"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De laatste ontsnapping

Donderdag, 13 maart, 2014

Geschreven door: Jan van Mersbergen
Artikel door: Claudia Zeller

Zoeken, vinden, houden

Het verhaal dat Jan van Mersbergen (1971) in zijn nieuwste roman De laatste ontsnapping vertelt, is in potentie vertederend. De titel spreekt tot de verbeelding, de titels van de hoofdstukken hebben een poëtische bijklank. Daarbij komt dat ontsnapping een romantisch geconnoteerd thema is, althans in de literatuur en filosofie. Ontsnappen roept vragen op: waaraan ontsnap je, maar vooral ook: hoe ontsnap je? Tegelijkertijd brengt een ontsnapping ook een bepaald schuldgevoel met zich mee. Ontsnappen en schuld zijn nauw aan elkaar verwant. Toch leest De laatste ontsnapping als een vrij onschuldige roman.

Dat komt vooral door het gekozen perspectief. De naamloze verteller raakt betrokken bij de zoektocht van de tienjarige Deedee naar diens vader Ivan. Het leven van Ivan is een vrij gecompliceerde aangelegenheid, met een verleden vol trauma’s en een heden dat met de dag voorbijgaat. Tot dit heden voelt de verteller zich aangetrokken. De kennismaking met Ivan, werkzaam als ontsnappingskunstenaar in een van de ‘ongure’ tenten op de Amsterdamse Wallen (die in het boek trouwens ‘de Delta’ worden genoemd), biedt ook een ontsnappingsroute voor de verteller, een net werkloos geworden burgermannetje met een vrouw, twee kinderen en een hypotheek:

‘Tot voor kort kende ik die hele Delta niet, die buurt. Gevaarlijk, werd er in de stad gezegd. Duister, onguur, no-go-area. En in dat labyrint ligt ergens de Pycha, haast onvindbaar. Zonder Ivan had ik het in ieder geval niet gevonden. De buitenkant is onopvallend. Geen uithangbord, geen verlichte bierreclame. Alleen een bel naast een donkere deur waarachter de portier staat. Zelfs de portier is donker.’

Held op zeurkousen

De scènes die Van Mersbergen neerzet zijn sterk, de plot zit strak in elkaar, maar uiteindelijk staat er weinig op het spel. Via flashbacks wordt het verhaal stukje bij beetje uit de doeken gedaan. Daarbij is het haast schattig hoe Van Mersbergen de nogal sukkelige naamloze verteller de ‘ongure buurten’ van zijn stad laat verkennen. Maar uit zijn comfortzone trekt het hem niet. En misschien is dat meteen ook het grootste manco van de roman: dat niet alleen de verteller, maar ook Van Mersbergen zelf binnen die veilige comfortzone blijft. Daardoor leest De laatste ontsnapping vooral als een roman voor de Moderne Man, een jongensboek voor volwassenen. Want een vrouwelijke tegenstem, of überhaupt een vrouwelijke stem, ontbreekt volledig.

Hereditas Nexus

Door zijn betrokkenheid bij Ivan en Deedee worstelt de verteller zich los uit zijn bestaan als degelijke burgerman. Hij slaat zijn vleugels uit – en heel toepasselijk, bewust of niet, begint de roman in een vliegtuig. Zowel het bij vlagen zeurderige toontje van de verteller als de vrij onschuldige verkenningstochten zorgen voor een nogal hoog aantal midlifecrisismomenten. Want wat vindt de verteller die ongure wereld van de Delta heerlijk; het is zijn eigen ontsnapping aan huis, vrouw en haard. Dat hij daarbij zijn plichten als vader en echtgenoot meer en meer verzaakt, dringt echter pas laat tot hem door. De verlossende woorden, uitgesproken door Ruben, het zoontje van de verteller, waren dan ook een pak van mijn hart: ‘Jij bent echt een sukkel.’

Naturalistisch tintje

De laatste ontsnapping staat binnen de traditie van de realistische, bijna naturalistische roman. Een genre dat het goed doet binnen de Nederlandse letteren, en waarin Jan van Mersbergen zich duidelijk thuisvoelt. De laatste ontsnapping fungeert als een stevige bouwsteen binnen het gestaag groeiende oeuvre van de auteur; als je een oeuvre als toonladder beschouwt, dan slaat deze roman zeker geen valse noot aan. De beste passages beschrijven de ontluikende band tussen Ivan, de verloren vader, en Deedee, de zoekende zoon:

‘Ivan gaat door zijn knieën en drukt de jongen tegen zich aan. Twee handen tegen de rug van de jongen, een op zijn schouderblad, een tegen zijn onderrug. Stevig maar toch zacht. Deedee heeft zijn armen om de nek van zijn vader geslagen. Hij drukt zijn voorhoofd tegen zijn schouder.’

Dat Deedee, pas tien jaar oud, de stuwende kracht achter de ontwikkelingen is, werkt die vertedering in de hand. Bij vlagen deed het personage van Deedee me denken aan de protagonist van Adriaan Jaeggi’s roman Held van Beroep, die jongensleed en moeilijke familierelaties op een heel bedachtzame manier beschrijft. De verteller van De laatste ontsnapping zit echter te veel opgesloten in zijn eigen vel.

Gemiste kans

Uiteindelijk gaat De laatste ontsnapping net zo zeer over loskomen en loslaten als over vasthouden. Toch laat Van Mersbergen een aantal kansen liggen. Zo komen we niet los van het perspectief van de nogal tobberige verteller, waardoor urgente kwesties zoals oorlogstrauma’s, migratie en de ‘zelfkant’ van het bestaan slechts zijdelings, als vanuit de comfortabele leunstoel bij de open haard, worden verkend.

Dat is jammer, omdat de potentiële meerstemmigheid van de roman en de mogelijkheid om een stem te geven aan degenen die over bepaalde kwesties niet kunnen praten daardoor al in de kiem worden gesmoord. Dat kun je op allerlei manieren als beheersing zien, van de toon, van het narratief, van de personages. Want de hybris en de ontreddering die een (mislukte) ontsnapping teweeg kan brengen worden keurig buiten de deur gehouden en weten slechts zelden door te klinken.


Eerder verschenen op Recensieweb


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur: