"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De onfatsoenlijken. Een reis door populistisch Europa

Dinsdag, 18 december, 2018

Geschreven door: Jan Antonissen
Artikel door: Bart Deckx

Als er maar geen slachtoffers vallen

9 september 2016. In de bikkelharde verkiezingsstrijd met Donald Trump hield presidentskandidate Hillary Clinton een toespraak op een campagnebijeenkomst in New York. Daarin noemde ze de helft van Trumps aanhangers “a basket of deplorables” – betreurenswaardige mensen waarmee men slechts medelijden kan hebben: seksisten, racisten, islamofoben, xenofoben … ze hoorden allemaal in deze emmer thuis. Maar van een scheldwoord werd ‘deplorable’ al snel een geuzennaam, met trots gedragen door iedereen die tegen het systeem is. Over deze mensen schreef Jan Antonissen een reisverslag.

[Recensie] “Eerlijk gezegd: ik probeerde het ook niet te begrijpen”, schrijft Antonissen in de proloog. Jarenlang negeerde hij het bestaan van de onfatsoenlijken, de Europese variant van de deplorables, de restjesmensen zoals hij hen noemt. Hij wist dat ze bestaan, maar hij weigerde naar hun mening te luisteren – deze mensen waren simpelweg dom. Tot het de afgelopen tijd begon te kriebelen: de successen van anti-establishmentpartijen in heel Europa, de opkomst van alt right, de verkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten, ze leidden allemaal tot de vraag: wie zijn deze mensen? Antonissen (1964), journalist bij het Vlaamse tijdschrift Humo, wilde hen zélf aan het woord laten – rechtstreeks, vaak grofgebekt en van elke nuance ontdaan.

Antonissen ging op roadtrip door de zes stichtende leden van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal, de voorloper van de huidige Europese Unie, en het Verenigd Koninkrijk. Hier ligt de Europese rust belt, bezaaid met steenkoolmijnen en fabrieken. De economische crisis heeft hier sinds de jaren ‘70 onbarmhartig toegeslagen. Mijnen zijn gesloten, fabrieken afgeslankt. Wat achterbleef zijn angstige mensen die moeten knokken om te overleven. Hij interviewde 17 van hen, een ratjetoe aan mensen en overtuigingen. Zo is er Roberto d’ Orazio, in de jaren ’90 vakbondsleider in België. Hij leidde gewelddadige betogingen tegen de sluiting van de staalfabriek Forges de Clabecq en staat aan de uiterst linkse kant van het politieke spectrum. Hij sprak met Alessandra Verni, wier dochter vermoord werd door Nigeriaanse immigranten. Marc Wytinck zag dan weer de autofabriek waar hij werkte afkalven. De jongeren en zeker ‘de vreemden’ willen volgens hem niet meer hard werken. Ze krijgen allemaal een stem, net zoals de Engelse Jayne Senior en de Belg Gérard de Selys.

Jayne Senior kreeg wat internationale bekendheid toen ze in haar stad Rotherham grootschalig kindermisbruik (meer dan 1500 slachtoffers) aan de kaak stelde. Jarenlang staken de politie, de lokale overheid en de media dit in de doofpot. De reden? Men was bang voor racist uitgemaakt te worden, aangezien de meerderheid van de daders van Pakistaanse afkomst is. “It would rock the multicultural boat”, zegt ze daarover. Dingen zouden in beweging gezet worden. Daar wilde geen politicus van weten – maar de kinderen werden in de steek gelaten. Ze is nog steeds woedend.

Yoga Magazine

Een heel ander figuur is Gérard de Selys, een man met een wel erg opvallend levensverhaal. Hij werd geboren in een rijke, aristocratische familie als baron van het Heilige Roomse Rijk, maar door de scheiding van zijn ouders werd hij voornamelijk opgevoed door een oud-mijnwerker en zijn vrouw. Dat vormde hem voor het leven: hij woont in een gewoon rijtjeshuis en komt op voor de communistische Partij van de Arbeid in België. Hij is nu de Rode Baron. Hij kant zich tegen het kapitaal, de bedrijfsleiders en de EU, die volgens hem een Amerikaans project is. Bezwaar tegen terreur heeft hij niet, “als er maar geen slachtoffers vallen”.

De onfatsoenlijken geeft wat het belooft: de eerlijke, maar rauwe mening van gewone mensen uit heel Europa. Het taalgebruik is dan ook zeer hard. Op de eerste bladzijde gaat het al over het ‘vreemde gespuis’, geïnterviewden geven schaamteloos toe dat ze in het bezit van wapens zijn, een enkeling durft zelfs zachtjes terreur goed te praten. De vlucht naar de extremen aan beide kanten van het politieke spectrum, radicalisering van opvattingen, het verdwijnen van nuance – dit alles wordt genadeloos blootgelegd, in een vlot lezende stijl. Toch blijft de lezer wat op zijn honger zitten. Het boek is eerder een voorsmaakje dan een volwaardige maaltijd. Weerwerk biedt Antonissen nauwelijks, factchecking evenmin. Wie een analyse verwacht, is er dan ook aan voor de moeite. Dat is jammer, maar het boek blijft een mooi tijdsdocument van dit decennium, een tijdperk van angst.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles

Boeken van deze Auteur:

De onfatsoenlijken

De onfatsoenlijken. Een reis door populistisch Europa

De onfatsoenlijken. Een reis door populistisch Europa