"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De oude man en de kat

Vrijdag, 13 september, 2019

Geschreven door: Nils Uddenberg
Artikel door: Marjon Nooij

De verleidingskunsten van een huisgodin

“Dit is het verhaal van hoe ik een kat kreeg, hoewel ik had besloten nooit huisdieren te nemen. Het is een banaal verhaal, misschien zelfs een beetje dwaas. Maar ik ben de zeventig gepasseerd, ik heb geen status die ik moet verdedigen en geen carrière om voor te vechten. Ik kan me veroorloven het te vertellen. Zoals veel mannen op mijn leeftijd ben ik best weekhartig en gevoelig.”

[Recensie] Het is bijna winter in Lund – Zweden -, het echtpaar Uddenberg treft een kleine zwerfkat aan in de schuur. Beschut tegen koude en regen overnacht ze er regelmatig in een werkmand. Wanneer meneer en mevrouw een week of twee naar een appartement gaan, hopen ze stiekem dat de kat een ander en veel interessanter onderkomen heeft gevonden. Maar de kat is volhardend en bij terugkomst blijkt ze van geen wijken te weten. Smekende ogen kijken hen over de rand van de mand aan. Tja… wat doe je dan?

Gegrepen door medelijden hangen ze her en der briefjes op, maar de eigenaar meldt zich niet en de kat heeft klaarblijkelijk voor de eigenaar van de schuur gekozen. Nog even is er de hoop dat de politie weet of er een kat als gemist is opgegeven, maar ook dat contact biedt geen soelaas. Het gegeven dat ze de kat wellicht laten inslapen is meneer zwaar te moede, dus er worden brokjes ingeslagen en de kat mag blijven. In de schuur, verder niet!

Met veel humor vertelt Uddenberg over de spiegel die hij zichzelf steeds voorhoudt. Als emeritus hoogleraar psychologie is hem dat niet vreemd en ook de gedragingen van de kat probeert hij te begrijpen. In no time moet hij bekennen dat hij zielsveel van zijn nieuwe kameraadje is gaan houden en dat ze zelfs positieve invloed heeft op zijn vermaledijde ochtendhumeur.

“Zo geleidelijk dat het bijna was alsof het niet was gebeurd, waren we het diertje als onderdeel van ons dagelijks leven gaan beschouwen. Een beetje verbaasd constateerde ik dat de vraag ‘Waar is de kat?’ een van onze meest gebruikte zinnen was geworden. Zonder het ooit te hebben besloten waren we kattenbezitters geworden.”

Beetje bij beetje breidt Poes haar territorium uit. ‘s-Morgens zit ze met grote, vragende ogen vanaf de vensterbank te miauwen wanneer haar baasjes de gordijnen open doen en mag ze bij wijze van hoge uitzondering eens een keer naar binnen. Maar al snel heeft ze een vaste slaapplaats gevonden op het bed van het vrouwtje.

“We waren verkocht! Onze weerstand was gebroken of misschien eerder verweerd. De kat had gezegevierd. Ik denk dat ze aldoor heeft geweten dat het zo zou gaan. Anders was ze niet zo methodisch doelbewust geweest. Mijn vrouw en, niet in de laatste plaats, ik waren overstag gegaan voor haar verleidingskunsten.”

 In korte hoofdstukjes reflecteert Uddenberg op zijn eigen gedrag en het wel en wee van Poes. Hij haalt andere auteurs aan die al eerder over hun ideeën en ervaringen met katten hebben geschreven. Het verhaal is gelardeerd met wetenswaardigheden over de kat, het gedrag, zijn oorsprong en de vermeende mythologische betekenis die het dier toegeschreven kreeg bij de diverse culturen, uit het verleden en het heden. Tevens beschrijft hij de diverse rassen die er zijn en waarom katten spinnen.

Met verve verhaalt hij over de dieren die zijn jeugd hebben gekleurd en de overtuiging die hij later had, dat dieren niet meer in zijn leven pasten, dat hij er geen verantwoordelijkheid meer voor wilde dragen. Toch – zo moet hij zichzelf bekennen – komt hij nu tot de conclusie dat katten altijd een onderdeel zijn geweest van zijn leven. Het is waarschijnlijk te wijten aan zijn karma dat de “kleine huisgodin” in hem een baasje heeft gevonden.

Een lief klein boekje voor tussendoor of als cadeautje, met een ontroerende en vertederende liefdesgeschiedenis, dat vooral de kattenliefhebber absoluut zal aanspreken. De grappige tekeningen van de hand van Ane Gustavsson maken het geheel mooi compleet.

Eerder verschenen op Metdeneusindeboeken

Boekenkrant