"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De man die kon rekenen

Vrijdag, 18 december, 2020

Geschreven door: Malba Tahan
Artikel door: Cyril Lansink

Elegante verhalen over de schoonheid van wiskunde

[Recensie] 142.857 – op het eerste oog zomaar een getal. Maar vermenigvuldig het respectievelijk met 2, 3, 4 en 5 en bekijk de uitkomsten. Hoe mooi en bijzonder blijkt deze willekeurige reeks cijfers dan eigenlijk te zijn! Vermenigvuldig verder met 6, 7 enzovoorts – en het begint op magie te lijken.

De wonderlijke meervouden van 142.857 – het is een kolfje naar de hand van Beremiz Samir. Als de man die kon rekenen is hij de protagonist van een prachtige vertelling over de geschiedenis, de betekenis, en bovenal de schoonheid van de wiskunde. In de sfeer van de verhalen van duizend-en-één nacht brengt Beremiz zijn publiek met zijn elegante oplossingen voor rekenkundige problemen in vervoering. En zo ook de eenentwintigste-eeuwse lezer.

De man die kon rekenen speelt zich grotendeels af in een Bagdad van lang geleden, een centrum van cultuur en wetenschap, met sjeiks en kaliefen, met parels en kamelen, met maagdelijke prinsessen en een alomtegenwoordige Allah. Maar de door Beremiz gedebiteerde wiskundige waarheden laten zich door die historische situering natuurlijk niet van de wijs brengen. De wereld van magische vierkanten, volkomen getallen, pi en de stelling van Pythagoras is tijdloos en dus altijd actueel. “Zelfs voor de zon op ons scheen, zelfs voor er lucht was om in te ademen, was het kwadraat van de hypothenusa gelijk aan de som van de kwadraten van de andere twee zijden.”

Met het oplossen van een laatste wiskundig vraagstuk weet Beremiz zich verzekerd van zijn grootste beloning: de hand van Telassim, de dochter van een sjeik. Het verhaal eindigt met het probleem van de liefde. Zo daar al een oplossing voor bestaat, dan een zonder getallen en formules. Maar ook dat weet de man die kon rekenen.

Dans Magazine

Eerder verschenen in Intermediair