"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De liefde dus

Dinsdag, 15 april, 2008

Geschreven door: Joke J. Hermsen
Artikel door: Daan Stoffelsen

Dagboekvorm dempt liefdesstormen

Een vrouw, een man. Zij een levendige geest, ongelukkig getrouwd met een saaie man, hij een romantische ziel, verloofd met een burgermeestersdochter. De liefde dus. Joke Hermsen, schrijfster en filosofe, koos een directe, krachtige titel voor haar boek over een onbekende periode in het leven van Belle van Zuylen. Maar ze goot deze strijd tussen hart en hoofd, deze romance van haken en ogen, in de vorm van brieven en dagboekfragmenten, die ruim baan geven aan introspectie en bespiegeling, en weinig aan actie.

Belle van Zuylen, of eigenlijk Isabella van Tuyl de Charrière (1740 – 1805), was van oorsprong Nederlandse, van adel, getrouwd met een Zwitser, en ze schreef in het Frans. Van de periode 1785-1786 is er amper materiaal van en over haar bekend. Er is wel sprake van een onfortuinlijke liefde. Hermsen, die al eerder over Van Zuylen wetenschappelijk werk schreef, heeft, aan de hand van enkele feitelijke aanwijzingen, een romance geconstrueerd met de domineeszoon Charles Jean-Samuel d’Apples. De liefde dus beschrijft de periode ná de romance, want Jean-Samuel heeft, na lange druk van zijn vader, de relatie beëindigd, en Isabella is in grote somberheid Zwitserland ontvlucht. In Parijs ondergaat ze de therapie van een wonderdokter, de graaf Balsamo Cagliostro, die medicinale druppels met handopleggingen en gesprekstherapie combineert. Die graaf wordt slachtoffer van de laatste wanhoopsdaden van Marie-Antoinette en Louis XVI (in 1793 zou het afgezette koningspaar gedood worden), en Isabella ziet zich gedwongen Parijs te ontvluchten, terwijl op datzelfde moment Jean-Samuel een laatste toenaderingspoging wil doen. Ze lopen elkaar mis, maar hij weet beslag te leggen op dagboeken van haar, en op zijn eigen vlucht, naar Amerika, leest hij ze. Er blijkt een grote verliefdheid uit.

‘Ik kan me het moment van zijn genadeslag nog heel goed herinneren. […] Ik wilde een roos voor hem plukken die net tot volle bloei was gekomen, toen mijn hand de zijne raakte, die gedreven door dezelfde gedachte naar dezelfde bloem reikte. De terloopse aanraking van alleen de zijkant van zijn hand bracht zo veel onverwachte tinteling in mijn huid teweeg, dat ik verbaasd naar mijn hand staarde, alvorens hem terug te trekken en verward door de hevige sensatie mijn ogen neer te slaan. Wat kon mijn hand, mijn lichaam meer weten dan ik?’

Maar veel vaker in die dagboeken heeft de verliefdheid voor bitterheid plaatsgemaakt, en voor kwaaltjes en bespiegelingen over hoofd en hart, burgerlijkheid en nietsontziende vrijheid. Alles wordt teruggebracht tot het kleine universum van een klagende vrouw op stand, en dat overstemt elke actie. Ja, er zijn de rumoerige laatste jaren van Louis XVI’s regering en leven, de onrusten in Nederland met de staatsen en de orangisten, de eigenaardige piratenpublicaties van Van Zuylens werk, de zalvende therapie van Cagliostro, maar bovenal is de hoofdpersoon er en haar liefdesverdriet. En, en dat is lastig te illustreren in zo weinig ruimte, de alomaanwezigheid daarvan zou ik bijna gezeur gaan noemen.

Boekenkrant

‘Ik word op de golven van mijn gevoelens heen en weer gezwiept als een stuurloze, op zee zwalkende reddingssloep. Ik, die het gezonde verstand altijd zo hoog in het vaandel heb gedragen, kan nergens meer toe besluiten, geen enkele verstandige beslissing meer nemen. Blijven of weggaan, doorgaan of ophouden, wel schrijven of niet schrijven. Ondertussen zak ik steeds dieper weg, blijf ik maar vallen, nog lager, nog verder, en het einde is nog niet inzicht.’

Ergens schrijft Isabella: ‘De stijl van de briefroman of het dagboek stelt me in staat om het overdreven gekunstelde dat sommige romans typeert, te overstijgen.’ Het realisme dat de schrijfster Van Zuylen, en met haar de schrijfster Hermsen, beoogt, is van een deprimerende eentonigheid, een eentonige depressie, gevat in lange zinnen en beschrijvingen. De in directe rede gerapporteerde therapeutische gesprekken met de arts en de wederwaardigheden van Jean-Samuel op zijn overtocht, met de zin die de titel werd, maken dat niet goed. Wellicht treft Hermsen hiermee voor de kenner perfect de stijl en toon van Van Zuylen, misschien diept ze literaire en filosofische onderlagen op die mij te hoog gegrepen zijn, dat tekort geef ik graag toe. Maar veel genoegen heb ik niet beleefd aan deze roman over zielenstormen die leest als een windstilte.


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

Boeken van deze Auteur:

Onder een andere hemel

Kairos

Rivieren keren nooit terug

Windstilte van de ziel