"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De poort

Vrijdag, 15 mei, 2020

Geschreven door: Sōseki Natsume
Artikel door: Jan Stoel

Volg je je eigen gevoelens of…

[Recensie] In het voorjaar van 2018 werd het literaire platform Karakters gelanceerd. In 2020 is daar een uitgeverij aan gekoppeld, die per jaar drie ‘vergeten’ boeken uit de wereldliteratuur, die niet in de reguliere boekhandel te vinden zijn, uitgeeft. De eerste uitgave is meteen een topper: De poort van de Japanse auteur Soseki Natsume (1867-1916), grondlegger van de moderne Japanse literatuur. Haruki Murakami schrijft op de achterflap dat Natsume tot het allerbeste behoort wat de Japanse literatuur te bieden heeft. Luk Van Haute, die ook Murakami vertaalt, heeft een nieuwe vertaling gemaakt van De Poort en licht in een nawoord het werk van Natsume toe. Een waardevolle toevoeging waardoor de lezer onder meer inzicht krijgt in de maatschappelijke context waarin dit boek is geschreven. Natsume leefde in een periode waarin Japan veranderde van een traditionele naar een moderne maatschappij.

Sosuke, een bescheiden ambtenaar, en zijn vrouw Oyone, die vooral dienstbaar is, leiden een ‘eentonig’ leven in een goedkoop huurhuis in Tokio helemaal op het eind van een donkere steeg, onder een rotsblok. Ze wonen er weggedrukt van de maatschappij. Ze zijn gelukkig, maar naar elkaar toe afstandelijk. Er wordt niet veel gesproken, hun huwelijk lijkt meer een dagelijks terugkerend ritueel. Ze hebben aan een paar woorden genoeg om elkaar te begrijpen. Ze moeten iedere cent omdraaien.

“Het echtpaar leefde uit het voetlicht van de wereld, met elkaar als toeverlaat. Als de kou niet langer draaglijk was, haalden ze warmte uit hun omhelzing. Op moeilijke momenten zei Oyone steevast tegen Sosuke: “Zo is het nu eenmaal.”

Een aantal thema’s vormt de kern van deze gelaagde roman: de ‘lastige’ familiebanden, de strijd tussen het traditionele en het moderne (de traditionele kleding, de verplichtingen, tegenover exponenten van de moderne tijd als reclames, een riksja met rubberen banden, machinaal gesponnen kimono’s, meer vrijheid nemen en op een andere manier genieten). Ook het omgaan met schuldgevoelens keert regelmatig terug.

Kookboeken Nieuws

“Ze hadden zich erbij neergelegd dat hun geen kleurenpracht te wachten stond op het pad dat ze bewandelden.”

Sosuke schuift graag alles op de lange baan. Het echtpaar wil geen bezoekers, geen problemen. Maar er sluimert iets dat met het verleden te maken heeft. Aan het begin van het verhaal moet Sosuke een brief schrijven naar de Seiki’s , familie van hem. Het gaat om kapitaal dat zijn oom na de dood van Sosukes ouders in beheer heeft gekregen. Het geld is bedoeld om Koroku, zijn tien jaar jongere broer, te laten studeren. Maar nu is die oom dood. Wat is er met het geld gebeurd? Hoe groot was het vermogen? Waarom moet Koroku nu opeens ondergebracht worden bij Sosuke? Waarom kan zijn tante niets meer betalen terwijl haar zoon een vermogen lijkt te verdienen? “Ze waren dan wel familie, op hun huizen schenen verschillende zonnen.” Sosuke stelt de confrontatie met zijn tante zo lang mogelijk uit.

Gaandeweg het verhaal komen we achter de oorzaak van de verwijdering van de familie: Oyone en Sosuke zijn zonder toestemming van beider ouders getrouwd. Ze hebben hun hart gevolgd en niet de traditie waarin uithuwelijken normaal was. Ze denken daarvoor gestraft te zijn door hun kinderloosheid. En hoe zat het met de relatie tussen Oyones en Yusai, de beste vriend van Sosuke? Was ze niet zijn geliefde? Of toch zijn zus?

Dat er ook op een andere manier geleefd wordt laat de moderne Sekai, de huisbaas van Sosuke, zien. Als bij hem ingebroken wordt en Sosuke iets van de gestolen waar in zijn tuin vindt en terugbrengt ontstaat een band tussen de mannen. Tot Yusai op bezoek gaat komen bij Sekai. Wat moet Sosuke doen? Hij ziet maar één weg: proberen tot inzicht te komen in het zenklooster. Hij loopt door de poort van de tempel. Maar vindt hij daar de oplossing?

Luk Van Haute heeft er in de vertaling voor gezorgd dat de taal fris blijft. Natsume schrijft in het ritme van het verhaal, neemt de tijd, is spaarzaam met zijn woorden, schept ruimte, vult niet alles in (bijvoorbeeld de relatie tussen Oyone en Yasui), suggereert. Lettend op de details valt er veel te ontdekken in de roman. Er lijkt niet zoveel te gebeuren, maar dat is schijn. Door hun dagelijkse bezigheden te beschrijven leren we de personages beter kennen. Ze krijgen dus impliciet reliëf. Het is ook niet toevallig dat hun huis zich op een donkere plek bevindt en dat het huis van de levenslustige huisbaas boven hen in de zon ligt? De positie van de huizen kan ook duiden op hiërarchie. Ook de rangorde tussen vrouwen en mannen komt steeds terug.

De auteur schrijft precies en zo mooi, bijvoorbeeld als het om de verknochtheid van Soseku en Oyone gaat: “Eerder dan te zeggen dat de twee water afstootten en zo bijeenkwamen, was het correcter te stellen dat zij door het water werden afgestoten en ten gevolge van die kracht op een bolletje dicht tegen elkaar gingen kruipen, zodat ze niet langer uit elkaar konden worden gehaald.”

Natsume koppelt de natuur aan de gebeurtenissen. Het lijkt daardoor of de roman uit drie delen bestaat: het begint op een prachtige, zonnige herfstdag waarin het echtpaar zonder zorgen lijkt, dan volgt de winter met allerlei narigheid en het eindigt met de lente waarin een nieuwe toekomst zich aandient. “Eindelijk is het lente,” zegt Oyone. “Maar voor je het weet wordt het weer winter hoor,” antwoordt Sosuke cynisch.

De roman, in 1910 geschreven, is universeel. In onze tijd is er ook die spanning tussen de hectiek en het verlangen naar rust en inkeer, tussen het materiële en de eenvoud, het meer willen en de tevredenheid. De poort is een boek dat niets aan zeggingskracht verloren heeft. Grote literatuur.

Eerder verschenen op Hebban