"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Peloponnesische oorlog

Vrijdag, 19 juli, 2013

Geschreven door: Thucydides
Artikel door: Richard Kroes

Thucydides en de krant

[Essay] Tussen 431 en 404 voor Chr. werd in Griekenland een oorlog uitgevochten tussen de stadsstaten Sparta en Athene, de Peleponesische Oorlog. De beide steden, enkele decennia eerder nog bondgenoten tegen de Perzen, kregen het met elkaar aan de stok om de oudste reden ter wereld: invloedssfeer.

Sparta was een landmacht: een militair georganiseerde, oligarchisch bestuurde kastenmaatschappij. Spartaanse soldaten werden alom gevreesd en hadden een – zorgvuldig onderhouden – reputatie van onoverwinnelijkheid. Athene werd bestuurd door politici die werden gekozen door vrije, mannelijke burgers. De stad stond aan het hoofd van een maritiem bondgenootschap in en rond de Egeïsche zee. Oorspronkelijk was dat opgericht om de Perzen buiten de deur te houden, maar het groeide meer en meer uit tot een Atheens Imperium.

Geen van beide partijen kon de oorlog winnen. Sparta vocht op land, Athene op zee en in zekere zin kwamen beide partijen elkaar dus nauwelijks tegen. Atheners konden zich terugtrekken achter muren die van de stad Athene en zijn haven een onneembare vesting maakten: een eiland op het vasteland dat zich in wezen van een landoorlog niets hoefde aan te trekken. De Spartanen konden het Atheense platteland plunderen, maar aangezien voedsel ook over zee kon worden aangevoerd, haalde dat niet veel uit. Op land waren de Spartanen heer en meester en de raids die de Atheense vloot op Spartaans grondgebied uitvoerden waren hinderlijk, maar niet beslissend. De Peleponesische Oorlog duurde dus lang.

Pas toen de Spartanen zich gingen toeleggen op het bouwen van een vloot en het machtsevenwicht op de Egeïsche Zee wisten te verstoren, kon het pleit worden beslecht. De Spartanen werden daarbij geholpen door subsidies van de Perzen, die zich er zo van verzekerden dat de Grieken aan de randen van hun rijk zich vooral met elkaar bezig hielden en niet met de Perzen. In 404 capituleerde Athene, nadat hun vloot beslissend was verslagen.

Boekenkrant

In de beginfase van de oorlog werd een Atheense generaal verbannen wegens een niet geslaagde vlootoperatie. De man was rijk, zijn familie bezat goudmijnen in het noorden van Griekenland, en kon zich de rest van zijn leven wijden aan het optekenen van de gebeurtenissen. Zijn naam was Thucydides en zijn boek over de Peleponesische Oorlog bestaat nog steeds.

Er zijn niet veel boeken die noodzakelijk zijn, maar vierentwintig eeuwen na dato is Thucydides’ geschiedwerk nog steeds indrukwekkend. Daar zijn een aantal redenen voor, maar de belangrijkste is nog wel dat hij een zeer goed oog heeft voor de diverse menselijke, al te menselijke, eigenschappen die een belangrijke rol spelen in de politiek en in internationale conflicten.

Thucydides’ beschrijving van de avonturen van Alcibiades bijvoorbeeld, lezen als een thriller. Deze immens populaire Atheense politicus liep over naar Sparta, daarna naar de Perzen, om tenslotte weer in Athene terug te keren. De geschiedschrijver legt uit hoe het komt dat de man niet als verrader werd berecht en geëxecuteerd en daarbij toont hij groot inzicht in de psychologie van de massa én in de geest van opportunisten als Alcibiades.

Weergaloos is ook de Melische dialoog, waarin de Atheners de bewoners van het neutrale eiland Melos voor de keus stellen: overgave of uitroeiing. De Meliërs doen een beroep op hun rechten als neutrale staat en allerlei andere ethische principes, de Atheners slechts op hun superieure militaire macht, aan wier kant zelfs de goden nu eenmaal staan. De discussie is eeuwen later kort samengevat door een Oostenrijkse kunstschilder:

“Hier stehe ich mit meinen Bajonetten, und da stehen sie mit ihren Gesetzen; und wir werden sehen, wer sich durchsetzt.”

Thucydides is bij mijn weten ook de eerste die een accurate beschrijving geeft van wat psychologen later rationalisering zijn gaan noemen:

“Het is nu eenmaal de gewoonte van mensen om wat ze verlangen, toe te vertrouwen aan achteloze hoop en om hun soevereine verstand te gebruiken om wat ze liever niet hebben, terzijde te schuiven.”

Ik weet niet hoe het andere lezers is vergaan nadat ze Thucydides hebben gelezen, maar ik kan de krant niet meer openslaan zonder te denken dat alles wat ik lees al eens eerder beschreven is. Sinds Thucydides is niets zo oud als de krant van vandaag…

Eerder verschenen apoftegma.wordpress.com


Laat hier je reactie achter:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Alleen inhoudelijke reacties die gaan over het besproken boek en/of de recensie worden geplaatst.