"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De kamer hiernaast

Dinsdag, 23 september, 2008

Geschreven door: Dimitri Verhulst
Artikel door: Bob Hopman

Semiautobiografische verhalenroman

De kamer hiernaast verschijnt in 1999 met de ondertitel ‘verhalen’. En omdat een aantal van de verhalen al in de jaren ervoor in tijdschriften zijn verschenen, mag het boek een volbloed verhalenbundel heten. Zou deze informatie niet zijn meegeleverd, dan had ik het rustig de ‘debuutroman’ van Dimitri Verhulst (1972) genoemd. Misschien wel onbedoeld speelt de schrijver met genre, evenals – waarschijnlijk minder onbedoeld – met het autobiografisch gehalte. Wat het oplevert is een in ieder geval een geheel, hoe eigenzinnig ook.

Alle verhalen worden beleefd door hoofdpersoon Dimitri. Dimitri Verhulst uit Reetveerdegem, woonzaam aan de Sukkelstraat. Omdat ik geen biografie van de auteur bij de hand heb (iets dergelijks is ook nog niet geschreven) kan ik niet anders doen dan het allemaal als fictie te beschouwen. En toch ontkom ik niet aan het gevoel dat een gedeelte van de gebeurtenissen op waarheid berust, de toon van het boek straalt in ieder geval oprechtheid uit. Dat leidt tot een somber beeld, want wat de hoofdpersoon allemaal overkomt is verre van prettig.

Het verhaal ‘Schildersverdriet’, waar het boek mee opent, vertelt van de hoofdpersoon en zijn nichtje Gina. Gina waarmee hij wil trouwen, op zijn zevende jaar, in ‘Reetveerdegem, een dorp dat werd vergeten door de grote cartografen, en da’s maar goed ook’. Het is kalverliefde, het is mooi en het is eerlijk, en dan houdt het verhaal op. Zomaar, niet verder dan op bladzijde elf en er wordt niet meer op de trouwplannen teruggekomen. Want in elk verhaal heeft Dimitri een ander liefje. En een andere school of internaat. In ‘Uremie’ verblijft hij op ongeveer twaalfjarige leeftijd op zo’n katholiek internaat, waar hij weinig meer doet dan vieze praat delen met zijn schoolgenoten en Leviticus overschrijven als strafwerk.

De vieze praat, bijvoorbeeld over masturbatie en de kleur van mannelijk zaad in de gangen van de school zijn op zichzelf niet heel schokkend of grensverleggend, maar juist het gebruik van Verhulsts eigen naam zorgt hier voor het ‘unheimische’ gevoel bij het lezen. Ik ontwikkel ongewild een zeker medeleven of plaatsvervangend schaamtegevoel, omdat de gebeurtenissen zo dicht bij de schrijver komen te staan. En hij gaat in ‘Gescheten’ nog een stap verder. Dimitri ligt daar dronken bij zijn vader in bed:

Boekenkrant

‘Tegen mijn achterste voelde ik zijn geslacht harder worden.

“Je moeder en ik lagen destijds ook zo. Ik een kommetje, zij een bolletje, en zo pasten wij de nacht door in elkaar. Ik begrijp het nog altijd niet. Waarom konden wij niet gelukkig zijn? Waarom moest ze per se met een ander?”’

Moeder is dus weg en vader maakt zichzelf later van kant. Dan komt het titelverhaal, ‘De kamer hiernaast’, dat met afstand het langste verhaal van het boek is. ‘De kamer hiernaast’ zorgt voor het genoemde gevoel dat men een roman leest. Dimitri is inmiddels volwassen en wees en moet niks hebben van gezinnetjes, lijkt zelfs angst voor het verwekken van kinderen te hebben ontwikkeld. Het is een optelsom van de verhalen die eraan voorafgaan. Niet toevallig kotst hij tijdens een dronken scharrel juist het werk van psychoanalyticus Jacques Lacan onder. De invloed die de moeilijke verhouding tussen vader, moeder en zoon op zijn volwassen leven hebben, wordt plots freudiaans analyseerbaar, zo lijkt de scène aan te geven. En omdat zijn vriendin absoluut een kind wil en hij zelf het niet maken wil, laat hij in de kamer naast hem zijn vriendin en beste vriend een nieuwe generatie verwekken.

Dat ‘verwekken’ houden ze vervolgens een goede zes uur vol, en al die tijd slaat Dimitri de frustratie uit zijn lijf op zijn ouderwetse typemachine, wat een nogal essayistisch relaas oplevert. Het verhaal lijkt werkelijk snel en uit frustratie geschreven en is goedbeschouwd niet het knapste uit de bundel. Maar het maakt het boek wel tot een eenheid, het toont een eenheid in thema – een op zijn zachtst gezegd ambivalente houding tegenover relaties en seks – en een hoofdpersoon in ontwikkeling. Waar later, bij De helaasheid der dingen, critici het anekdotische, op zichzelf staande karakter van de hoofdstukken zo benadrukken dat ze eigenlijk een verhalenbundel bespreken, valt het omgekeerde hier te doen: Verhulsts debuut is een roman.

Eigenzinnig, dat blijft het; het is stilistisch een geheel op zichzelf staand werk, onvergelijkbaar met welke schrijver dan ook door de vreemde opbouw, in meerdere jaren geschreven, maar schijnbaar zo gepland. Schokkend autobiografisch en tegelijk absoluut fictioneel. Achteraf is het uiteraard makkelijk praten, maar aan dit debuut is goed merkbaar dat Verhulst een natuurlijk schrijver is, met nog een groot oeuvre voor de boeg. Ik heb met die stelling overigens in nauwelijks negen jaar al gelijk gekregen en er komt alleen nog maar meer aan.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

De pruimenpluk

De Laatkomer