"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De lege hemel

Zondag, 31 januari, 2021

Geschreven door: Marjan Slob
Artikel door: Roeland Dobbelaer

De troost van eenzaamheid

[Recensie] In een filosofisch boek over eenzaamheid zou je de wijsgerige term bij uitstek verwachten die filosofen daarvoor hebben bedacht: solipsisme. Toch ontbreekt het woord in het nieuwe boek van filosoof en schrijver Marjan Slob, De lege hemel. Over eenzaamheid. Letterlijk betekent solipsisme het kennen van het zelf (afgeleid van het Latijnse solus, alleen, en ipse, zelf). Het is niet zozeer een sociologische of antropologische term, eerder een begrip uit de kennisleer. Volgens het solipsisme moet je uitgaan van het eigen bewustzijn als je de wereld tegemoet treedt. Een mens heeft alleen toegang tot het eigen bewustzijn. Van daaruit kun je de wereld verkennen, proberen te snappen. De Duitse fenomenologische filosoof Husserl ging zelfs zover dat het onzinnig is te denken dat er dingen bestaan in de werkelijkheid buiten je eigen bewustzijn om. Alles wat we kennen, kennen we door het eigen bewustzijn, stelt Husserl. De ultieme consequentie van deze vorm van denken is natuurlijk absolute eenzaamheid. Als je alleen jezelf als uitgangspunt kunt nemen, kun je nooit snappen wat iemand anders beweert of beweegt en zijn we gedoemd tot miscommunicatie en onbegrip.

In het hoofdstuk Bufferzone in haar boek behandelt Marjan Slob wel degelijk het solipsisme. Ze weigert de term alleen te noemen en dat doet ze denk ik bewust. Ze schrijft:

“Filosofen maken zich al eeuwenlang druk over de privégesprekken waarin je voor jezelf woorden geeft aan je eigen gedachten en gevoelens, en onderzoeken de status daarvan. Die sterke innerlijke stem lijkt niet alleen behoorlijk typerend voor onze soort, maar levert ook tal van onder filosofen populaire puzzels op. Zoals: kun je werkelijk woorden vinden voor wat er in je leeft? En kun je dan ook nog geloven dat die woorden, eenmaal uitgesproken, door andere begrepen worden zoals jij ze bedoeld hebt?” (p.57).

Met andere woorden: zijn niet allen solipsisten? Slob vervolgt:

Yoga Magazine

“Heel lang was dat ook mijn thema. Als ik een paar jaar geleden een boek over eenzaamheid had geschreven, zou ik eenzaamheid waarschijnlijk in dit licht hebben ontleed. Ik zou hebben benadrukt dat we zijn opgesloten in ons eigen innerlijk en dat we geen volmaakt contact kunnen hebben met anderen […]. Ik zou erop gewezen hebben hoe eenzaam ons dit goedbeschouwd maakt,” (p.57).

Waarom Slob het solipsisme niet noemt? Ik denk omdat ze de vrijheid wil hebben om met de voor haar kenmerkende manier van schrijven – speels, aftastend – het fenomeen eenzaamheid te onderzoeken, en niet vastgepind te willen worden aan het al dan niet correct weergeven van een eeuwenoud filosofisch dispuut.

Taal

Veel liever gaat Slob te rade bij de hedendaagse filosoof Daniel Dannett. Van Dennett gebruikt ze diens inzichten over ons gebruik van taal. Taal is onze redder in nood, door taal kunnen we wel degelijk communiceren met elkaar, woorden vinden die de andere raken en bereiken. “Woorden zijn bij hem het wonder. […] Met woorden kun je anderen verklaren, en jezelf verklaren voor anderen. Dat geeft rust, veiligheid en voorspelbaarheid. Zo kun je samenwerken in grote groepen waarvan je sommige leden persoonlijk misschien nog nooit hebt gezien. Zo kun je als soort de wereld veroveren,” (p.58).

Maar toch voelen we ons vaak eenzaam. Slob denkt dat dat dus niet komt omdat we niet met elkaar kunnen communiceren, er ligt dus niet een communicatievraagstuk aan ten grondslag. Nee, het gaat om iets anders. Op de eerste plaats zegt Slob, zijn we de enige wezens die zich realiseren dat ze eenzaam zijn. Dieren hebben daar geen last van. Op de tweede plaats voelen we sinds we van God los zijn, ons niet langer meer geborgen in de belofte van een hemel, van een paradijs. Die lege hemel veroorzaakt een existentieel gevoel van verloren zijn. Zonder God moeten we het zelf uitzoeken. En hoe goed we het ook hebben, ook de mensen met een compleet leven, werk, gezin, geliefde, vrienden en familie ervaren deze gevoelens van verlorenheid.

Sartre en David Bowie

In het boek maakt Slob een rondgang langs een groot aantal schrijvers en romanciers en bespreekt verschillende boeken en romans waarin eenzaamheid een rol speelt zoals Lonely van Emile White, The Well of Loneliness van Radclyffe Hall en Walging van Sartre. Deze existentialistische filosoof en schrijver was overigens een leerling van Husserl en was volgens Slob een van de laatste Verlichtingdenkers. Ze schrijft dat de boodschap van Walging is dat “iemands bewustzijn […] van nature ontoegankelijk [is] voor een ander” (p.77). Slob is het daar niet helemaal mee oneens, maar, is haar stelling: dat is niet per se negatief. Het geeft juist vrijheid om te zijn wie je wilt zijn. Dat laat ze onder andere zien aan de hand van het leven en de muziek van David Bowie die ze afzet tegen Michael Jackson. Beiden zeer getalenteerd, beiden een niet al te gelukkige jeugd, beiden altijd in de spotlights. Slob ziet Jackson met zijn roemloze eenzame einde als slachtoffer van zijn zwaar traumatische jeugd en zijn succes, “een schrikbeeld voor wat er kan gebeuren als je je eigen persona te serieus neemt.” Bowie daarentegen is voor Slob de ultieme held van het moderne leven die juist weet te spelen met het gevoel van de lege hemel, die letterlijk met zijn alter-ego Ziggi Stardust wegdrijft van de planeet aarde. Eenzamer kun je het niet bedenken. Bowie bepaalde altijd zelf hoe het in zijn leven ging en hoeveel hij liet zien van zichzelf. Door zijn vele raadselachtige outfits en alle rollen die hij speelde is hij voor Slob de “totaalkunstenaar die als geen ander wist hoe hij moest pendelen tussen privé en publiek, tussen jezelf afschermen en jezelf tonen.”

En juist daar zit de kracht van eenzaamheid volgens Slob, ik zou zelfs willen zeggen de troost van eenzaamheid. Los van de vraag of je jezelf helemaal kunt kennen en of je de ander kunt kennen, geeft onze tijd de vrijheid om te zijn wie je wilt zijn, juist omdat er geen God meer is, geen absolute waarheden. Niets hoeft meer vast te liggen, alles is mogelijk. Slob:

“En hier raken Dennett en Sartre elkaar weer fraai: vanwege die ondoorzichtigheid – waar je als mens niet om hebt gevraagd, waar je soms maar mooi mee zit, en die jou verdomd eenzaam kan maken – ben je dus helaas geen open boek voor een ander. Aan de andere kant geeft het je wel de mogelijkheid om te gaan spelen met wat anderen te lezen krijgen. Je kunt bepalen wat je van jezelf laat zien en wat niet.”

Het gaat er niet langer om alles en iedereen, incluis jezelf te willen snappen, dat is onmogelijk. Het gaat er om een goed leven te leiden, zo zou je Slobs pleidooi kunnen samenvatten. Juist het bewustzijn van je eigen eenzaamheid helpt je hierbij.

Misverstand

Dat brengt me ook op een misverstand dat misschien aan het boek van Slob kan kleven. Het is geen boek voor zwaar eenzame mensen. Mensen die zich structureel eenzaam voelen, mensen die een echte vriendenkring ontberen, de hele dag alleen zitten, die geen verbinding hebben met anderen, die hebben weinig aan Slobs boek. Nee, De lege hemel is een boek voor de mensen die we eigenlijk niet direct als eenzaam zouden bestempelen, maar die deze tijd en hun leven daarin nu en dan eenzaam noemen. Eenzaamheid is tegenwoordig een groot thema, iedereen heeft het erover, er worden allianties gesmeed, we moeten opstaan tegen eenzaamheid. Onderzoeken wijzen echter uit dat er, ondanks wat de media en politiek ons willen doen geloven, tegenwoordig niet méér mensen zijn die zich extreem eenzaam voelen dan pakweg twintig jaar geleden. Zeker, op dit moment zijn er door Corona wel wat meer mensen die zich eenzaam noemen, maar dat is niet structureel. Waarom lijkt het toch dat we ons eenzaam voelen in onze complexe 21ste eeuw? Dat is waar Slob een vinger achter probeert te krijgen en daar ook een uitweg voor probeert te bieden. Ze is daarin naar mijn mening buitengewoon goed in geslaagd.

De lege hemel is een bijzonder rijk filosofieboek dat je aan het denken zet over je eigen situatie, over je eigen identiteit, over je eigen geluk en ongeluk, over je eigen eenzaamheid. Het geeft geen pasklare antwoorden, maar het brengt het denken over jezelf en de mensen om je heen dichterbij. Troostrijk.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Naschrift. Veel van mijn vrienden en kennissen schrijven boeken. Natuurlijk lees ik deze boeken het liefst, lezen wat zij denken, wat hen beweegt. Marian Slob is een goede vriendin, ik heb het veel met haar over het schrijven van het boek gehad. Dat kleurt natuurlijk mijn beoordeling. Het is wel zo zuiver om dat te melden.

Op donderdagavond 4 maart gaat hoofdredacteur Roeland Dobbelaer tijdens de eerste DLVAlive van 2021 in gesprek met Marjan Slob. Kijk hier voor meer informatie.