"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De muziek van de herfst

Vrijdag, 19 februari, 2021

Geschreven door: Konstantin Paustovski
Artikel door: Karl van Heijster

Romantiek als muziek van het leven

[Recensie] Konstantin Paustovski werd in 1892 geboren in Moskou. Tijdens de Eerste Wereldoorlog diende hij als ziekenverzorger aan het Pruisische front. Eenmaal teruggekeerd, had hij enkele eenvoudige baantjes als tramconducteur en visser. Na het uitbreken van de Russische Revolutie, legde Paustovski toe op de journalistiek. Vanaf de jaren dertig schreef hij voor de Pravda, het officiële dagblad van het Centraal Comité van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was hij oorlogscorrespondent aan het zuidelijk front. Hij overleed in 1968. Heel dat bewogen leven schreef Paustovski romans en korte verhalen, waarvan de eerste daarvan dateren uit 1911. Zijn verhalen zijn nu bijeengebracht en vertaald door Wim Hartog in De muziek van de herfst.

Het is een goed gekozen titel, want verhalen van de Russische schrijver kenmerken zich door lyrische natuurbeschrijvingen. Een aanzienlijk deel van de bundel – om er een paar te noemen: De streek aan de Zee van Azov, Waar het Gulden Vlies gevonden werd, en zelfs de inleiding van de bundel, waarin Paustovski in het kort zijn levensloop schetst – is zowaar weinig meer dan één lange dichterlijke beschrijving van een meestal verre streek. Het zijn sfeertekeningen die middels dromerige beschrijvingen van de woeste natuur op een authentieke manier de innerlijke toestand van hun schrijver vastleggen. Uit De muziek van de herfst:

“… ‘s Ochtends zingen in de bossen eenzame vogels hun lied. Als je over het gras loopt, blijft er in de bij de dageraad gevallen grijze, koude dauw een donker spoor achter. De bomen leggen schuine schaduwen. Een gewassen, verre hemel begint boven de bossen te blauwen. Het glinsteren in het verre zuiden, alsof daar kristallen schitteren, straalt een smartelijk verlangen naar de zee uit.”

Uit De streek aan de overkant van de Neva:

Nederlandse Natuurkundige Vereniging

“In de zomer toveren de witte nachten Karelië om in een streek van bijzondere pracht. De meren staan tot aan hun boorden vol wit water alsof tussen hun granieten oevers bladmetaal bevestigd is. In de weerschijn ervan worden de hemel met zijn nooit helemaal dovende licht van de zonsondergang en de neerhangende pluizige takken van de sparren weerspiegeld. Met de sterren gebeurt dit maar zelden. Hun licht is gedurende de witte nachten zo zwak dat het water het niet kan opvangen en een beetje laten meewiegen op de lichte rimpeling van het meer.”

Ik zal open kaart spelen en toegeven dat dergelijke verhalen niet aan mij zijn besteed. ‘Verhaal’ is voor deze teksten misschien ook niet het juiste woord: personages of een handeling ontbreken vrijwel volledig. Precies hun afwezigheid maakt het moeilijk om de aandacht er gedurende de pagina’s lange natuurbeschrijvingen bij te houden. Bovendien is Paustovski’s romantische inslag mij wezensvreemd. Ik deel zijn ontzag voor mooie natuur, maar zijn goudgekleurde ochtenden en verlangen om de geuren van elke streek vast te leggen, gingen me op den duur tegenstaan. Ik geef overigens ruiterlijk toe dat dat mijn eigen gebrek is. Het is, zelfs voor een hork als ik, duidelijk dat een romantische geest in Paustovski zijn of haar zielsverwant vindt, en ik wens hen al het genot van al de melancholie van al hun druilerige ochtenden toe.

Gelukkig (voor mij) bestaat Paustovski’s oeuvre niet uit natuurbeschrijvingen alleen. Zodra de mens de hoofdrol op zich neemt, zijn Paustovki’s verhalen meer dan eens zeer de moeite waard. Etiketten voor koloniale waren bevat bijvoorbeeld het verdrietige relaas van een joodse lithograaf over de dood van zijn vrouw en dochter. Het schuldgevoel waarmee hij terugblikt op zijn leven is hartverscheurend. In Zwarte netten, dat zich afspeelt in Vlissingen, heeft de dood van familie een heel andere uitwerking. De waanzin die de arme Christina na de dood van haar man overvalt, vervult haar met de wens wraak te nemen op de man die ze daarvoor verantwoordelijk acht. Het levert een spannend verhaal op dat de vraag naar schuld en onschuld treffend poneert. Paustovski schetst de tragedies van een doodnormaal mensenleven ijzersterk.

Zijn romantische inborst is echter nooit ver weg. In twee verhalen thematiseert hij op prachtige wijze de beeldende kracht van muziek. In De oude kok weet een jonge Mozart met de kracht van muziek een stervende man nog één keer met zijn overleden vrouw te verenigen. In De mand met de sparappels schenkt componist Edvard Grieg een symfonie aan een achtjarig meisje. Als zij deze op haar achttiende verjaardag deze voor het eerst hoort, doet dit een storm in haar woelen:

“De melodie groeide, steeg, woedde als de wind, vloog door de toppen van de bomen, rukte de bladeren af, golfde door het gras, sloeg je met frisse spetters in het gelaat. Dagny voelde een luchtstoot van de muziek uitgaan en dwong zichzelf tot kalmte.
Ja, dat was haar bos, haar geboortestreek! Haar bergen, zingende schalmeien, het geruis van haar zee!”

Een romanticus zal ik nooit worden, maar Paustovski verwoordt knap hoe de romantische blik het buitengewone in het leven naar boven weet te brengen. Zijn korte verhalen zijn door hun wijdlopige beschrijvingen en gebrek aan handeling niet altijd even makkelijk te verteren, maar als de auteur raak schiet, dan schiet hij ook goed raak. En laten we eerlijk zijn, in deze tijden kan iedereen wel wat muziek in zijn of haar leven gebruiken.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub Van Alles

Boeken van deze Auteur: