"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De onderwereld

Vrijdag, 12 januari, 2018

Geschreven door: Kevin Canty
Artikel door: Karin de Leeuw

Slecht weer, bier, seks en mijnbouw

[Recensie] Idaho. Het is februari 1972. Grijs weer en natte sneeuw. Een bruiloft. Reeds bij de kerk komen alle mannen dronken aan. En dan staat daar het bruidje, een bleke spriet van negentien. Make-up kan haar slechte huid niet helemaal verbergen. Dat komt door de vervuilde lucht in het dal waarin het mijnbouwstadje ligt. Ineens verschijnt eenzaamheid en stil verdriet in haar blik. Dit is het leven dat ze tegemoet gaat. “Maar niemand zal medelijden met haar hebben. Wil je haar beklagen? Donder op, zeg.”

Kevin Canty is de chroniqueur van het Amerikaanse Noordwesten bij uitstek. Niemand kan zo goed schrijven over het ruige klimaat en het dito platte land, afgelegen huizen en kleine gemeenschappen. Binnen ruikt het naar sterke drank en sigarettenrook en buiten naar diesel, barbecue en modder. In de romans en verhalen van Canty lijkt het altijd grauw weer te zijn. Mensen in Canty’s wereld zijn slecht gekleed en tobben zich een weg. Drank trekt diepe voren door het leven van iedereen. In deze uitzichtloosheid schildert Canty zijn personages met tederheid. Terwijl je leest, realiseer je je: het zijn allemaal mensen zoals ikzelf. We ploeteren allemaal voort. Dat gevoel tot leven brengen, is de kracht van Canty.

In het stadje kun je kiezen tussen het goedbetaalde werk in de mijn of de armoede van de baantjes boven de grond. David, jongste zoon van een mijnfunctionaris, broer van een mijnwerker, is weggetrokken. Hij is naar de universiteit gegaan en rijdt in een Volkswagen. Zijn broer noemt het een on-Amerikaanse, zelfs anti-Amerikaanse daad om zo’n wagen te hebben. Het moet een Chevy Cheyenne zijn. Zaken en opinies zijn duidelijk in deze stad. Studeren en omgang met een hippie zijn reden genoeg om je al bijna buitenstaander te maken, op zijn minst te wantrouwen.

Maar David is zich bewust dat hij hier thuishoort. Hij wordt verscheurd tussen de wereld waar hij naar toe wil en dit oord, waar zijn familie woont. Hij heeft meer afstand dan de meeste bewoners en ziet de drank, het vozen met hoeren en andermans vrouwen en de ruzies die het gevolg zijn van deze combinaties alles overheersen.

Heaven

Ann rijdt een uur naar een kliniek om de uitslag van een vruchtbaarheidsonderzoek te horen. Haar man gaat niet mee, ze heeft het niet eens gevraagd. Het onderzoek had ook dichter bij plaats kunnen vinden, maar in het stadje bestaat geen privacy. Thuisgekomen is haar man die uit de nachtdienst komt, net wakker. Hij dringt aan. Ze pijpt hem, met haar handen op haar rug, zonder hem verder aan te raken. Zo vindt hij het het lekkerste. Ze weet best waarom ze niet zwanger wordt. De pastoor heeft haar dit soort handelingen niet voor niets verboden. In dit grauwe leven koestert aan een kinderlijk geloof. Bij de voorbereiding op het huwelijk neemt de pastoor vrouwen apart voor uitleg. Tegen mannen zegt hij niets.

Lynne is een oudere mijnwerker. Hij heeft een keurig verzorgd huis. Hij is al eens met pensioen gegaan, maar toen verzandde zijn leven. Nu doet hij speciale projecten, maar deze ochtend zou hij liever in bed zijn gebleven. Toch daalt hij met zijn maat af naar zestienhonderd meter diepte om de stut te plaatsen.

Het is in de middag van die dag dat David uit college komt en zijn hospita in het gras voor het gebouw op hem zit te wachten. Ze ziet er vreselijk uit, denkt hij nog. Even later is hij op weg naar het ouderlijk huis. Er is brand in de mijn.

De onderwereld lijkt overal te zijn, in het boek van Canty. Maar of het nu onder de grond is of juist er boven of in de universiteitsstad verderop iedereen probeert de bovenwereld te bereiken. Het kan zijn dat men daarvoor grijpt naar de drank of de zelfgekozen dood, maar ieder strijd voor menselijke waardigheid. De mijnramp vernietigt voor een deel het stukje bovenwereld dat er was, zoals het gezinsleven van de familie van David. De ramp dreigt ook de gemeenschap, waar sommigen de overlevers het leven niet gunnen. Voor de drie hoofdpersonen opent deze gebeurtenis ook nieuwe mogelijkheden; al zou je dit einde wel een beetje sentimenteel kunnen noemen. Terwijl ik dit schrijf, klinkt door het café waar ik zit een oudere ballade van Bob Dylan. Misschien lijkt dit boek van Canty wel een beetje op zo’n song, intens droef met dronkenmanstranen.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.

De onderwereld