"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De plaag

Woensdag, 1 december, 2021

Geschreven door: David van Reybrouck
Artikel door: Nathalie Brouwers

Persoonlijk reisverhaal, onderzoek en geschiedenis in één geweldig boeiend boek

[Recensie] David Van Reybrouck, cultuurhistoricus, archeoloog en schrijver, bracht zijn debuutboek Congo – Een geschiedenis.

Ondertitel van dit iets minder bladzijden tellende niettemin ook veelomvattende boek is Het stille knagen van schrijvers, termieten en Zuid-Afrika. Van Reybrouck komt door zijn doctoraatsonderzoek over prehistorische archeologie een boekje tegen van de Zuid-Afrikaanse auteur Eugène Marais, The Soul of the Ape. Hij ontdekt dat deze hem tot dan toe onbekende naam, de enige Belgische Nobelprijswinnaar Maurice Maeterlinck ooit had beticht van plagiaat, in verband met La vie des termites van die laatste.

“Plagiaat, dat is toch nog een stap verder dan wetenschappelijk geen gehoor vinden. Dat is zoveel waardering voor je werk krijgen dat men het je niet meer gunt.”

Een paar jaar later, na het finaliseren van zijn proefschrift, vliegt Van Reybrouck naar Zuid-Afrika om zich aan deze kwestie te wijden die hem nooit meer verlaten had. Hij neemt ons in dit boek mee in zijn ontdekkingstocht en vertelt ons tegelijkertijd over zijn eerste confrontatie met het complexe Zuid-Afrika van het post-apartheidstijdsperk en de ontmoeting met tal van mensen daar.

Hereditas Nexus

Confronterend zijn zeker de grote verschillen tussen zijn contacten in de hoofdstad Pretoria enerzijds en zijn kennismaking met enkele Afrikaner ‘rednecks’ op het platteland anderzijds: “ons is blank en hulle is kaffers”. Net als in zijn latere werk waarin hij beroep doet op historische getuigenissen, blijft hij in deze gesprekken zo veel mogelijk de observerende buitenstaander en probeert hij mee te gaan in de verhalen van de mensen die hij ontmoet. In dit debuut komen zijn persoonlijke beschouwingen over wat hij hoort wel meer aan bod dan in Congo en in Revolusi, en voor welke ethische dilemma’s dit hem als toehoorder stelt.

Daarnaast voert de schrijver ons in de biografieën van zowel Maeterlinck als Marais in, en komen we op die manier meer te weten over vooral deze auteurs, evenals over het in de laat 19de eeuw in zwang zijnde wetenschappelijk onderzoek dat in dat tijdsperk nog vanuit andere perspectieven wordt gevoerd. Ook kan je in de relaties tussen de onderzoekers doorheen het verhaal de (post)koloniale dynamiek zien.

De persoonlijke beschouwingen, de schrijfstijl én de opbouw naar de ontknoping over het plagiaat maken van dit non-fictieboek een geweldig vlot en met vaart geschreven werk dat je maar moeilijk weg kan leggen. Het reisverhaal, de ontmoetingen en de verhalen die Van Reybrouck haalt uit zijn opzoekingen worden vlotjes aaneengeregen, en regelmatig komt ook de nodige humor het gefilosofeer doorgeschemerd. Al is dit debuut minder ambitieus van opzet dan de volgende boeken van de auteur is dit vooral een persoonlijk, boeiend en gepassioneerd gebracht verhaal om open in te gaan, en meer te leren over tal van zaken.

Van Reybrouck is van vele markten thuis. Hij schreef al historische fictie, literaire non-fictie, romans, poëzie, theater en academische teksten. In zijn werk zowel als in zijn engagement komen tot nu toe vooral de geschiedenis van de kolonisatieperiode, het klimaat en participatieve democratie als thema’s naar voor. In België is hij de stichter van het G1000-project, een platform voor democratische innovatie en inclusieve participatieve politiek en wordt hij in het buitenland als raadgever gevraagd als dergelijke projecten worden opgestart. Hij studeerde archeologie en filosofie aan de KU Leuven, haalde een Master aan de University of Cambridge in ‘World Archaeology’ en doctoreerde aan de Universiteit van Leiden.

Voor dit debuut werd hij genomineerd voor De Gouden Uil, en kreeg hij de Vlaamse Debuutprijs toegekend. Het werd vertaald in het Afrikaans, het Frans en ook in het Hongaars.

Eerder verschenen op Villa Nathalie – Over lezen