"Ik heb altijd gedacht dat het Paradijs een soort bibliotheek zou zijn" - Jorge Luis Borges

De Rattenlijn

Woensdag, 30 september, 2020

Geschreven door: Philippe Sands
Artikel door: Cyril Lansink

Van brave echtgenoot tot massamoordenaar

[Recensie] Op de voorkant van het boek staat een foto van een gelukkig stel: de man kijkt lachend de camera in, de vrouw kijkt liefdevol naar hem, op de achtergrond een berglandschap. De man is Otto Wächter, de vrouw, de zeven jaar jongere Charlotte Bleckmann. Het is een kiekje van twee mensen die genieten van het leven en van elkaar. Het zal ergens in de jaren dertig zijn geweest.

Op de achterkant een andere foto van hen, op een station. Het is nu 1944. Het is een familieportretje, er staan ook twee van hun kinderen op, een jongen en een meisje. Otto’s handen liggen in een vaderlijk gebaar op de schouders van Horst, zijn in 1939 geboren zoontje. Dit keer is Otto in uniform, hij bekleedt inmiddels als gouverneur een hoge functie in bezet Polen.

Otto Wächter, vader en echtgenoot, een man van wie gehouden werd, maar ook een man die in volle overtuiging de nazi-ideologie onderschreef en ernaar handelde. Het is deze (onbekende) SS-er die het onderwerp vormt van een indrukwekkend boek van hoogleraar Internationaal Recht Philippe Sands. Puttend uit een veelheid van bronnen en archieven heeft hij diens leven gereconstrueerd.

Sands verhaalt over Otto’s jeugd en jongelingjaren, zijn kennismaking en verloving met Charlotte, hun huwelijksperikelen. Hij laat zien dat Otto’s fascistische sympathieën al stammen uit zijn studententijd, en hoe zijn gestage opklimmen in de nazi-hiërarchie hem uiteindelijk ergens bovenaan de piramide van het kwaad doet belanden. Onder Wächters leiding zullen honderdduizenden Joden uit Lemberg (het tegenwoordige Lviv in de Oekraïne) worden verdreven en vermoord.

Dans Magazine

Wat daarbij verbijstert hoe ogenschijnlijk vanzelfsprekend Otto zich kwijt van zijn taken, hoe normaal hij het lijkt te vinden dat hij zich inlaat met het gruwelijke. Terwijl Charlotte nog geniet van culturele uitstapjes en zich bezighoudt met de aankleding van hun (gevorderde) woning in het Oostenrijkse Thumersbach, is manlief druk doende met het oplossen van het Jodenprobleem in Galicië. Het vieren van hun tiende trouwdag schiet er zelfs bij in. “De levensweg kent nu eenmaal hobbels,” probeert Charlotte in een brief haar man te troosten.

Als het Derde Rijk in 1945 ineen is gestort, volgt Sands Otto in zijn poging uit handen te blijven van de geallieerden. Tijden houdt hij zich schuil in de Oostenrijkse Alpen, om daarna via ‘de rattenlijn’ in Rome terecht te komen, de stad die voor nazi’s als uitvalsbasis diende om naar Zuid-Amerika te ontsnappen. Zo ver geraakt Otto niet. Na een kort ziekbed sterft hij in een romeins ziekenhuis. Maar was het wel gewoon een ziekte? Of is hij vergiftigd? En zo ja, door wie dan? Met de nauwgezetheid van een detective probeert Sands de waarheid over Otto’s laatste maanden te achterhalen. Wie waren zijn contacten? Welke rol speelde het Vaticaan, in de persoon van bisschop Hudal? En waarom ontmoette Otto SS-majoor Karl Hass, die als informant werkte voor de Amerikaanse inlichtingendienst? De Rattenlijn ontpopt zich daarmee ook als een spannend verhaal dat je soms bijna doet vergeten waar het boek echt over gaat.

Bijna. Want Sands laat er geen misverstand over bestaan: zijn boekis het verhaal van een dader, een oorlogsmisdadiger.

Maar tegelijkertijd gaat het ook over het onvermogen en de onwil om zelfs 75 jaar na dato dit daderschap onder ogen te zien. Eerste en belangrijkste bron van Sands’ onderzoek is namelijk Horst, ja dezelfde als het zoontje van de foto uit 1944. Hij voorziet de auteur onder meer van de gehele correspondentie tussen zijn vader en moeder. Maar hoe ver het onderzoek naar het verleden van zijn vader ook vordert, de zoon wil zich er tot het eind toe van overtuigen dat Otto al met al toch een goede nazi was. Terwijl de bewijzen van Wächters vooraanstaande rol bij deportaties en executies zich opstapelen (er komen zelfs foto’s boven tafel), wil Horst zijn vader – en zijn moeder – niet afvallen. “Ik moet dit doen voor mijn ouders, ik moet de goede dingen zien te vinden.”

Het is Horsts dochter Magdalena die onder ogen durft te zien waar haar vader, ondanks al zijn openhartigheid, blind voor wenst te blijven. “Mijn grootvader was een massamoordenaar,” zo openbaart ze op sociale media. Ze wil niet langer zwijgen. Vergeefs vraagt Horst de zin weer te verwijderen.

Met deze pijnlijke confrontatie eindigt Sands’ boek. De Tweede Wereldoorlog is ook in 2020 nog niet afgelopen, niet voor de nazaten van de slachtoffers, niet voor de nazaten van de daders.

Voor het eerst gepubliceerd op De Leesclub van Alles