"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De laatste opera in Beth Varda

Vrijdag, 3 augustus, 2018

Geschreven door: Tsafrira Levy
Artikel door: Onbekend

Veelstemmige roman over Joden op leeftijd

[Recensie] Nog een jaar of tien, misschien twintig, dan zullen de laatste overlevenden van de Holocaust zijn overleden. Joodse mensen die WOII nog hebben meegemaakt, overlevenden van de vernietigingskampen of mensen die als kind ondergedoken zaten, zijn nu vaak hoogbejaard. Wil je hun verhalen, hun herinneringen, vastleggen dan moet je snel zijn. De tijd haalt hen in. In De Laatste opera van Beth Varda tekent de Israëlisch-Nederlandse schrijver Tsafrira Levy menig van deze verhalen op. Beth Varda is een verzorgingshuis voor hoogbejaarde Joden, veelal met een leven in de muziek en kunsten achter de rug. Het rusthuis staat in de duinen in Noord-Holland. In de roman lezen we over de bewoners van het tehuis. We lezen over de stille Lili die met haar gezin zat ondergedoken maar verraden werd door de vuilnisman. Haar man en kinderen overleefden het niet. We lezen over het echtpaar Speelman. Hij al jaren dementerend, zij is vol verdriet dat ze de belofte aan hem niet heeft kunnen nakomen om hem te laten sterven als hij dement zou worden. Ze besluit het er niet bij te laten zitten. En we lezen over de flamboyante Selma, een gepensioneerde operazangers die aan het begin van de roman waakt bij haar derde man Hajo. Met hem heeft ze kinderen gehad. Ze wil nog een sjaal voor hem breien omdat hij het altijd zo koud heeft. Als Hajo sterft start ze een breiclub met haar vriendinnen. En ze wordt weer opnieuw verliefd, op de vrolijke moppentapper Asjer. Hij heeft samen met Hajo in een concentratiekamp gezeten en ze zijn vrienden voor het leven geworden. Haar zoon David, een nogal orthodox conservatieve jood heeft het maar moeilijk met de nieuwe relatie van zijn moeder. Maar Selma heeft altijd haar eigen plan getrokken en ziet geen reden – aangezien ze mid-tachtig is – te veranderen. Liefdevol is de scene als haar andere kinderen en haar kleinkinderen haar feliciteren met haar nieuwe liefde. Ook de vrouw van David gunt haar het geluk, waarop David overstag moet.

Het zijn veelal kleine verhalen over het ‘normale’ verlies en verdriet dat bij het leven hoort, maar achter deze verhalen schuilt voortdurend het leed van de Holocaust en de onderdrukking van de Joden.

Maar Levy heeft nog meer willen doen met haar roman De Laatste Opera in Beth Varda. Ze heeft ook een visie op het Jodendom willen geven. Alle Joodse stemmen in het boek zijn vertegenwoordigd, van gelovig tot ongelovig, van orthodox tot liberaal, het is duidelijk dat Levy vindt dat we tolerant moeten zijn voor alle meningen. En dat levert een boeiend spel aan dialogen op tussen de hoogbejaarde senioren, over alle denkbare onderwerpen, waarbij de hoofdmoot toch is: heb respect voor elkaar.

Levy maakt het een mooi en hartverwarmend geheel van, van Joodse mensen op leeftijd die nog willen leven, nog verliefd durven worden, en uiteindelijk nog een opera gaan instuderen om nog eens op de planken te kunnen schitteren. Ook al doet het geheel hier en daar wat ongeloofwaardig aan, was het elke senior op leeftijd maar gegund om nog eens verliefd te worden, een opera te zingen, nieuwe vriendschappen te sluiten, toch is De Laatste opera in Beth Varda een fijn boek. Geen wereldliteratuur, daarvoor is het misschien wel te optimistisch van toon, maar juist wel daardoor troostrijk. En die visie op het Jodendo; Levy wil dat Joden niet opgeven, nooit. Vier het leven, wat er ook gebeurt, Holocaust of niet, ouderdom of niet. Het is zoals Asjer zegt bij het afscheid van zijn vriend Hajo: “Hoe nu verder, hoor ik jullie denken. Mijn slotzin past bij elke Joodse terugkeer naar het leven: ze wilden ons verslaan, we leven nog, en nu gaan we eten.”

Boekenkrant

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur: