"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De kleur uit de ruimte

Vrijdag, 26 juni, 2020

Geschreven door: Howard Phillips Lovecraft
Artikel door: Jan Stoel

We kunnen het niet bevatten

[Recensie] De jonge uitgeverij Karakters geeft drie boeken per jaar uit, ‘ondergesneeuwde’ klassiekers, in een nieuwe vormgeving en met een unieke illustratie op de cover. Na de eersteling, De Poort, een meesterlijke roman van Soseki Natsume, is nu De kleur uit de ruimte verschenen. Het bevat zes verhalen van H.P. Lovecraft (1890-1937). En ook deze uitgave is de moeite waard. Maarten Streefland gebruikte voor het opvallende omslag het silhouet van een portretfoto van de auteur en vulde dat in met elementen uit diens fantasiewereld: rotting, enorme insecten in een ogenschijnlijk fris landschap. De muffe geuren, die in Lovecrafts verhalen terugkomen, walmen je al tegemoet. Er is gekozen voor de vertaling van Jean Schalekamp uit 1967, een vertaling waar nog geen sleet op zit. Lovecraft wordt gezien als de grondlegger van de kosmische horror en wordt gezien als een van de belangrijkste Amerikaanse schrijvers van de twintigste eeuw. De verhalen zorgen voor een goede kennismaking met zijn werk en met de wereld die hij creëerde.  

Lovecraft werd zelf geïnspireerd door Edgar Allan Poe en inspireerde op zijn beurt weer schrijvers als Stephen King, Neil Gaiman en Michel Houellebecq, maar ook filmmakers, de game-industrie en metalbands.

“Verlatenheid en verval hingen als een lijkkleed over het geheel heen, en de vogelloze dakranden en de zwarte, klimoploze muren gaven Blake een vaag gevoel van iets sinisters dat hij niet kon benoemen.”

De horrorverhalen die Lovecraft schrijft spelen in een onwerkelijke, vaak occulte wereld. Veel van zijn werk is geïnspireerd door astronomie, biologie, geologie, vooruitgang van de wetenschap. Dat zie je in de verhalen in deze bundel ook terug. In de verhalen is het niet kunnen bevatten, het niet in staat zijn te begrijpen van wat ’onaards’ een constante.  Zo is er een U-bootkapitein die in het verzonken Atlantis terechtkomt, een man die in de Eerste Wereldoorlog ontsnapt aan de Duitsers en met een bootje op de oceaan dobbert, in een kleverige vlakte van zwart slib belandt en een Egyptisch ogende monoliet ziet, een man die totaal verandert omdat hij met behulp van techniek een monster heeft opgeroepen. En het verhaal van Robert Blake, een jonge schrijver met aandacht voor het occulte, die een in onbruik geraakte kerk waarover de raarste verhalen de ronde doen betreedt. Hij ontdekt er een steen die een verschrikkelijk wezen kan oproepen. Het is het laatste verhaal dat Lovecraft ooit schreef.

Hereditas Nexus

In het eerste verhaal De kleur uit de ruimte – een van Lovecrafts bekendste verhalen –  moet de ik-figuur de omgeving van Arkham “karteringswerkzaamheden” verrichten ten behoeve van het nieuwe stuwmeer. Hij komt op een “verzengende heide’ terecht en ervaart dat over alles ‘een waas van onrust en benauwenis” ligt. Niemand wil hem vertellen over het terrein. Alleen de oude Ammi Pierce die nog in het gebied zegt dat er een meteoriet is neergestort. Wetenschappers snapten niet dat het hemellichaam niet afkoelde. Het kromp tot er een vloeistof overbleef met een kleur die niet geduid kon worden. Vervolgens gebeurden er de meest vreemde dingen.

“Het fruit nam fenomenale afmetingen aan en verkreeg een ongewone glans. Maar geen enkele vrucht was te eten Een hapje leverde walging op.”

De cover is op dit verhaal geïnspireerd. Het komt tot een confrontatie en nog steeds, na zovele jaren is het niet pluis op de heide. In dit verhaal valt op dat het buitenaardse verschijnsel niet antropomorf is, zoals ook in een aantal andere verhalen. Alle Lovecraft-kenmerken zitten in het verhaal: vreemde substanties, vreemde kleuren, licht; bovennatuurlijke en buitenaardse elementen; hoofdpersonages die min of meer geïsoleerd leven en een technisch/wetenschappelijk tintje hebben; de hoofdpersonages die een prijs betalen als ze ‘het geheimzinnige’ proberen te ontsluieren.

Lovecraft trekt je vanaf het eerste moment zijn verhaal in, houdt de spanning vast, bouwt zijn verhalen op naar een climax én werpt vragen op. Hij formuleert nauwkeurig en gebruikt de nodige bijvoeglijke naamwoorden om het ijzingwekkende effect dat hij wil bereiken te versterken. Daardoor wordt zijn taal beeldend: 

“Ik zag hem verschrompelen en zwart worden terwijl hij met een plotselinge zijwaartse beweging naderbij kwam en probeerde me mijn zijn roofgierachtige klauwen te verscheuren. Alleen zijn ogen bleven intact en blikten woedend met een stuwende glans die steeds helderder werd naarmate het gezicht eromheen verkoolde en verschrompelde.”

De hoofdpersonages zijn flat characters waarbij nauwelijks sprake is van psychologische ontwikkeling. Bovendien zijn de intermenselijke contacten in de verhalen beperkt. Er is geen hoop, humor tref je in de verhalen niet aan. Angst en huiver regeren en de hoofdpersonages verliezen hun controle. Het werk van Lovecraft heeft een universeel karakter: ook nu is er onzekerheid, zijn we bang voor het onbekende, voor dreigende virussen, is de wereld en de natuur in beweging. Ook nu kunnen we niet alles bevatten. Lees en huiver.

Eerder verschenen op Hebban