"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De ondraaglijke lichtheid van de liefde

Maandag, 8 maart, 2021

Geschreven door: Ad Vingerhoets
Artikel door: Cyril Lansink

We kunnen er niet genoeg van krijgen

[Recensie] We kunnen er niet genoeg van krijgen – de liefde. Dagelijks voedsel én hemels genot, het diepste verlangen én het grootste gemis, moeizaam geworstel én vleugels gevend, raadselachtig én banaal – de liefde. Hoofdthema in poëzie en romans, de kurk waarop de bladen drijven (“seks met je ex: vier vrouwen vertellen over hun ervaringen”), nooit opdrogende inspiratiebron voor liedjesschrijvers – de liefde.

Met zoveel belangstelling voor het ‘onderwerp’ kan de wetenschap niet achterblijven. De liefde, van oudsher met een mysterieuze glans omgeven, moet eraan geloven: ook zij wordt ontleed op het altaar van de onderzoekers en hun theorieën. Dichters, filosofen en priesters hebben hun zegje gedaan, nu is het de beurt aan empirisch sociologen, neurobiologen en klinisch psychologen om ons de waarheid te vertellen over aantrekking en afwijzing, lust en intimiteit, trouw en troost, en al het andere dat verband houdt met het verlangen te beminnen en bemind te worden.

Het is een nogal ontluisterende waarheid, zo valt te lezen in De ondraaglijke lichtheid van de liefde. Wetenschappelijk onderzoek, aldus stellen de auteurs met zichtbaar genoegen vast, ontmaskert de liefde. Achter de schone schijn van romantiek schuilen biologische mechanismen – stofjes in de hersenen als dopamine en oxytocine blijken bepalend te zijn in het proces waardoor we een ander als ‘de ware’ gaan zien. Dat liefde zich tussen twee personen afspeelt, zoals we misschien in onze argeloosheid denken, is hoogstens een halve waarheid: liefde moet allereerst tussen de oren gesitueerd worden. Ze is een kwestie van chemie, in de letterlijke betekenis van het woord.

Bovendien blijkt het in de liefde helemaal niet om de liefde zelf te gaan, laat staan om de geliefde. Sterk leunend op de bevindingen van de evolutionaire psychologie wrijft het boek de lezer in dat zijn/haar liefde voor vrouw of man eigenlijk in het teken staat van het voortbestaan van zijn/haar zelfzuchtige genen. Liefde is vooral functioneel en niet intrinsiek van waarde. Jezelf voortplanten – daar gaat het uiteindelijk allemaal om als je je warmt aan de aanwezigheid van die speciale ander. Jaloezie en overspel, de aantrekkelijkheid van brede schouders (mannen) en brede heupen (vrouwen), ja zelfs orale seks, zijn vanuit dit genenperspectief goed te verklaren.

Boekenkrant

De ondraaglijke lichtheid van de liefde is een vlot geschreven studie naar de stand van zaken in de wetenschap van de liefde. Maar de stelligheid waarmee de liefde als een illusie, al is het een noodzakelijke, wordt ‘weggezet’, heeft op in ieder geval deze lezer weinig effect. Dat is het vreemde van dit boek over de liefde: je wordt er niet warm of koud van. Komt dat misschien omdat die ‘illusie’ meer waar is dan elke wetenschappelijke waarheid die haar doorziet? Omdat zonder die ‘illusie’ het leven en de liefde ondraaglijk licht wordt? ‘Ik ben lief op jou’, zei ooit mijn tweejarige dochtertje. Wetenschap was aan haar niet besteed maar aan de waarheid van haar woorden hoefde ik geen moment te twijfelen.

Eerder verschenen in Intermediair

Boeken van deze Auteur: