieze religieuze opvattingen altijd voor zichzelf.

Jefferson was eigenlijk het prototype voor de moderne christen, die niet geloofde dat een man over water kon lopen of water in wijn kon veranderen, maar geïnspireerd was door de morele lessen en wijsheden van Jezus, die het woord verkondigt van de christelijke god. Jefferson liep onbetwistbaar voor op zijn tijd en was al een veel moderner, rationeler mens dan veel Amerikanen nu zijn, maar in zijn poging om de Bijbel te moderniseren loopt hij een atheïstische valkuil in. Een valkuil die misschien uiteindelijk zelfs wel onvermijdelijk blijkt te zijn voor het hele christendom.

Familieconnectie met God

Jeffersons grote fout is dat hij de twee meest bovennatuurlijke christelijke concepten van allemaal niet verwijdert, de hemel en God zelf, want die kom je alsnog vaak tegen in de zijn Bijbel. Deze fout, om uit te gaan van een dogma, is het fundament van religie. Hoewel het dus inconsistent is aan zijn methode van eliminatie, kon hij als religieus man natuurlijk nooit God zelf uit het immers heilige boek verwijderen. Wat hij wel wegkraste was het idee van een goddelijke drie-eenheid en ook de passages die Jezus’ familieconnectie met God beschrijven zijn verwijderd. In Jeffersons versie van het geschrift heeft Jezus op geen enkele manier een relatie tot God behalve dat hij zijn woord zou verkondigen. Jezus, als verkondiger van het woord van God, beroept zich uitsluitend op een autoriteit in zijn lessen: “Maar als u de mensen hun misstappen niet vergeeft, evenmin zal uw Vader uw misstappen vergeven.”- Mattheüs 6:15,  ”Geen man die zijn hand op de ploeg heeft gelegd, en terugkijkt, is geschikt voor het koninkrijk van God.”- Lucas 9:62. Zomaar twee voorbeelden die tonen hoe Jezus zijn volgelingen of omstanders vertelt over de eisen, de wil en de keuzes van ‘de Heer’.

Maar hoe zou hij dat kunnen weten als hij geen connectie of contact heeft met God? Dat is de kern van het probleem. Zonder een bijzondere relatie met God beschikt de profeet niet over God’s autoriteit. Dit reduceert Jezus tot een dorpsgek-achtig figuur die mensen de les aan het lezen is, een Socrates zonder logica. Ironisch genoeg zegt hij zelf: “Wees op uw hoede voor valse profeten”- Mattheüs 7:15. Maar hoe kan men weten dat hij zelf geen valse profeet is?

Er is maar één mogelijkheid om een man die zich voordoet als de gezant van God, als de verlosser met de antwoorden, te geloven en dat is als hij zelf ook bovennatuurlijke daden verricht. Een profeet moet letterlijk zelf het bovennatuurlijke belichamen om echt een Goddelijke connectie te kunnen tonen. Als je over water kunt lopen, opstaan uit de dood en doodzieke mensen in een oogopslag kan genezen, dan moet het wel zo zijn dat de God waar je over spreekt daadwerkelijk bestaat. Voor een christen die de Bijbelse verhalen onvoorwaardelijk als waarheid ziet vormt dit geen probleem. Voor een christen zoals Jefferson, daarentegen, die met zijn tijd meegaat en wetenschappelijke ontdekkingen en rationaliteit omarmt is dit uiteindelijk fataal. De wetenschap laat ons namelijk zien toont dat die wonderen simpelweg onmogelijk gebeurd kunnen zijn.

Voortuitgang

Jefferson deed zeker een goede poging om het geschrift in een vorm te persen die de vooruitgang langer zou verdragen, maar wat hij niet inzag is dat de moderne christen maar één ding dient te elimineren en dat is de opvatting dat een goed christen zich moet schikken naar de Bijbel. De Bijbel hoeft geen handboek te zijn voor een juist leven, het is gedateerd en met name het Oude Testament (maar ook het Nieuwe) kent passages die barbaarse en wrede daden opdragen. De moderne christen moet de Bijbel gaan zien als een prachtig literair werk en zich laten inspireren door de mooie passages die corresponderen met de moderne moraal en daar troost of voldoening uit halen. De wonderen in de Bijbel zijn dus het minste probleem van allemaal. Het is het letterlijk nemen van een 2000 jaar oud verhaal is het echte probleem voor het moderne geloof. Het christendom houdt de natuurwetenschappelijke bewijzen namelijk niet meer bij en verliest haar draagvlak onder de westerse bevolking met de dag. Niet alleen om meer redelijkheid te tonen, maar ook om zichzelf te redden, moet zelfs deze eeuwenoude traditie mee gaan met de tijd, en zeker in de Verenigde Staten.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles. Bekijk ook het essay van Justin Warners over De Jefferson Bijbel

Thomas Dobbelaer studeert filosofie en woont tijdelijk in Rome

Boeken van deze Auteur:

De Jefferson Bijbel

De Jefferson Bijbel