"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De kracht van kennis - Geschiedenis van de wetenschap

Donderdag, 5 augustus, 2010

Geschreven door: John Lynch
Artikel door: Bennie Mols

Grabbelton van de wetenschap

[recensie] Pale blue dot. Het klinkt als poëzie. Op 14 februari 1990, Valentijnsdag, vloog de Amerikaanse ruimtesonde Voyager 1 al ver voorbij Pluto, toen nog ‘planeet’ genoemd. Astronoom en auteur Carl Sagan wist ruimtevaartorganisatie NASA over te halen om de Voyager op zes miljard kilometer van de aarde zodanig te laten draaien dat hij richting de aarde kon kijken. En ‘klik’ zei de camera van de Voyager. Na een ruimtereis van zes uur arriveerde de foto bij de mensheid. Die vergaapte zich aan de pale blue dot, het eenzame blauwige stipje; de aarde tegen de donkere, onmetelijke achtergrond van het universum. Het werd een van de beroemdste foto’s uit de geschiedenis van de ruimtevaart. Sagan zei over dit wetenschappelijke icoon: “De hele geschiedenis van de mens heeft zich op dat kleine pixel afgespeeld − ons enige thuis.”

De pale blue dot figureert in de openingsscène van het rijk geïllustreerde boek De kracht van kennis – Geschiedenis van de wetenschap. De Voyageropname is een product van twee millennia wetenschap, schrijven de auteurs. Vastestofchemie, energiebeheersing, wiskunde, kwantumfysica en de worstelingen van Copernicus, Galilei en Newton − allemaal samengebald in dat ene visuele icoon.

De kracht van kennis is net vertaald uit het Engels en is een afgeleide van de zesdelige BBC-2-televisieserie The Story of Science – Power, proof and passion. Elk hoofdstuk uit het boek hangt, net als elk deel van de tv-serie, op aan een grote wetenschappelijke vraag: Waaruit bestaat de ruimte? Waaruit bestaat de wereld? Waar komt het leven vandaan? Kunnen wij over onbeperkte energie beschikken? Waaruit bestaat ons lichaam? En ten slotte: Wat maakt ons tot de bewuste wezens die wij zijn?

De kracht van de pale bleu dot zit in de eenvoud, in het weglaten van het overbodige. En in de verbeelding over dat minuscule stipje. Maar in het vervolg van De kracht van kennis verzuipt het boek juist in een te veel: Te veel willen vertellen − ja, de hele wetenschapsgeschiedenis. Te veel willen laten zien: overal moet een plaatje bij, zodat voor de verbeelding weinig meer over blijft. Te veel zijpaden inslaan. Misschien is dat wel het resultaat van televisieresearch; misschien hebben de tv-makers gedacht: ‘We hebben nu zoveel materiaal verzameld dat we er ook wel een boek van kunnen maken.’

Boekenkrant

Wie zo veel hooi op zijn vork neemt, ontkomt vrijwel niet aan slordige fouten en al te grove penseelstreken. Zo zou de snaartheorie volgens de auteurs reeds als een theorie van alles aanvaard zijn. Dat computerpionier Alan Turing ergens Alain Turing heet, zou nog een onopgemerkte tikfout kunnen zijn. Maar dat bij een kader over het periodiek systeem der elementen wel de chemicus Lavoisier wordt genoemd, maar de belangrijkste grondlegger Dimitri Mendelejev ontbreekt, is een ernstige omissie.

En van de 42 pagina’s over het menselijk bewustzijn zijn slechts twee tekstpagina’s besteed aan de afgelopen twee decennia. De rest gaat veelal over totaal achterhaalde historie. Jammer, want precies in de afgelopen twintig jaar hebben nieuwe beeldvormingstechnieken voor het eerst het functioneren van de levende hersenen in beeld gebracht en ons meer over menselijk bewustzijn hebben geleerd dan de twee millennia daarvoor.

De kracht van kennis is meer een grabbelton dan een pale blue dot. Leuke inspiratie voor de twaalfjarige die zijn weg nog moet vinden, maar voor de volwassen wetenschapsliefhebber zijn er veel betere boeken over wetenschapsgeschiedenis. Dan maar zonder al die plaatjes die uit de tv-serie in het boek zijn gevallen.

Eerder verschenen in De Ingenieur 


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.