"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De oogst van de angst

Dinsdag, 2 november, 2021

Geschreven door: Willem Frederik Erné
Artikel door: Roeland Dobbelaer

Afstand

“De zomer beschrijf je het best op een winterdag”

[Column] In de zaterdagbijlage van Het Financieele Dagblad van 3 juli jl. stond een artikel over romans en corona. De strekking van het artikel is dat de coronapandemie nog weinig echte coronaboeken had opgeleverd. Nathalie Doruijter, uitgever bij De Geus, zegt in het artikel: “Het is moeilijk een roman te schrijven over een grote gebeurtenis als je daar nog midden in zit.” Ze citeert Hendrik Ibsen: De zomer beschrijf je het best op een winterdag.

Dit is een interessant thema. Kan een schrijver een goed boek schrijven over een situatie waar hij of zij nog middenin zit? Kun je bijvoorbeeld een roman over rouw schrijven als je zelf nog midden in een rouwproces zit? Kun je een boek schrijven over een politiek fenomeen als je daar zelf onderdeel van bent? Het is duidelijk dat schrijvers als Nino Haratischwili met haar De helaasheid der dingen verscheen.

Een auteur die zeker niet naar Ibsen heeft geluisterd is Willem Frederik

Yoga Magazine

Erné. In zijn derde ‘roman’ De oogst van de angst heeft de coronacrisis de hoofdrol. Erné publiceerde de roman in maart jl. en schreef het in de maanden daarvoor. Ik las het boek deze zomer. Ibsen heeft gelijk: Erné heeft geen enkele afstand genomen van zijn onderwerp. Veel waar Erné mee komt aanzetten is al volkomen achterhaald. De vrijheidsbeperkingen bijvoorbeeld, die de regering instelde in de afgelopen twee jaar om de verspreiding van corona tegen te gaan, zouden volgens de romanfiguren in het boek nooit meer weggaan, maar zijn inmiddels op enkele dingen na allemaal weer opgeheven. Willem Engel en Thierry Baudet zullen Oogst van de angst ongetwijfeld een briljante roman vinden en gezien het aantal coronatwijfelaars zal het boek mogelijk ook best nog aardig verkopen, maar zeker door alles wat al niet meer klopt, is de roman volkomen mislukt.

Niet alleen daardoor. Erné is zo in beslag genomen door de corona – volgens hem is het één groot complot – dat hij vergeet een verhaal te vertellen. Pagina na pagina praat Erné zonder enige vorm van humor of kritiek alle ideeën na die we van de voormannen/vrouwen van het anti-coronalegioen al anderhalf jaar horen: het is geen virus, het is maar een griepje; het is verzonnen om ‘big pharma’ te spekken en de regering wil ons knechten. Ook 9-11 komt langs (was een CIA job), het bestaan van een groot internationaal pedonetwerk om kinderen te vermoorden en hun bloed te drinken ontbreekt niet en nog meer onzin. Hieromheen zit dan een ultradun verhaaltje over twee broers, tweelingen, die elkaar door de coronacrisis weer meer opzoeken en elkaar versterken in hun complotdenken.

Als je al die wappie-onzin wilt geloven, had er dan een geniale Dan Brown-achtige thriller van gemaakt, met een spannende plot, met een heuse dader. Had de ware aard van de farma-industrie onthuld door enkele booswichten neer te zetten die in het geniep stinkend rijk aan het worden zijn; had een aantal adviseurs van Mark Rutte en Hugo de Jonge bedacht die in achterkamertjes de meest snode plannen maken. Had een held gecreëerd die het allemaal doorhad en er een stokje voor steekt. En had in ieder geval nog een jaar gewacht met het schrijven van dit boek. “Wacht op de winter,” zou Ibsen zeggen.

Corona heeft nog weinig romans opgeleverd, stelde het Financieel Dagblad vast. Dat geldt niet voor een andere grote crisis van dit moment: de opwarming van de aarde. Dit speelt natuurlijk al veel langer dan corona en dus verschijnt de een na de andere klimaatdystopie. Ik leerde afgelopen week van Thomas Heij dat een dystopie misschien wel geen roman is omdat een dystopie een mogelijke wereld in de toekomst schept en daarvoor willen waarschuwen. Dat is te veel boodschap voor een goede roman. Én, dit type boek gaat niet over de situatie nu, het zijn geen romans over hoe we nu met klimaatzorgen om moeten gaan en wat dat nu voor ons betekent: durven we nu nog kinderen te nemen, moeten we onze levensstijl radicaal veranderen? Daar zou ik best meer over willen lezen. Maar misschien ontbreekt daarvoor nog genoeg afstand.

Afstand nemen of toch schrijven tijdens een crisis? Van geslaagde boeken van het laatste type kon ik eigenlijk maar weinig voorbeelden bedenken. Ik kom op dit moment niet verder dan Lale Güls Ik ga leven, haar verhaal over haar verstikkende jeugd in een orthodox islamitisch gezin. Gül schreef en publiceerde het boek toen ze nog thuis woonde, nog midden in het onderwerp van het boek. Pas na de publicatie en de storm die ontstond, verhuisde ze uit het ouderlijke huis. Het boek is juist geslaagd door alle heftigheid van het moment, door juist geen afstand te nemen, niet te verzoenen, niet de tijd de wonden laten helen. Het is ruw en rauw en bovenal uit het hart. Geen afstand, toch boeiende literatuur.

Eerder verschenen in Bazarow Magazine

Boeken van deze Auteur:

Van de liefde en de zee

De arrogantie van het doorgeefluik